Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
Publicaties
Om de transparantie en informatieverstrekking te bevorderen, publiceert het FPB regelmatig de methoden en resultaten van zijn werkzaamheden. De publicaties verschijnen in verschillende reeksen, zoals de Vooruitzichten, de Working Papers en de Planning Papers. Sommige rapporten kunnen ook hier geraadpleegd worden, evenals de nieuwsbrieven van de Short Term Update die tot 2015 werden gepubliceerd. U kunt op thema, publicatietype, auteur en jaar zoeken.
De toekomstige bevolkingsgroei hangt onder meer af van het gemiddeld aantal kinderen per vrouw, dat op zijn beurt het aantal geboorten beïnvloedt. Het gemiddeld aantal kinderen per vrouw neemt al meer dan 10 jaar af, van 1,86 kinderen per vrouw in 2008 naar 1,52 in 2022. Dit kan enerzijds worden verklaard door het uitstellen van geboortes tijdens crisisperioden, maar ook door een vermindering van het aantal door koppels gewenste kinderen als gevolg van maatschappelijke veranderingen. Bijgevolg heeft het Federaal Planbureau de vruchtbaarheidshypothese die sinds 2020 wordt gehanteerd in zijn demografische projecties neerwaarts herzien. Toch blijft de positieve groei van de bevolking die in België woont tegen 2070 behouden. Op regionaal niveau blijft de jaarlijkse bevolkingsgroei ook positief in het Vlaams Gewest over de hele projectieperiode (tot 2070). Dit is echter niet het geval voor het Waals Gewest (vanaf 2045) en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (vanaf 2035).
Artikels - Article 019 (fr), (nl),
Traditioneel wordt de verantwoordelijkheid voor de CO2 die tijdens de productie van goederen en diensten wordt uitgestoten, toegewezen aan het land waar de productie plaatsvindt. De koolstofvoetafdruk is een alternatieve maatstaf van deze verantwoordelijkheid, waarbij de emissies worden toegewezen aan het land waar de goederen en diensten worden geconsumeerd. Dit artikel presenteert berekeningen van de koolstofvoetafdruk van huishoudens voor de drie Belgische gewesten, opgesplitst volgens consumptiedomein. De resultaten tonen aan dat de aandelen van de consumptiedomeinen in het totaal niet zo verschillend zijn in de drie gewesten. De verschillen in koolstofvoetafdruk per inwoner zijn dus minder het gevolg van uiteenlopende consumptieprofielen maar eerder van verschillen in uitgaven en energiemix.
Artikels - Article 018 (fr), (nl),
Peri-urbanisatie, een belangrijke factor in de ontwikkeling van grote agglomeraties sinds het midden van de twintigste eeuw, blijft meer dan ooit een rol spelen in de nabije toekomst. Dit demografisch en geografisch fenomeen heeft grote gevolgen op het vlak van transport, die niet altijd gemakkelijk rechtstreeks te kwantificeren zijn. Een scenario waarin dit fenomeen versnelt, licht een tipje van de sluier op van de significante lokale effecten die schuilgaan achter een beperkte globale impact.
Artikels - Article 017 (fr), (nl),
Recente ontwikkelingen op het vlak van Kunstmatige Intelligentie (KI) lijken te wijzen op een mogelijk grote economische impact in de toekomst. De impact zou zowel positief kunnen zijn, door het opkrikken van de structureel dalende productiviteitsgroei, als negatief, door het verdwijnen van jobs of toenemende dominantie van een beperkt aantal zeer grote ondernemingen. Uit de eerste resultaten van het AI Diffuse project van de OESO, waaraan België, samen met negen andere landen, deelneemt, blijkt dat het gebruik – en zeker de eigen ontwikkeling van KI – bij ondernemingen nog vrij beperkt is. In België is die wel relatief hoog in vergelijking met andere landen. Er zijn voorlopig weinig aanwijzingen van een positieve impact van KI op de productiviteit van ondernemingen, mogelijk door de recente introductie ervan. Van de tien deelnemende landen heeft België wel het sterkst positieve verband tussen KI en productiviteit. Dit verband is, in tegenstelling met bijna alle andere landen, robuust, ook als er gecontroleerd wordt voor relevante bedrijfskarakteristieken en complementaire investeringen in informatie- en communicatietechnologie (ICT).
Artikels - Article 016 (fr), (nl),
Dit artikel stelt schattingen voor van de mark-ups in verschillende bedrijfstakken binnen de Belgische marktsector over de periodes 1997-2008 en 2009-2020. De mark-up laat toe om de intensiteit van de concurrentie in een sector te evalueren: des te hoger deze maatstaf, des te zwakker de concurrentie, en bijgevolg, des te meer mogelijkheden voor ondernemingen om economische winst te maken ten nadele van de consument. Onze resultaten tonen dat de concurrentie gemiddeld zwakker is in de diensten dan in de maakindustrie (of verwerkende nijverheid). Binnen de maakindustrie zijn er weinig verschillen tussen sectoren en doorheen de tijd, al laat de farmaceutische industrie een relatief hoge mark-up optekenen. Binnen de diensten is er meer variatie. In drie sectoren – financiële activiteiten & verzekeringen, productie & distributie van elektriciteit & gas en telecommunicatie – wordt recentelijk een hoge mark-up geobserveerd als gevolg van een sterke stijging.
Artikels - Article 015 (fr), (nl),
Uit een nieuwe evaluatie van overheidssteun voor O&O in België blijkt dat de subsidies door de drie gewesten en de federale gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers wellicht geholpen hebben bij het optrekken van de O&O-uitgaven in België. De resultaten zijn minder positief voor een aantal voordelen die de federale overheid toekent via de vennootschapsbelasting. Aangezien deze belastingvoordelen het leeuwendeel uitmaken van de snel stijgende budgettaire kosten van overheidssteun voor O&O, zou de efficiëntie van de overheidssteun kunnen worden verhoogd.
Artikels - Article 014 (fr), (nl),
Een vergelijking van de tekorten van entiteit I (de federale overheid en de sociale zekerheid) en de verschillende gefedereerde entiteiten in miljarden euro's of in procent van het bbp is niet zo adequaat. Deze entiteiten zijn namelijk zeer verschillend qua bevoegdheden en budgettaire omvang. Een vergelijking van de tekorten in verhouding tot de respectieve budgettaire omvang is meer aangewezen. Uit een dergelijke vergelijking blijkt dat het relatieve gewicht van de tekorten van sommige gefedereerde entiteiten even hoog is als, of zelfs hoger dan, dat van Entiteit I.
Artikels - Article 013 (fr), (nl),
Deze Focus werd opgesteld in samenwerking met het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA) en analyseert in welke mate de kennis van het Nederlands een belangrijke factor is voor de beroepsintegratie van Franstalige Belgische werkzoekenden die in het Brussels Gewest wonen. Vanaf welk niveau van het Nederlands nemen de kansen van een werkzoekende op het vinden van een baan toe? Hebben bepaalde profielen van werkzoekenden meer baat bij een goede kennis van het Nederlands?
Artikels - Focus 52 (fr), (nl),
Onderwijs is van cruciaal belang voor de ontwikkeling van de samenleving. Het is ook een sleutelelement voor onze economie. Dit artikel bestudeert het onderwijsniveau van de Belgische leerlingen. De laatste jaren was er al sprake van een achteruitgang, maar na de covid-19-pandemie is het onderwijsniveau nog verder gedaald. Zonder inhaalbeweging zou het dalende onderwijsniveau resulteren in aanzienlijke economische kosten op lange termijn.
Artikels - Article 012 (fr), (nl),
In december 2021 vond een Europese peer review plaats van een aantal statistische instellingen in België die een rol spelen in de productie van Europese statistieken. Uit de resultaten van de doorlichting blijkt dat de Europese statistieken in ons land globaal beschouwd in lijn zijn met de internationale kwaliteitsstandaarden en principes. Het rapport van het auditcomité bevat ook een aantal aanbevelingen die de komende weken omgezet worden in verbeteracties.
Artikels - PEER REVIEW 2021 (en), (en), (en),
De kapitaalvoorraad, die beschikbaar is in de nationale rekeningen, geeft informatie over de waarde van alle activa in de economie op een bepaald moment. Die voorraad bestaat uit verschillende vaste activa en is het resultaat van de investeringen van de verschillende economische actoren.
Artikels - Article 011 (en), (fr), (nl),
Welke vooruitgang heeft België geboekt op weg naar een duurzame ontwikkeling? Uit de balans van de 51 opvolgingsindicatoren van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen (de Sustainable Development Goals van de VN of SDG's) blijkt dat bij de voortzetting van de huidige trends, weinig SDG's zullen worden bereikt tegen 2030. Om alle SDG’s te kunnen naderen of bereiken, zullen dus nieuwe beleidsmaatregelen nodig zijn. Deze conclusie strookt met de conclusies van de tien evaluaties die sinds 2005 zijn verricht.
Artikels - Article 010 (fr), (nl),
Hoewel zelfrijdende auto's belangrijke voordelen kunnen opleveren voor de verkeersveiligheid, mogen we niet blind zijn voor andere effecten: volledige automatisering zal waarschijnlijk leiden tot een toename van het autoverkeer, grotendeels voor vervoer dat geen verband houdt met pendelen. Dit zal leiden tot een verdere daling van de snelheid op de wegen in de gebieden die nu al het meest te lijden hebben van de congestie.
Artikels - Article 009 (en), (fr), (nl),
België heeft eind april zijn Nationaal plan voor herstel en veerkracht (PHV) ingediend bij de Europese Commissie, die vraagt dat "geen enkele erin opgenomen maatregel voor de doorvoering van hervormingen en investeringsprojecten ernstig afbreuk" mag doen aan zes milieudoelstellingen (EU, 2021). Het gaat om het "Do no significant harm"-beginsel (DNSH - geen ernstige afbreuk doen aan), gedefinieerd in de Europese verordening inzake duurzame beleggingen (EU, 2020), vaak de 'Taxonomieverordening' genoemd. De Staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen heeft het Federaal Planbureau (FPB) gevraagd alle PHV-maatregelen aan dit DNSH-beginsel te toetsen.
De Europese Commissie publiceerde een document met Technische richtsnoeren (Europese Commissie, 2021) waarin de methodologie voor de uitvoering van deze evaluatie wordt gedefinieerd. In dit artikel wordt deze methodologie beschreven en wordt uitgelegd hoe ze door het FPB werd toegepast.
Artikels - Article 008 (fr), (nl),
Door een combinatie van “stok” maatregelen (een veralgemeende kilometerheffing) en “wortel” maatregelen (het ondersteunen van carpooling) zou de bezettingsgraad van auto’s in België kunnen toenemen van 1,44 tot 1,5. Deze relatief beperkte toename vloeit vooral voor uit het relatief klein aandeel van verplaatsingen waarvoor een toename van de bezettingsgraad een realistische optie is, en uit sommige ongemakken die gepaard gaan met de organisatie van carpooling. Toch kan deze combinatie van maatregelen leiden tot een merkbare verbetering van de verkeerssituatie op de plaatsen en tijdstippen waar de congestie het hoogste is.
Artikels - Article 006
Door de COVID-19-crisis gaat het slecht met de geestelijke gezondheid van de bevolking in België. Voordien was die al zorgwekkend. Situaties van psychologische ontreddering zijn immers tussen 2004 en 2018 gestegen, depressies eveneens. En de sterfte door zelfdoding in België – hoewel dalend – blijft hoog in EU-context. Socialezekerheidsstatistieken uit de pre-COVIDperiode weerspiegelen die trends. Psychische aandoeningen verklaren sterk de stijgende trend in de langdurige arbeidsongeschiktheid. Antidepressiva en stemmingsstabilisatoren liggen aan de basis van de toenemende consumptie van terugbetaalde psychotrope geneesmiddelen. Geestelijke gezondheidsproblemen temperen de mogelijkheden van werkgelegenheids- en productiviteitsgroei en veroorzaken direct economische kosten, via uitgaven voor vervangingsinkomens en voor de behandeling van aandoeningen. Een reflectie over de post-COVID-19-strategie over geestelijke gezondheidszorg in België dringt zich op gegeven die evoluties en perspectieven.
Artikels - Article 007
De gezondheidsmaatregelen die genomen zijn door de overheden om de risico’s van de COVID-19-epidemie te beperken hebben tot een forse daling geleid van de transportvraag in België. Die daling heeft verschillende oorzaken die gaan van aanzienlijke beperkingen op de individuele verplaatsingen tot de onrechtstreekse impact via de economie. Tijdens de strikte lockdown van april 2020 wordt het aantal afgelegde kilometers door personen (reizigerskilometers of rkm) 60 % lager geschat dan tijdens een normale aprilmaand. De geraamde daling is minder groot voor het goederenvervoer, waarvoor ongeveer een derde van het normale aantal tonkilometers (tkm) afgelegd in België niet werd gerealiseerd. Tijdens de maand mei zorgde de geleidelijke versoepeling van de maatregelen ervoor dat de verplaatsingen opnieuw toenamen, met een kleinere daling van de afgelegde afstanden: -37 % rkm voor het personenvervoer en -20 % tkm voor het goederenvervoer ten opzichte van een normale meimaand.
Artikels - Article 005
Gegevens over de oprichting van nieuwe ondernemingen zeggen niet alles over de economische impact van COVID-19. Door hun maandelijkse beschikbaarheid maken ze het wel mogelijk om de gevolgen sneller in te schatten dan mogelijk is met gegevens over de financiële toestand van bestaande ondernemingen, die enkel jaarlijks en met meer vertraging verschijnen. Gezien de belangrijke rol van jonge bedrijven voor innovatie en de dynamiek van bedrijfstakken kunnen cijfers over het aantal opgerichte ondernemingen ook een aanwijzing geven van blijvende economische littekens van de huidige gezondheidscrisis en van mogelijke verschuivingen van bedrijfsactiviteiten.
Artikels - Article 004
De maatschappij zal zich eerder moeten aanpassen aan de vergrijzing van de bevolking.
Artikels - Article 003
Welke arbeidskostenverlagende maatregelen kan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest invoeren om banen te scheppen? Welke maatregelen scheppen het meeste banen en hoeveel kosten ze voor het gewest? Heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest er belang bij dat het Vlaams en het Waals Gewest gelijkaardige maatregelen invoeren? Deze Focus wil een antwoord geven op die vragen en steunt daarbij op het macro-economische HERMREG-model.
Artikels - Focus 36
In deze ongeziene periode van langdurige lockdown als gevolg van de wereldwijde verspreiding van het coronavirus worden effecten in alle geledingen van de maatschappij waargenomen. Gegeven de natuur, omvang en snelheid van de sanitaire crisis blijven ook de energiemarkten niet gespaard en wordt het energielandschap danig door elkaar geschud. Een aantal zwakke plekken in het huidige systeem worden hierdoor blootgelegd.
Artikels - Article 20200617
De website www.innovationdata.be groepeert een set van indicatoren die de vooruitgang van België en de gewesten beschrijft in het domein van innovatie. De gegevens voor de buurlanden en het Europese gemiddelde worden ook gepresenteerd. De indicatoren met betrekking tot de innovatiegraad tonen onder meer dat het aandeel innoverende ondernemingen in België het Europese gemiddelde ruimschoots overschrijdt.
Artikels - Article 20190617
De website www.innovationdata.be verzamelt een reeks indicatoren die de vooruitgang op het vlak van innovatie beschrijven voor België en zijn gewesten. De gegevens voor de buurlanden en het Europese gemiddelde zijn ook beschikbaar. De indicatoren met betrekking tot human resources tonen onder meer dat het aandeel personen met een diploma hoger onderwijs in België boven het Europese gemiddelde ligt.
Artikels - Article 20181127
De aankondiging van ENGIE, de operationele uitbater van de 7 nucleaire reactoren op Belgische bodem, op vrijdag 21 september 2018 dat de nucleaire eenheid T3 vijf maanden langer zal stilliggen dan verwacht (tot 1 maart 2019), T2 tot begin juni 2019 niet operationeel zal zijn en T1 eind oktober een geplande onderhoudsbeurt zal ondergaan, heeft een niet te ontkennen impact op het Belgische elektriciteitsproductiepark. Eerder werd al gecommuniceerd dat ook D1, D2 en D4 tot december 2018 zullen stilliggen. In de praktijk betekent dat dat de hele maand november 2018 slechts 1 van de 7 kernreactoren in staat zal zijn om stroom te leveren. Gegeven het grote aandeel van nucleaire energie in de binnenlandse elektriciteitsopwekking en het wegvallen van 85% van deze capaciteit tijdens de winterperiode dient de toereikendheid van het aanbod om de vraag op elk moment te voorzien nauwkeurig opgevolgd te worden. Dat is des te meer het geval omdat een volledig uitvallen van de stroom in België een erg grote economische kost veroorzaakt.
Artikels - Article 20181003
De reorganisatie van productieprocessen tijdens de afgelopen decennia heeft geleid tot een meer doorgedreven internationale arbeidsverdeling en tot delokalisaties van industriële activiteiten en van zakelijke dienstverlening. Hoewel ondernemingen met deze reorganisaties productiviteitswinsten nastreven, geven de ermee verbonden delokalisaties in geïndustrialiseerde landen zoals België aanleiding tot bezorgdheid, in het bijzonder over de werkgelegenheid. In dit artikel worden delokalisaties en de gevolgen ervan voor België geanalyseerd. Het is een FPB-vertaling van een in “Reflets & perspectives de la vie économique” gepubliceerd artikel dat de in het Engels geschreven FPB working papers over delocalisatie (“offshoring”) van de laatste jaren samenvat.
Artikels - Article 20171121