Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
Tools & info
Het FPB stelt enkele handige tools ter beschikking om informatie te zoeken op de website: zoekmachine, sitemap, JEL classification en keywords. Daarnaast vindt u hier ook de rubrieken m.b.t. het gebruik van cookies, ons gebruikershandvest en de mogelijkheid om een klacht in te dienen.
Het Vlaamse Gewest hervormde zijn belasting op inverkeerstelling en zijn jaarlijkse verkeersbelasting voor personenwagens in respectievelijk 2012 en 2016. We tonen aan dat deze hervormingen een versnelde, maar kleine, daling heeft veroorzaakt in de CO2-emissiefactoren van nieuwe wagens verkocht in Vlaanderen.
Dit document geeft een niet-technische beschrijving van het PLANET- en het CASMO-model. Aan de hand van het referentiescenario voor de doorrekening van de partijprogramma’s worden de belangrijkste modelresultaten overlopen. Tot slot geven we de resultaten van enkele illustratieve beleidsscenario’s.
Het doel van dit rapport is om de effecten op de vraag naar goederenvervoer te bestuderen van de afschaffing van de teruggave van de accijnzen voor professionele diesel, met behulp van het PLANET-model. De analyse vergelijkt de resultaten die in april 2022 werden gepubliceerd in de Transportvooruitzichten voor België met een variant gebaseerd op de afschaffing van deze regeling voor vrachtwagens vanaf 2025 (t+1 in het model).
We presenteren een TCO-analyse (Total Cost of Ownership) van nieuwe wagens verkocht in België, opgedeeld per marktsegment en aandrijflijn. We maken hierbij het onderscheid tussen wagens verkocht aan particulieren en bedrijfswagens. Hoewel de mediane TCO van elektrische wagens lager is dan de mediane TCO van conventionele aandrijflijnen in verschillende marktsegmenten, is er een aanzienlijke overlap in de TCO's van verschillende aandrijflijnen in elk marktsegment. Het is daarom belangrijk om te kijken naar de volledige verdeling van de TCO.
De wet houdende de fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit van 25 november 2021 schaft de aftrekbaarheid in de vennootschapsbelasting af voor alle bedrijfswagens behalve voor wagens zonder CO2 uitstoot. Het belangrijkste effect van de belastinghervorming is een versnelde elektrificatie van het bedrijfswagenpark en een versnelde daling van de CO2-uitstoot. In vergelijking met het scenario zonder hervorming leidt de hervorming tot een toename van de netto belastinginkomsten met ongeveer 1 miljard euro op jaarbasis.
Het Federaal Planbureau publiceert, in samenwerking met de FOD Mobiliteit en Vervoer, zijn vooruitzichten voor de transportvraag in België bij ongewijzigd beleid. Deze vijfde editie bevestigt het scenario van een verzadiging van de vraag naar personenvervoer, dat in de vorige editie ook al werd geschetst. Het goederenvervoer blijft sterk groeien, aangedreven door de internationale handel. Het wegvervoer blijft dominant voor zowel personen als goederen. Deze evoluties leiden tot een daling van de gemiddelde snelheden op het wegennet, vooral rond de agglomeraties Antwerpen en Gent. De uitstoot van broeikasgassen en lokale polluenten daalt sterk in projectie door de verbetering van de milieuprestaties en de elektrificatie van het park van personenauto’s.
Het Federaal Planbureau (FPB) maakt om de drie jaar langetermijnvooruitzichten voor de transportvraag in België in samenwerking met de FOD Mobiliteit en Vervoer. De hypothesen die aan deze vooruitzichten ten grondslag liggen, worden gezamenlijk bepaald door het FPB en de FOD Mobiliteit en Vervoer. Dit rapport beschrijft in het kort de belangrijkste hypothesen en updates die zijn voorgesteld voor de ontwikkeling van de vooruitzichten voor de transportvraag die in april 2022 zijn gepubliceerd.
Het doel van dit rapport is telewerk als mogelijke oplossing voor het mobiliteitsvraagstuk vanop een zekere afstand te bekijken. Naast de hernieuwde belangstelling voor telewerk in het publieke debat en de sterke nadruk die erop gelegd wordt sinds het begin van de COVID-19-epidemie, is het hier de bedoeling om met behulp van betrouwbare bronnen en beproefde modellen het verband tussen een uitbreiding van telewerk en de vermindering van de transportvraag te objectiveren. Het PLANET-model van het Federaal Planbureau werd aangepast om in zijn langetermijnprojecties expliciet rekening te houden met de evoluties in het telewerk.
PLANET is een model dat werd ontwikkeld door het Federaal PLANbureau en dat de relatie tussen Economie en Transport modelleert. Het model heeft tot doel: een projectie van de transportvraag in België op lange termijn uit te werken, zowel voor het personen- als het goederenvervoer; de effecten van beleidsmaatregelen voor transport te simuleren; een kosten-batenanalyse van die beleidsmaatregelen voor transport op te stellen. Dit methodologisch rapport beschrijft gedetailleerd het PLANET-model en meerbepaald de versie 4.0 die werd gebruikt voor de transportvooruitzichten van januari 2019.
In het kader van een samenwerkingsakkoord tussen het Federaal Planbureau en de FOD Mobiliteit en Vervoer maakt het Federaal Planbureau om de drie jaar langetermijnvooruitzichten voor de transportvraag in België. Deze oefening is de vierde in de reeks en heeft tot doel een projectie bij ongewijzigd beleid uit te werken die het mogelijk maakt de algemene trends op lange termijn te onderscheiden, elementen aan te reiken waarop een transportbeleid kan steunen en de impact van transportmaatregelen te bestuderen.
In het kader van een samenwerkingsakkoord tussen het Federaal Planbureau en de FOD Mobiliteit en Vervoer maakt het Federaal Planbureau om de drie jaar langetermijnvooruitzichten voor de transportvraag in België. Deze oefening is de derde in de reeks en heeft tot doel een projectie bij ongewijzigd beleid uit te werken die het mogelijk maakt de algemene trends op lange termijn te onderscheiden, elementen aan te reiken waarop een transportbeleid kan steunen en de impact van transportmaatregelen te bestuderen.
Deze thematische analyse heeft als doel de voornaamste evoluties te tonen in de consumptieve bestedingen van de huishoudens voor vervoer in België. Daarvoor werd een beroep gedaan op verschillende gegevensbronnen: enerzijds de gegevens uit de nationale rekeningen over de consumptieve bestedingen van de gezinnen (INR, Eurostat) en anderzijds de resultaten van de Huishoudbudgetonderzoeken.
In het kader van een samenwerkingsakkoord tussen het Federaal Planbureau en de FOD Mobiliteit en Vervoer maakt het Federaal Planbureau om de drie jaar langetermijnvooruitzichten voor de transportvraag in België. Deze oefening heeft tot doel een projectie bij ongewijzigd beleid uit te werken die het mogelijk maakt de algemene trends op lange termijn te onderscheiden, elementen aan te reiken waarop een transportbeleid kan steunen en de impact van transportmaatregelen te bestuderen.
In bijgevoegd bestand werden twee onjuistheden gecorrigeerd: de eerste in tabel 28, de tweede in tabel 30. Deze aanpassingen hebben geen enkele invloed op de algemene conclusies van de studie.
Planning Paper 109 ontwikkelt de satellietrekeningen transport (SRT) voor België in 2005. Deze Paper volgt op Planning Paper 106 die in 2008 werd gepubliceerd en de SRT voor België in 1995 en 2000 beschrijft. De SRT geven een overzicht van de totale transportuitgaven voor België. De SRT vormen een aanvulling op de informatie uit het centraal kader van de nationale boekhouding voor de transportactiviteiten, die hierin slechts gedeeltelijk voorkomen. Daartoe verrekenen de SRT met name de transportuitgaven voor eigen rekening, die bijzonder belangrijk zijn in het kader van het wegvervoer. Ze geven ook een raming van de overheidsuitgaven voor de transportactiviteit (onderhoud en investeringen in infrastructuur, transportverzekeringen, subsidies, enz.). Bovendien evalueren de SRT de vervoersgebonden belastingen en retributies die overheidsontvangsten genereren. De ontwikkeling van een bijkomende SRT voor 2005 laat voor de eerste keer een analyse in de tijd van de totale transportuitgaven toe.
Deze studie beoogt de impact van twee soorten prijsbeleid in de transportsector te analyseren met behulp van het model PLANET. De soorten prijsbeleid zijn (1) een harmonisatie van de accijnzen op benzine en diesel en (2) een kilometerheffing voor vrachtwagens volgens het Europese voorstel van richtlijn voor het Eurovignet III. De bestudeerde invloeden zijn de gevolgen voor de transportactiviteit van personen en goederen, de milieu-impact en de impact op de maatschappelijke welvaart. Voor beide soorten prijsbeleid wordt de impact op de overheidsbegroting geneutraliseerd via de algemene fiscaliteit of via de fiscaliteit op arbeid.
Deze Working Paper beschrijft de methodologische veranderingen in de module « Modal and Time Choice » van het PLANET-model, als gevolg van de endogenisering van het zeevervoer over korte afstand (Short Sea Shipping) voor internationaal transport en de opsplitsing van het aggregaat Bus-Tram-Metro in drie afzonderlijke vervoerswijzen.
De module wagenstock berekent de grootte en de samenstelling van het wagenpark. Het resultaat is een volledige beschrijving van het wagenpark per jaar, voertuigtype, leeftijd en technologie van het voertuig. De module wagenstock wordt met de nodige details weergegeven om de vervoersemissies te kunnen ramen. Door de integratie van de module wagenstock in het PLANET-model, kan de impact van een wijziging in de vaste of variabele taksen op voertuigen fijner worden berekend. Vooral de impact op het milieu is van bijzonder belang.
De satellietrekeningen transport (SRT) tonen de totale transportuitgaven in België in 2000. De SRT vormen een aanvulling op de informatie uit het centraal kader van de nationale boekhouding voor de transportactiviteiten, die er slechts gedeeltelijk in voorkomen. Het transport genereert externaliteiten die niet worden verrekend in de totale uitgaven zoals gedefinieerd in de satellietrekeningen. Dit document geeft een raming van de externe kosten van transport voor de verschillende modi en geeft een gezamenlijke analyse van de externaliteiten en de voornaamste resultaten van de SRT voor het jaar 2000. Die analyse toont het belang van de uitgaven en de externe kosten van transport, met name gegenereerd door het wegtransport. De geraamde externe kosten zijn de kosten voor luchtvervuiling, klimaatverandering, ongevallen, lawaai en congestie.
Om de negatieve impact van het transport te verminderen, moeten nieuwe maatregelen worden genomen. Dit document presenteert verschillende theoretische schema's voor rekeningrijden in België en onderzoekt de impact ervan op het transport, het milieu en de maatschappelijke welvaart aan de hand van het PLANET-model. De internalisering van de externe kosten leidt tot een duidelijke verbetering van de welvaart, maar is op korte termijn moeilijk uitvoerbaar. Om de welvaart te verbeteren, moet bij een verkeersbelasting die exclusief op vrachtwagens wordt toegepast, het niveau van de belasting verschillen naargelang van het tijdstip van de verplaatsing. Door het rekeningrijden uit te breiden naar bestelwagens, kan de welvaart worden verbeterd doordat wordt vermeden dat een deel van het goederenvervoer van vrachtwagens naar bestelwagens wordt verschoven. De veralgemening van het rekeningrijden naar alle wegvoertuigen (vrachtwagens, bestelwagens en personenwagens) verbetert sterk de maatschappelijke welvaart, de verkeerscongestie en de gemiddelde snelheid op de weg. Ze leidt echter tot een zeer sterke stijging van de transportvraag voor het spoor en BTM (Bus - Tram - Metro), die moeilijk houdbaar is gelet op de bestaande infrastructuur. De algemene toepassing van het rekeningrijden voor alle wegvoertuigen gecombineerd met de afschaffing van de subsidies voor het openbaar vervoer maakt het mogelijk de potentiële beheersproblemen voor het spoorverkeer en het BTM-verkeer te vermijden.
Een efficiënt functionerend transportsysteem is essentieel voor de economische ontwikkeling van België. Vandaag is het duidelijk dat transport niet enkel positieve bijdragen levert tot onze welvaart, maar ook negatieve effecten veroorzaakt. De vele files en verkeersongevallen en de slechte luchtkwaliteit zijn daar getuigen van. Er worden regelmatig beleidsvoorstellen geformuleerd om die problemen aan te pakken. Dit rapport wil elementen aanreiken om het beleid te ondersteunen door een beeld te schetsen van wat de toekomst zou kunnen brengen. De oefening heeft tot doel om langetermijnvooruitzichten op te stellen. Dat betekent dat er vooral aandacht besteed wordt aan de determinanten van de langetermijntrends, en minder aan cyclische bewegingen. De tijdshorizon is 2030. Uit de oefening blijkt dat voor sommige indicatoren de evolutie niet zo negatief is als vaak verwacht wordt, maar dat voor andere indicatoren het beeld weinig rooskleurig is.
Deze studie geeft een aantal resultaten van de recent gepubliceerde Satellietrekening Vervoer (Planning Paper 106) met de bedoeling om een eerste schatting te maken van de overheidsontvangsten en -uitgaven voor 1995 en 2000 die rechtstreeks te maken hebben met de vervoersactiviteit. Aan de hand van deze schattingen wordt nagegaan in welke mate de netto overdrachten van de overheid voor de verschillende vervoersmodi kunnen worden berekend.
De satellietrekeningen voor transport (SRT) geven een overzicht van de totale transportuitgaven voor België in 2000. De SRT vormen een aanvulling op de informatie uit het centraal kader van de nationale boekhouding voor de transportactiviteiten, die hierin slechts gedeeltelijk voorkomen. Daartoe verrekenen de SRT met name de transportuitgaven voor eigen rekening, die bijzonder belangrijk zijn in het kader van het wegvervoer. Ze geven ook een raming van de overheidsuitgaven voor de transportactiviteit (onderhoud en investeringen in infrastructuur, transportverzekeringen, subsidies, enz.). Bovendien evalueren de SRT de vervoersgebonden belastingen en retributies die overheidsontvangsten genereren.
Dit rapport schetst een beeld van de langet ermijn evolutie van transport in België die men kan verwachten bij gelijkblijvend beleid. Dit referentiescenario geeft aan dat de congestie- kosten sterk zullen toenemen in de toekomst en dat aanpassingen aan het beleid noodzakelijk zijn. Vervolgens gaat de nota in op de mogelijke voor- en nadelen van een aantal beleidsopties die vaak worden voorgesteld om de transportproblemen aan te pakken. Een eerste beleidsoptie richt zich op het “internaliseren” van de externe kosten van transport door middel van een aan- gepaste prijszetting voor de verschillende vervoermiddelen. Een tweede beleidsoptie wil de “duurzame” vervoermiddelen aantrekkelijker maken door hun snelheid te verhogen. De keuze van de twee opties werd gemaakt in samenwerking met de FOD Mobiliteit en Vervoer.