Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
Tools & info
Het FPB stelt enkele handige tools ter beschikking om informatie te zoeken op de website: zoekmachine, sitemap, JEL classification en keywords. Daarnaast vindt u hier ook de rubrieken m.b.t. het gebruik van cookies, ons gebruikershandvest en de mogelijkheid om een klacht in te dienen.
Het nationaal plan voor herstel en veerkracht geeft aan hoe de Europese dotatie van 5,925 miljard euro in het kader van de gelijknamige faciliteit zal worden aangewend. Het grootste deel van het Belgische plan, nl. 88 %, is rechtstreeks bestemd voor de toename van de kapitaalvoorraad van de Belgische economie, via overheidsinvesteringen en steun voor investeringen in de privésector. Op korte termijn, op het hoogtepunt van het relance-effect van het plan, zou de toename van de economische activiteit 0,2 % bedragen in vergelijking met een scenario zonder plan. Hoewel de impuls tijdelijk is, zijn er langetermijneffecten door de toename van de kapitaalvoorraad van de overheid en de steun voor O&O-activiteiten die de rendabiliteit van de kapitaalvoorraad van de ondernemingen verbeteren en de accumulatie ervan aanmoedigen. Tegen 2040 zou het bbp nog steeds 0,1 % boven het groeitraject zonder plan liggen. Deze raming houdt geen rekening met het hervormingsluik van het plan, noch met de bredere relance-, investerings- en hervormingsplannen die door de gewesten en de federale regering zijn aangekondigd, noch met het effect van buitenlandse plannen op de Belgische economie.
De Belgische overheidsinvesteringen, en in het bijzonder het deel ervan dat aan infrastructuur wordt besteed ligt relatief laag in historische context en in vergelijking met de buurlanden.. Een simulatie met het QUEST III- model van de Europese Commissie suggereert dat een permanente stijging van de overheidsinvesteringen met 0,5% van het bbp leidt tot een groei in bbp, particuliere consumptie en particuliere investeringen. De impact van alternatieve financieringsmechanismen wordt vergeleken. Ten slotte blijkt dat een budget-neutrale verschuiving van overheidsinvesteringen ten gunste van infrastructuurwerken belangrijke voordelen oplevert in termen van het bbp en zijn belangrijkste componenten, en dit reeds op middellange termijn.
Op vraag van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven heeft het Federaal Planbureau de impact onderzocht van een btw-verhoging op voeding en op alcoholvrije dranken. Dit rapport vat, op basis van een simulatie met het HERMES-model, de voornaamste macro-economische, sectorale en budgettaire resultaten samen van een verhoging van de btw-voet op beide consumptiecategorieën van 6 % tot 7 %. Aangezien de maatregel in deze simulatie niet gecompenseerd wordt door een equivalente vermindering van andere heffingen, ligt het voor de hand dat de maatregel ongunstig is voor de economische activiteit en de werkgelegenheid, maar de overheidsfinanciën ten goede komt. De budgettaire winst wordt op middellange termijn evenwel beperkt door afgeleide effecten, waardoor een belangrijk deel van de meeropbrengst gecompenseerd wordt door bijkomende overheidsuitgaven.
Met de zesde staatshervorming is een deel van de personenbelasting overgeheveld naar de gewesten. Bovendien worden in ESR2010 bepaalde fiscale uitgaven die in ESR95 gedeeltelijk verrekend werden als negatieve ontvangsten verrekend als overheidsuitgaven. Die aanpassingen rechtvaardigen een herziening van de modellering van de personenbelasting, zowel voor de korte- en middellangetermijnprojecties van het FPB als voor de impactstudies. In het nieuwe model wordt een onderscheid gemaakt tussen de ‘voorgeheven’ belasting (bedrijfsvoorheffing en voorafbetalingen) en de ‘ingekohierde’ belasting (die het verschuldigde bedrag voor de regionale en lokale opcentiemen bepaalt). Hierdoor wordt de samenhang met de macro-economie verbeterd en wordt er expliciet rekening gehouden met het ritme van de inkohieringen.
Deze studie is het antwoord op een vraag van de CRB, en meer bepaald van de bijzondere raadgevende commissie (BRC) voor het Bouwbedrijf. Het geeft de sectorale resultaten van een rapport uit 2011 van de Nationale Bank van België en het Federaal Planbureau dat het antwoord was op de vraag van de federale regering naar een globale studie inzake een fiscale hervorming, die als doel heeft de werkgelegenheid te bevorderen en de competitiviteit van de ondernemingen te ondersteunen. Conform het verzoek van de CRB beschrijven we in dit verslag uitvoerig de impact van enerzijds een btw-verhoging zonder bijkomende maatregelen en anderzijds een btw-verhoging met tijdelijke neutralisering van het effect van die verhoging op de indexering. De overige bestudeerde maatregelen worden vermeld in de bijlage, maar enkel in de vorm van resultatentabellen.
Het Federaal Planbureau heeft nieuwe vooruitzichten voor de wereldeconomie opgesteld aan de hand het NIME-model voor de periode 2013-2024. Die vooruitzichten voorspellen een beperkt economisch herstel tussen 2013 en 2016. In de loop van die periode zou de output gap van de eurozone geleidelijk verdwijnen onder invloed van de economische groei, hoewel de mondiale groei voornamelijk gedragen zou worden door landen die geen deel uitmaken van de EU, noch de Verenigde Staten of Japan. Op langere termijn zou de groei terugvallen als gevolg van een algemene vertraging van de productiviteitsgroei en door ongunstige demografische evoluties.
Merk op dat deze vooruitzichten niet gebruikt worden als inputs voor de korte- en middellangetermijnvooruitzichten van het Federaal Planbureau voor België. Die maken immers gebruik van internationale vooruitzichten van instellingen zoals de Europese Commissie, de OESO en het IMF.
Deze Working Paper onderzoekt de belangrijkste gevolgen voor de Belgische economie van verschillende vormen van 'tax shifting' die tot doel hebben de energiebelasting te verhogen en tegelijk andere heffingsvormen (vooral op arbeid) te verminderen. De resultaten van die studie tonen aan dat een dubbel dividend (toename van de werkgelegenheid en daling van het energieverbruik en de CO2-uitstoot) haalbaar is wanneer de verhoging van de energiebelasting wordt gecombineerd met een daling van de belasting op arbeid.
De wereldeconomie kreeg sinds augustus 2007 te kampen met een ernstige economische en financiële crisis. Welke hoop kunnen we hebben in de budgettaire relanceplannen nu de recessie een wereldwijd fenomeen is geworden? Zullen de in de VS en de eurozone besliste en geïmplementeerde relanceplannen adequaat blijken in het licht van de huidige systemische financiële crisis? Dit document voorziet een evaluatie van de doeltreffendheid van het budgettaire beleid en de huidige relanceplannen. Het geeft aan dat, alhoewel de budgettaire maatregelen ongetwijfeld nuttig zijn in het beperken van de schaal en de duur van de crisis, ze onvoldoende zullen blijken om een langdurige recessie gevolgd door matige heropleving te vermijden. Ten einde de doeltreffendheid van de relanceplannen te maximaliseren zouden deze moeten gepaard gaan met een soepel monetair beleid. Om de heropleving te versnellen en te ondersteunen zouden het budgettair en monetair beleid bovendien moeten aangevuld worden met maatregelen die de gezondmaking van de bancaire en financiële sectoren beogen.
Deze studie geeft een overzicht van de voornaamste effecten van verhoogde energieheffingen voor de Belgische economie. Deze variantanalyse is bedoeld als antwoord op een vraag van de Ministerraad van 14 juni 2002 (dossier ingediend door de Minister van Mobiliteit en Vervoer en de Staatssecretaris voor Energie). Op basis van die vraag worden 4 groepen scenario’s gesimuleerd.