Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
Tools & info
Het FPB stelt enkele handige tools ter beschikking om informatie te zoeken op de website: zoekmachine, sitemap, JEL classification en keywords. Daarnaast vindt u hier ook de rubrieken m.b.t. het gebruik van cookies, ons gebruikershandvest en de mogelijkheid om een klacht in te dienen.
Een macro-economische kijk op de activiteiten van multinationale ondernemingsgroepen is van bijzonder belang als leidraad voor economische beleidskeuzes in een economie als België, die een lange traditie van openheid voor buitenlandse investeringen kent. Aan de hand van macro-sectorale statistieken en een databank van ondernemingsgroepen die in België actief zijn, toont deze paper dat multinationale groepen een belangrijke plaats innemen in de Belgische economie: Belgische ondernemingen die deel uitmaken van een Belgische multinationale groep en Belgische dochterondernemingen van buitenlandse multinationals zijn samen goed voor meer dan 40 % van het bbp, 25 % van de werkgelegenheid en 75 % van de uitvoer.
Deze Working Paper onderzoekt welke socio-economische kenmerken de broeikasgasemissies in België bepalen. De analyse steunt op de PEACH2AIR-gegevensbank die de luchtverontreinigingsgegevens koppelt aan de consumptieve bestedingen van de huishoudens, zoals aangegeven in het huishoudbudgetonderzoek van 2014.
Overeenkomstig de wet van 21 december 1994 is het Federaal Planbureau (FPB), binnen het kader van het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR), verantwoordelijk voor de opmaak van de vijfjaarlijkse input-outputtabellen. In deze publicatie worden de input-outputtabellen tegen lopende prijzen voor het jaar 2015 voorgesteld, opgesteld volgens de ESR 2010-methodologie en in NACE REV. 2/ CPA 2.1.
De databank PEACH2AIR koppelt de uitstoot van broeikasgassen en verzurende gassen, van gassen die bijdragen tot troposferische ozonvorming en van zwevende deeltjes aan consumentenuitgaven in België in 2014. Het is gebaseerd op gestandaardiseerde gegevens over luchtverontreiniging (inclusief luchtemissierekeningen), input-outputtabellen en de huishoudbegrotingsenquête. Uit analyses voor 2014 blijkt dat energieproducten alsook voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken de meest luchtvervuilende uitgavencategorieën zijn.
Het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de input-outputtabellen voor het jaar 2010 tegen lopende prijzen. Overeenkomstig artikel 109 van de wet van 21 december 1994 is het Federaal Planbureau (FPB), binnen het kader van het INR, verantwoordelijk voor de opmaak van de vijfjaarlijkse input-outputtabellen.
Het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de input-outputtabellen tegen lopende prijzen voor het jaar 2010, opgesteld volgens de ESR95-methodologie en in NACE REV. 2 / CPA 2008. Samen met de aanbod- en gebruikstabellen, waarvan ze zijn afgeleid, verzekeren de input-outputtabellen de coherentie van de nationale rekeningen. De voorliggende tabellen zijn coherent met de Nationale rekeningen, Deel 2 – Gedetailleerde rekeningen en tabellen 2012, die in oktober 2013 door het INR werden gepubliceerd. De input-outputtabellen zijn tevens een analyse-instrument ten behoeve van het beleid, voor de studie van intersectorale relaties en voor directe en indirecte impactstudies.
Bij het gebruik van Aanbod- en Gebruikstabellen (AGT) en Input-Outputtabellen (IOT) die opgemaakt zijn op basis van verschillende versies van de Nationale Rekeningen (NR), ontstaat, als gevolg van herzieningen in de NR, een probleem van coherentie in de tijd. In deze paper wordt de methodologie beschreven die gevolgd werd bij de opmaak van een coherente tijdreeks van AGT en IOT voor de periode 1995-2007, vertrekkend van de NR gepubliceerd in november 2010.
Deze Working Paper ontleedt de groei van de totale factorproductiviteit op bedrijfstakniveau, i.e. het gedeelte van de outputgroei dat niet toegeschreven kan worden aan de groei van de productiefactoren, op basis van Belgische bedrijfstakgegevens voor de periode 2000-2008. Die ontleding maakt het mogelijk te achterhalen in welke mate de productiviteitsgroei in een bepaalde bedrijfstak afkomstig is van veranderingen in productiviteit op bedrijfsniveau, van de herverdeling van marktaandeel tussen bestaande bedrijven of van de bedrijfstoetredingen en -uittredingen.
Deze Working Paper behandelt de raming van de directe, de binnenlandse intersectorale en de internationale O&O-voorraden voor 25 Belgische bedrijfstakken over de periode 1995-2007. Er worden twee categorieën voorraden opgesteld om potentiële rent spillovers en kennisspillovers te ramen. De binnenlandse intersectorale en de buitenlandse O&O-voorraden worden gewogen op basis van de aanbod- en gebruikstabellen en gegevens inzake internationale handel om de rent spillovers te ramen (via intermediaire consumptie) en op basis van matrices van internationale octrooicitaties voor de kennisspillovers.
Het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de input-outputtabellen tegen lopende prijzen voor het jaar 2005, opgesteld volgens de ESR95-methodologie. Overeenkomstig de wet van 21 december 1994 is het Federaal Planbureau (FPB), binnen het kader van het INR, verantwoordelijk voor de opmaak van de vijfjaarlijkse input-outputtabellen. In de voorliggende publicatie wordt de methodologie die werd gevolgd bij de opmaak van de input-outputtabellen beschreven en worden resultaten getoond op 6x6 niveau. Meer gedetailleerde tabellen zijn (sedert eind maart 2010) beschikbaar op de website van het FPB. Het input-outputsysteem beschrijft op gedetailleerde wijze het productieproces en de goederen- en dienstenstromen in de Belgische economie. Samen met de aanbod- en gebruikstabellen, waarvan ze zijn afgeleid, verzekeren de input-outputtabellen de coherentie van de nationale rekeningen. Ze zijn tevens een analyse-instrument ten behoeve van het beleid, voor de studie van intersectorale relaties en voor directe en indirecte impactstudies. De laatste jaren wordt een revival in het gebruik van input-outputtabellen waargenomen, onder meer voor analyses in het domein van globalisering en milieu-economie.
In het kader van de toenemende economische mondialisering vormt delokalisatie het onderwerp van een levendig debat dat zowel ingaat op de oorzaken en de omvang ervan als op de gevolgen voor industrielanden zoals België. Deze studie van het Federaal Planbureau wil op twee manieren bijdragen tot dit debat: er wordt een updating gegeven van de definitie van het begrip delokalisatie (‘offshoring’ in het Engels) en er worden, aan de hand van de statistieken van de buitenlandse handel voor België, een reeks indicatoren aangereikt om het fenomeen indirect te meten.
This paper presents the methodology for the compilation of a time series of supply and use tables for Belgium in current and constant prices for the period 1995-2002. These data have been produced at the Belgian Federal Planning Bureau within the framework of the EUKLEMS project and constitute an input for the project’s productivity database. The compilation of the time series was based on national accounts data and existing supply and use tables. The methodology consisted in splitting several industries and products, adapting existing data to the latest national accounts revisions, estimating missing tables as well as deflating current price supply and use tables.
This Working Paper presents the different methodologies currently used to construct a volume index of capital services and analyzes the effects of methodological changes on capital services and total factor productivity estimates for Belgium over the period 1970-2004. The measurement of capital services is realized in two steps. First, productive capital stocks have to be estimated for each type of asset. Two methodologies are generally used: the geometric and the hyperbolic profile. Secondly, these stocks are aggregated, using the user costs of capital (exante or ex-post approach) as weights to derive an overall index. For the economy as a whole and the entire period, under an ex-post approach, the volume indices of capital services estimated with a hyperbolic age-efficiency profile grow at a higher rate than the indices estimated with a geometric profile. This general conclusion is, however, not observed in every sector. Under an ex-ante approach, the different volume indices are quite similar for the whole economy, even if the indices grow generally at a slightly higher rate in the case of a geometric pattern. A higher growth rate of the volume indices generates a higher capital contribution and, consequently, a lower TFP contribution. Over long periods of time, the different TFP estimates are relatively similar. Over shorter periods, the different methodologies generate more significant variations in the TFP contribution.
De Belgische input-outputtabel van 2000 werd onderworpen aan een traditionele input-output analyse. Bij deze analyse wordt een vergelijking gemaakt met de tabel van 1995 om economische evoluties te onderzoeken. Dit onderzoek is eenvoudiger dan een gelijkaardige vergelijking van de tabellen voor 1995 en 1990 in een vorige Paper, aangezien de tabellen voor 2000 en 1995 allebei opgesteld werden volgens het esr 1995 stelsel van nationale rekeningen.
Deze studie toont de evolutie van de productie van en de vraag naar alcoholhoudende dranken in België tussen 1995 en 2000. Daarnaast wordt de BBP-bijdrage van de productie en distributie van alcoholhoudende dranken geschat. Dit gebeurt op basis van de input-output tabel voor het jaar 1995.
In deze studie worden de uitgaven voor milieubescherming en de lucht- en watervervuiling in België bestudeerd vanuit het kader van de milieurekeningen. De milieurekeningen laten toe om milieugegevens aan economische data te koppelen, wat hen een uitgelezen werkinstrument maakt voor het beleid inzake duurzame ontwikkeling.