Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
Publicaties
Om de transparantie en informatieverstrekking te bevorderen, publiceert het FPB regelmatig de methoden en resultaten van zijn werkzaamheden. De publicaties verschijnen in verschillende reeksen, zoals de Vooruitzichten, de Working Papers en de Planning Papers. Sommige rapporten kunnen ook hier geraadpleegd worden, evenals de nieuwsbrieven van de Short Term Update die tot 2015 werden gepubliceerd. U kunt op thema, publicatietype, auteur en jaar zoeken.
Het doel van deze nota is tweeledig: enerzijds de financiële structuur van de ondernemingen op sectorniveau en anderzijds de financiële fragiliteit van de ondernemingen vóór de financiële crisis berekenen. Een updating zal gebeuren voor het boekjaar 2010.
Working Papers - Working Paper 05-10 (nl),
Aan de vooravond van de vergrijzing, met de naoorlogse babyboomgeneratie die de pensioenleeftijd bereikt en dit in een context van toenemende levensverwachting, is het politiek en maatschappelijk debat over de toekomst van de pensioenen volop aan de gang. In dat kader is het interessant om het huidige wettelijke pensioensysteem in kaart te brengen. Met deze Pa ‐ per trachten we hieraan tegemoet te komen via een beschrijving van de eerstepijlerpensioenen op basis van statistieken over de uitbetaalde pensioenen.
Working Papers - Working Paper 04-10 (fr), (nl),
According to our February forecast, quarterly GDP growth should remain limited to 0.3% on average in the course of 2010, which is about half of the quarterly growth in the second half of 2009. This slowdown is in line with the international business cycle, which should temporarily lose momentum to the extent that monetary and budgetary stimuli fade and restocking comes to an end. In the course of 2011, exports should pick up and domestic demand should gain momentum, resulting in average quarterly GDP growth of 0.6%. On a yearly basis, Belgian GDP should increase by 1.4% in 2010 and 1.7% in 2011, after a drop of 3% last year. This means that real GDP should remain below its pre-crisis level until late 2011.
Net job losses reached 23 200 persons on average in 2009 and should add up to 46 100 this year. This trend should reverse in 2011, with a net creation of 8 600 jobs. Given the evolution of the labour force, the number of unemployed (broad administrative definition) should increase by 52 900 persons this year (after going up by 45 000 persons in 2009) and by almost 29 000 persons in 2011. As a result, the harmonised Eurostat unemployment rate (which is based on labour force surveys) is expected to reach 8.8% in 2011, compared to 7% in 2008.
Headline inflation in Belgium, as measured by yoy growth of the national index of consumer prices, was negative from May to November 2009, which was mainly due to the negative impact of energy prices. As a result, overall inflation remained just below zero in 2009. At the end of last year, the base effect of the drop in energy prices had disappeared. Combined with a gradual increase in oil prices, headline inflation should rise to 1.7% in 2010 according to our inflation forecast of March.
Afgesloten reeksen - Short Term Update 01-10 (en),
Deze paper heeft tot doel de productmarktconcurrentie van de Belgische economie te beschrijven voor de periode 1997-2004 en het oorzakelijk verband met de marktregulering aan te tonen. De analyse gebeurde op bedrijfstakniveau, voor geselecteerde nijverheden en diensten. De nadruk ligt op de winstelasticiteit (PE), het meten van concurrentie (the ‘Boone’ indicator) en de gemiddelde rendabiliteit (GR) (een benadering van de mark-up). We hebben de OESO-Regimimpact-indicator toegepast als een proxy voor de regulering. We geven enkele gestileerde feiten voor België in vergelijking met geselecteerde EU-landen; en via een econometrische oefening illustreren we het potentieel aan regulering als een verklarende variabele voor het concurrentievermogen.
Working Papers - Working Paper 03-10 (en),
De module wagenstock berekent de grootte en de samenstelling van het wagenpark. Het resultaat is een volledige beschrijving van het wagenpark per jaar, voertuigtype, leeftijd en technologie van het voertuig. De module wagenstock wordt met de nodige details weergegeven om de vervoersemissies te kunnen ramen. Door de integratie van de module wagenstock in het PLANET-model, kan de impact van een wijziging in de vaste of variabele taksen op voertuigen fijner worden berekend. Vooral de impact op het milieu is van bijzonder belang.
Working Papers - Working Paper 02-10 (en),
Deze Working Paper onderzoekt de resultaten van het Waals innovatiesysteem in 2009. Deze publicatie is het resultaat van een overeenkomst die reeds jaren geleden werd gesloten tussen het Federaal Planbureau en l’Administration wallonne de la recherche. Het onderzoek is toegespitst op de 6 dimensies van het innovatiesysteem: kennisontwikkeling, human resources, valorisatie van O&O, absorptiecapaciteit van de innovatie, ondernemerschap en financieringscapaciteit. Die pijlers worden geëvalueerd door de resultaten van het Waals innovatiesysteem te vergelijken met de resultaten van de innovatiesystemen van andere landen en Europese regio’s met een vergelijkbaar industrieel erfgoed als dat van Wallonië.
Working Papers - Working Paper 01-10 (fr),
Overeenkomstig de wet van 21 december 1994 heeft het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) de cijfers van de economische begroting meegedeeld aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen. Volgens de gangbare procedure heeft het Federaal Planbureau (FPB) een voorstel van economische begroting voorgelegd aan het wetenschappelijk comité en aan de raad van bestuur van het INR. Laatstgenoemde keurt de definitieve cijfers goed en draagt de eindverantwoordelijkheid. Het wetenschappelijk comité heeft een gunstig advies uitgebracht over de economische begroting.
Deze vooruitzichten werden voltooid op 10 februari 2010.
Vooruitzichten - Economic forecasts 2010-2011 (2) (fr), (nl),
Op vraag van de ministerraad en in samenwerking met de Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging, heeft het Federaal Planbureau de kosten van de administratieve lasten die wegen op de ondernemingen en de zelfstandigen van België geschat voor het jaar 2008. Die schatting is uitgevoerd met behulp van een enquête gericht aan een representatieve steekproef van de te bestuderen populatie. Dat is dezelfde techniek als bij de vorige enquêtes waarin de administratieve lasten voor 2000, 2002, 2004 en 2006 werden geëvalueerd. Naast het kwantitatieve luik bevat de enquête ook een belangrijk kwalitatief luik, waarmee de mening van de ondernemingen en de zelfstandigen over de problematiek van de administratieve lasten kan weergegeven worden. Dit rapport heeft als doel de kwantitatieve en kwalitatieve trends te beschrijven, zonder er de oorzaken van na te gaan. Het geeft dus geen enkele verklaring van de perceptie van de administratieve lasten bij de ondernemingen en de zelfstandigen.
Afgesloten reeksen - Planning Paper 108 (fr), (nl),
Het eerste deel van deze studie omvat een herziening van de algemene methode voor de opmaak van de prospectieve sterftequotiënten voor de hoge leeftijden, zoals voorgesteld in WP20 van 2004. Bijzondere aandacht werd besteed aan de gevoeligheid van de resultaten voor de belangrijkste parameters. Daarna volgt een projectie per geslacht waarin de nieuwe waarnemingen voor de jaren 2002 tot 2007 zijn opgenomen.
In het tweede deel wordt een berekeningsmethode voor de uniseks prospectieve sterftequotiënten ontwikkeld die gebaseerd is op een theoretische opdeling van de bevolking naar geslacht. De resultaten van de uniseks projectie die voortvloeien uit die nieuwe methode worden voorgesteld en vergeleken met de resultaten van de klassieke methode.
Working Papers - Working Paper 18-09 (mix),
Deze studie definieert verdelingsmogelijkheden van de doelstellingen en overheidsontvangsten uit het klimaat en energiepakket die verenigbaar zijn met beginselen van duurzame ontwikkeling. Zo draagt zij bij aan het denken van de experts over die verdelingsmogelijkheden terwijl zij het aan de beleidsmakers overlaat om daaruit een keuze te maken.
De voorliggende studie geeft een antwoord op de vraag van de heer Magnette, federaal minister van Klimaat en Energie, bevoegd voor Duurzame Ontwikkeling. In december 2008 heeft hij het Federaal Planbureau gevraagd naar een studie over de mogelijkheden om de doelstellingen en overheidsontvangsten uit het "pakket uitvoeringsmaatregelen voor de EU-doelstellingen inzake klimaatverandering en hernieuwbare energie voor 2020", ook het "klimaat en energiepakket" geheten, te verdelen voor België.
Working Papers - Working Paper 17-09 (fr), (nl),
This study attempts to measure the impact of industry-level wage bargaining on individual wages in Belgium. The results indicate that industry wage bargaining increases decided collectively at the industry level are, on average, fully passed on to actual wages. Moreover, industry wage bargaining seems to coexist along with a wage drift affected by company size, the economic performance of the industry and labour market tensions.
Artikels - Article 2009122103
This study is devoted to the analysis of the main effects on the Belgian economy, for the period 2010-2020, of various forms of tax-shifting aimed at increasing taxes on energy and, simultaneously, decreasing other forms of taxation. All these variants have been simulated using the FPB’s medium-term model for Belgian economy (HERMES).
Artikels - Article 2009122102
By the end of 2009, all Member States of the EU must have transposed the Services directive into national law. This will constitute a major step forward in the completion of the legal framework for the internal market, but its economic impact is expected to be relatively small. It may lead to double-digit export growth for certain services branches. The small scale of these exports, however, gives rise to a weak impact on turnover, value added and employment.
Artikels - Article 2009122101
Dankzij haar dubbele doelstelling (broeikasgasemissiereductie en hernieuwbare-energieontwikkeling) heeft het Europese Energie/Klimaatpakket een positieve invloed op de afhankelijkheid van België ten opzichte van fossiele energiebronnen en dus op de energetische bevoorradingszekerheid. De netto-invoer van fossiele brandstoffen (olie, aardgas en steenkool) zou in 2020 met 9% verminderd kunnen worden ten opzichte van een projectie bij ongewijzigd beleid. Daarenboven kan in 2020 een besparing in de orde van één miljard euro gerealiseerd worden op de energetische invoer van België, de bijkomende invoer van biomassa inbegrepen. Daarenboven heeft de dubbele doelstelling van het Energie/Klimaatpakket nog een ander voordeel : ze laat toe een evenwichtige energiemix te bewaren in de elektriciteitsproductie en zo een stormloop op aardgas te vermijden. De toename van aardgasinvoer tussen 2005 en 2020 zou slechts 11% belopen, terwijl dit in de projectie bij ongewijzigd beleid nog 21% is.
Working Papers - Working Paper 16-09 (en),
In view of the new round of stability and convergence programmes (SCP) by the EMU member states, the FPB transmitted a medium-term outlook for the Belgian economy to the federal government. In this outlook, the short-term international assumptions are based on the November forecasts of the EC. These assumptions result in a gradual recovery of Belgian GDP in 2010 (0.8%) and 2011 (1.6%), after a decline of 3.1% in 2009. More information on this simulation can be found on pages 5-6.
As world trade appears to recover at a faster pace than expected in the EC outlook, the FPB produced a technical update of the SCP-simulation. This second simulation results in relatively stronger Belgian economic growth in 2010 and 2011 (1.1% and 1.7% respectively). From 2012 to 2014 economic growth is expected to be 2.1% on average, which might not be sufficient to close the output gap by 2014. Comments in the next paragraphs are based on this exercise.
Private demand was heavily affected by the financial and economic crisis. Private consumption suffered from a lack of confidence which brought an important increase along in the savings rate in 2009. In the medium term, consumption growth should gradually recover but remain below 2%. Gross fixed capital formation plummeted in 2009 and is unlikely to recover soon as idle production capacity is still abundant. From 2011 to 2014, average investment growth should amount to 2.1%. Exports declined by more than 10% in 2009, but should recover from 2010 onwards and reach an average growth rate of 4.4% from 2011 to 2014.
As employment typically reacts with a lag to the business cycle, the decrease in employment should even be stronger in 2010 than in 2009, before increasing gradually from 2011 onwards. The (broad administrative) unemployment rate should increase by 2.5 percentage points in 3 years and reach 14.3% in 2011. From 2012 onwards the unemployment rate should diminish somewhat, but total administrative unemployment should still amount to more than 730 000 persons in 2014 (130 000 persons more than in 2008).
Due to the recession the public deficit increased to 5.8% of GDP in 2009. Under an unchanged policy assumption the net public financing requirement should decline by 0.6% of GDP in 2010 and roughly stabilise somewhat below 5.5% in the medium term.
STU 04-09 was finalised on 21 December 2009.
Afgesloten reeksen - Short Term Update 04-09 (en),
De satellietrekeningen transport (SRT) tonen de totale transportuitgaven in België in 2000. De SRT vormen een aanvulling op de informatie uit het centraal kader van de nationale boekhouding voor de transportactiviteiten, die er slechts gedeeltelijk in voorkomen. Het transport genereert externaliteiten die niet worden verrekend in de totale uitgaven zoals gedefinieerd in de satellietrekeningen. Dit document geeft een raming van de externe kosten van transport voor de verschillende modi en geeft een gezamenlijke analyse van de externaliteiten en de voornaamste resultaten van de SRT voor het jaar 2000. Die analyse toont het belang van de uitgaven en de externe kosten van transport, met name gegenereerd door het wegtransport. De geraamde externe kosten zijn de kosten voor luchtvervuiling, klimaatverandering, ongevallen, lawaai en congestie.
Working Papers - Working Paper 15-09 (fr),
Om de negatieve impact van het transport te verminderen, moeten nieuwe maatregelen worden genomen. Dit document presenteert verschillende theoretische schema's voor rekeningrijden in België en onderzoekt de impact ervan op het transport, het milieu en de maatschappelijke welvaart aan de hand van het PLANET-model. De internalisering van de externe kosten leidt tot een duidelijke verbetering van de welvaart, maar is op korte termijn moeilijk uitvoerbaar. Om de welvaart te verbeteren, moet bij een verkeersbelasting die exclusief op vrachtwagens wordt toegepast, het niveau van de belasting verschillen naargelang van het tijdstip van de verplaatsing. Door het rekeningrijden uit te breiden naar bestelwagens, kan de welvaart worden verbeterd doordat wordt vermeden dat een deel van het goederenvervoer van vrachtwagens naar bestelwagens wordt verschoven. De veralgemening van het rekeningrijden naar alle wegvoertuigen (vrachtwagens, bestelwagens en personenwagens) verbetert sterk de maatschappelijke welvaart, de verkeerscongestie en de gemiddelde snelheid op de weg. Ze leidt echter tot een zeer sterke stijging van de transportvraag voor het spoor en BTM (Bus - Tram - Metro), die moeilijk houdbaar is gelet op de bestaande infrastructuur. De algemene toepassing van het rekeningrijden voor alle wegvoertuigen gecombineerd met de afschaffing van de subsidies voor het openbaar vervoer maakt het mogelijk de potentiële beheersproblemen voor het spoorverkeer en het BTM-verkeer te vermijden.
Working Papers - Working Paper 14-09 (fr),
Deze paper raamt de gecumuleerde (directe en indirecte) wergelegenheid gegenereerd door de milieu-industrie in België. Op basis van de Belgische input-output tabel van 2000 en gedetailleerde werkgelegenheidsgegevens (SAM sub-matrix), wordt de tewerkstelling in de milieu-industrie onder de loep genomen. Daarbij worden werkenden onderscheiden naar geslacht en opleidingsniveau of een combinatie van beide. De analyse van de werkgelegenheidsmultiplicatoren legt enkele interessante verschillen bloot tussen de tewerkstelling in de milieu-industrie en die in de gehele economie, dit zowel wat betreft geslacht als opleidingsniveau.
Working Papers - Working Paper 13-09 (en),
De lidstaten van de Europese Unie moeten tegen eind december 2009 de richtlijn 2006/123/EG betreffende diensten op de interne markt omzetten. Die richtlijn is er in hoofdzaak op gericht de belemmeringen op de vrijheid van vestiging en de ontwikkeling van het dienstenverkeer tussen de landen van de Unie op te heffen. In dat kader werd aan de lidstaten gevraagd hun wetgeving te evalueren en de aspecten die in tegenspraak zijn met de bepalingen uit de richtlijn te wijzigen.
In België werd, parallel aan dit proces, aan het Federaal Planbureau (FPB) en de Nationale Bank van België (NBB) gevraagd een studie te maken over de potentiële gevolgen van die richtlijn voor de economie. De studie stond onder toezicht van een begeleidingscomité samengesteld uit de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB), de Nationale Arbeidsraad (NAR) en de gewestelijke Economische en Sociale Raden. Het voorliggende rapport is de synthese van dit gezamenlijke werk.
Andere publicaties - BOOK_09_01 (fr), (nl),
De studie over de perspectieven van elektriciteitsbevoorrading (prospectieve studie) 2008-2017 kadert in de continuïteit van de indicatieve programma’s die uitgewerkt werden door de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG), en ligt in de lijn van de studies die werden uitgevoerd door het Federaal Planbureau (FPB) in het kader van de “Planning Papers” betreffende de energieperspectieven van België en van de werken die gerealiseerd werden ter ondersteuning van verschillende studies, zoals de Post Kyoto studie of de studie voor de Commissie Energie 2030.
Andere publicaties - EPE 2008-2017 - Final report (fr), (nl),
Working Papers - Working Paper 12-09 (fr),
Deze Working Paper onderzoekt de belangrijkste gevolgen voor de Belgische economie van verschillende vormen van 'tax shifting' die tot doel hebben de energiebelasting te verhogen en tegelijk andere heffingsvormen (vooral op arbeid) te verminderen. De resultaten van die studie tonen aan dat een dubbel dividend (toename van de werkgelegenheid en daling van het energieverbruik en de CO2-uitstoot) haalbaar is wanneer de verhoging van de energiebelasting wordt gecombineerd met een daling van de belasting op arbeid.
Working Papers - Working Paper 11-09 (fr),
Indicatoren, doelstellingen en visies van duurzame ontwikkeling, het Federaal rapport inzake duurzame ontwikkeling 2009, is een bijdrage tot het brede debat over indicatoren waarmee samenlevingen hun vooruitgang kunnen meten en daarover kunnen debateren.
Het rapport is gericht op de studie van een tabel met indicatoren van duurzame ontwikkeling (IDO’s). Die tabel toont in welke mate België op weg is om een aantal strategische doelstellingen van duurzame ontwikkeling (SDDO’s) te bereiken. Het rapport onderzoekt ook de keuze van die strategische doelstellingen in het kader van langetermijnvisies over de evolutie van de samenleving, het milieu, de economie en het overheidsbeleid.
Rapporten - Sustainable development Report 2009 - Folder (de), (en), (fr), (nl),
Rapporten - Sustainable development Report 2009 (fr), (nl),
After the escalation of the financial crisis in September 2008, the industrialised countries were pulled into a deep recession. The main uncertainty that currently surrounds economic forecasts concerns the robustness of the international economic recovery. In fact, monetary and fiscal policies have been able to stabilise the world economy more rapidly than expected, but it remains difficult to predict whether the economic recovery is able to withstand the fading out of the impact of the economic stimulus measures.
According to our September forecast, Belgian GDP growth should become slightly positive in the second half of 2009. In the course of 2010, economic growth should also be supported by domestic demand. Quarterly GDP growth should pick up further in the course of 2011 and reach 0.6%. This will result in annual GDP growth rates amounting to 0.4% in 2010 and 1.9% in 2011, after a drop of 3.1% this year.
Whereas total net job creation still amounted to 71 200 persons on average last year, 34 600 jobs should be lost this year. In 2010, job losses should add up to 58 900 on average. In 2011, a net job creation of 17 600 persons on average is expected. Given the evolution of the labour force, the number of unemployed (broad administrative definition) should increase by 53 900 persons this year, by 98 400 next year and a further 23 300 persons in 2011. As a result, the harmonized Eurostat unemployment rate (which is based on labour force surveys) is expected to reach 9.6 % in 2011, compared to 7% in 2008.
According to our inflation update of October, headline inflation (as measured by yoy growth of the national index of consumer prices) has become negative since May and should remain so until November 2009. The yoy decrease of the index results from the price evolution of a limited number of products and is temporary. Underlying inflation should cool down further as a reaction to weak economic activity and the gradual pass through of lower energy prices into the prices of other goods and services, but should remain clearly positive. This year, inflation should be zero on average, mainly due to the negative impact of energy prices. As oil prices should increase gradually, their negative impact on inflation should disappear, resulting in a rise in inflation to 1.3% in 2010, despite the decrease in underlying inflation (from 2% in 2009 to slightly above 1% in the second half of 2010).
STU 3-09 was finalised on 6 October 2009
Afgesloten reeksen - Short Term Update 03-09 (en),