Page Title

Publicaties

Om de transparantie en informatieverstrekking te bevorderen, publiceert het FPB regelmatig de methoden en resultaten van zijn werkzaamheden. De publicaties verschijnen in verschillende reeksen, zoals de Vooruitzichten, de Working Papers en de Planning Papers. Sommige rapporten kunnen ook hier geraadpleegd worden, evenals de nieuwsbrieven van de Short Term Update die tot 2015 werden gepubliceerd. U kunt op thema, publicatietype, auteur en jaar zoeken.

De administratieve lasten in België voor het jaar 2008 [ Planning Paper 108 - ]

Op vraag van de ministerraad en in samenwerking met de Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging, heeft het Federaal Planbureau de kosten van de administratieve lasten die wegen op de ondernemingen en de zelfstandigen van België geschat voor het jaar 2008. Die schatting is uitgevoerd met behulp van een enquête gericht aan een representatieve steekproef van de te bestuderen populatie. Dat is dezelfde techniek als bij de vorige enquêtes waarin de administratieve lasten voor 2000, 2002, 2004 en 2006 werden geëvalueerd. Naast het kwantitatieve  luik bevat de enquête ook een belangrijk kwalitatief luik, waarmee de mening van de ondernemingen en de zelfstandigen over de problematiek van de administratieve lasten kan weergegeven worden. Dit rapport heeft als doel de kwantitatieve en kwalitatieve trends te beschrijven, zonder er de oorzaken van na te gaan. Het geeft dus geen enkele verklaring van de perceptie van de administratieve lasten bij de ondernemingen en de zelfstandigen.

  Auteurs


 
A : Auteur, C : Contribuant

  Publicatietype

Afgesloten reeksen

In de Planning Papers werden afgeronde studies over thema's van ruimer belang gepresenteerd. De reeks is gesloten sinds 2022.
De Short Term Update (STU) was een driemaandelijkse nieuwsbrief met een actueel overzicht van de Belgische economie en de lopende studies van het FPB.  De reeks is gesloten sinds 2015.

De administratieve lasten die wegen op de ondernemingen in 2008 worden geraamd op 4,58 miljard euro of 1,33 % van het bbp. Voor de zelfstandigen worden zij geschat op 1,34 miljard euro of 0,39 % van het bbp. In vergelijking met de enquête van twee jaar geleden blijkt uit de resultaten voor 2008 dat de totale kosten van de administratieve lasten dalen van 7,69 miljard euro in 2006 naar 5,92 miljard in 2008. Die evolutie vloeit voort uit een uiteenlopende beweging. Enerzijds dalen de totale kosten voor de ondernemingen duidelijk en anderzijds stijgen de totale kosten lichtjes voor de zelfstandigen. Uitgedrukt in percentage van het bbp, blijft het relatieve totale gewicht van de administratieve lasten voor de ondernemingen en de zelfstandigen echter verder dalen. Het bedraagt 1,72 % in 2008, na 2,44 % in 2006, 2,57 % in 2004, 3,43 % in 2002 en 3,48 % in 2000.

De daling van de kosten van de administratieve lasten voor de ondernemingen, in absolute waarde, is toe te schrijven aan de dalende kosten van de administratieve lasten voor de drie regelgevingsdomeinen, maar het zijn de fiscale lasten die proportioneel het meest dalen. Dat regelgevingsdomein zorgt evenwel nog steeds voor het grootste deel van de kosten voor de administratieve lasten voor de ondernemingen. Voor de zelfstandigen stijgen de kosten van de administratieve lasten gegenereerd door de twee grote domeinen die hen aanbelangen, maar de administratieve lasten voor de milieuregelgeving stijgen proportioneel het meest.

De fiscale regelgeving blijft echter verantwoordelijk voor het grootste deel van de totale administratieve kosten voor de zelfstandigen.

Zoals in de vorige enquêtes lijken de kleine ondernemingen het meest getroffen  te worden door de administratieve lasten, ongeacht of het gewicht van de lasten gemeten wordt in percentage van de omzet of per werknemer.

Uit de vergelijking van de resultaten van de laatste twee enquêtes blijkt dat de kosten per werknemer dalen voor alle ondernemingsgroottes, maar vooral voor de kleine en middelgrote ondernemingen. Voor de middelgrote ondernemingen is de daling aanzienlijk voor alle regelgevingsdomeinen, maar in het bijzonder voor de tewerkstelling. Voor de kleine ondernemingen is de daling het meest opvallend voor de fiscaliteit. De gemiddelde kosten voor de zelfstandigen, die in stijgende lijn gaan, blijven echter onder de gemiddelde kosten per werknemer bij de kleine ondernemingen. Het verschil tussen beide kosten dat vooral groot was in 2006, is opnieuw verminderd in 2008.

De ondernemingen van het Vlaams Gewest stellen dat ze gemiddeld de hoogste kosten per werknemer hebben en de Brusselse ondernemingen verklaren dat ze de zwakste gemiddelde kosten per werknemer hebben. In de drie gewesten genereert de fiscale regelgeving het grootste deel van de gemiddelde kosten per werknemer en de milieuregelgeving het kleinste deel. De Vlaamse zelfstandigen stellen dat ze de hoogste gemiddelde kosten hebben, gevolgd door de Waalse zelfstandigen en tot slot de Brusselse zelfstandigen. Als we de gemiddelde kosten in absolute waarde (in duizend euro) bekijken, hebben de zelfstandigen van de landbouwsector de hoogste gemiddelde kosten en die uit de bouwsector de laagste gemiddelde kosten.

Ten opzichte van de vorige enquête zijn de gemiddelde kosten van de ondernemingen in gelijke mate gedaald in het Waals en het Vlaams Gewest, vooral dankzij een daling van de fiscale administratieve lasten, maar gestegen in het Brussels Gewest waar de toename van de administratieve lasten merkbaar is in alle regelgevingsdomeinen, maar vooral uitgesproken voor de tewerkstelling. De stijgende trend is zichtbaar voor de gemiddelde kosten van de Vlaamse en Waalse zelfstandigen.

In 2008, net zoals in de vorige enquêtes, menen de zelfstandigen en de ondernemingen vooral dat de administratieve lasten in de loop van de voorbije twee jaar gestegen zijn. Bij de ondernemingen is die mening echter minder uitgesproken in 2008 dan in 2006 voor de tewerkstelling en de fiscaliteit. De mening blijft stabiel voor het milieu. Uit de meest recente enquête blijkt echter dat dit gevoel van stijgende lasten ietwat minder sterk wordt bij de zelfstandigen van wie de resultaten terugvallen tot het niveau van de enquête van 2004.

Naast het kwantitatieve luik, bevat de enquête ook een belangrijk kwalitatief luik waarmee de mening van de ondernemingen en de zelfstandigen over de kwaliteit van de regelgeving en over hun contacten met de administratie die bevoegd is voor de regelgeving kan worden weergegeven.

Een vaststelling die in de vijf enquêtes zowel bij de ondernemingen als bij de zelfstandigen naar voren komt, is dat men in het algemeen meer tevreden is over de contacten met de betrokken administratie dan over de regelgevingen op zich. Over de vijf enquêtes bekeken, behalen dezelfde stellingen, bij de ondernemingen en de zelfstandigen, de beste scores. Die stellingen hebben betrekking op de bekendmaking van de regelgevingen (tijdig meegedeeld en voordat ze zijn goedgekeurd) en de kwaliteit van de antwoorden door de bevoegde administratie (naleving van de antwoordtermijn en antwoorden die voldoen aan de behoeften). Bij de ondernemingen is de betere beoordeling over de kwaliteit van de regelgeving vooral merkbaar voor de tewerkstelling, terwijl de kwaliteit van de contacten met de administratie vooral beter beoordeeld wordt voor de milieuregelgeving. De zelfstandigen zijn van mening dat de kwaliteit van de regelgeving en van de contacten met de administratie verbetert, vooral voor de fiscaliteit, met betere scores voor alle stellingen.

  Verwante documenten

    None

  Beschikbare gegevens

None

Please do not visit, its a trap for bots