Page Title

Publicaties

Om de transparantie en informatieverstrekking te bevorderen, publiceert het FPB regelmatig de methoden en resultaten van zijn werkzaamheden. De publicaties verschijnen in verschillende reeksen, zoals de Vooruitzichten, de Working Papers en de Planning Papers. Sommige rapporten kunnen ook hier geraadpleegd worden, evenals de nieuwsbrieven van de Short Term Update die tot 2015 werden gepubliceerd. U kunt op thema, publicatietype, auteur en jaar zoeken.

De pensioenhervorming : Een nieuwe generatie en een nieuw contract [ Planning Paper 82 - ]

Vanaf het einde van de tweede wereldoorlog bedroeg het geboortecijfer gemiddeld 150.000 kinderen per jaar. Midden de ‘60 jaren is dit geboortecijfer gaan dalen tot amper 120.000 tijdens het laatste decennium.

  Auteurs

Marie-Jeanne Festjens (A)
 
A : Auteur, C : Contribuant

  Publicatietype

Afgesloten reeksen

In de Planning Papers werden afgeronde studies over thema's van ruimer belang gepresenteerd. De reeks is gesloten sinds 2022.
De Short Term Update (STU) was een driemaandelijkse nieuwsbrief met een actueel overzicht van de Belgische economie en de lopende studies van het FPB.  De reeks is gesloten sinds 2015.

Die naoorlogse babyboom zorgde in de 50’ en 60’ jaren voor een uitbreiding van het aantal schoolkinderen. Vanaf halverwege de 60’ jaren boden die naoorlogse kinderen zich aan op de arbeidsmarkt, nog eens aangedikt met de toenemende vrouwelijke beroepsdeelname. Zij financieren de uitbouw van de sociale zekerheid tot het weeldemodel dat wij kennen in de jaren ‘70. De tanende economische groei na de eerste en tweede olieschok kan de toestroom van de jonge werkkrachten niet meer tewerkstellen, met het hoog aantal werklozen van vandaag als gevolg.

Vanaf 2005-2010 bereikt de naoorlogse babyboom, wiens levensduur ondertussen zienderogen is toegenomen, de derde en vierde leeftijd. Tegelijkertijd zijn de lage geboorten sedert de 60’ jaren opgeschoven tot de beroepsbevolking. De demografische verschuivingen krijgen vanaf 2010 bijzondere afmetingen wanneer het pensioen van die omvangrijke groep senioren moet gefinancierd worden door de uitgedunde generaties in de beroepsleeftijd. Hun verhouding zal zich de komende 40 jaren nagenoeg verdubbelen.

De studie “De demografische veroudering” beschrijft de opbouw van de recentste bevolkingsvooruitzichten 1995-2050 (oktober 1996) en analyseert de sociaal-demografische verschuiving in de samenleving van de volgende halve eeuw.

Een langetermijnverkenning

Alhoewel de demografische veroudering onmiskenbaar een grote invloed heeft moet de omvang van de pensioenproblematiek gesitueerd worden binnen de dynamiek van het sociaal-economisch leven waarin alle elementen in beweging zijn. Volgende eeuw stijgt het aantal gepensioneerden maar daalt het aantal kinderen met een recht op kinderbijslag. Naarmate de uitgedunde generaties de beroepsleeftijd bereiken daalt ook het aantal potentiële gerechtigden op werkloosheid en brugpensioen.

Een niet te verwaarlozen element van de langetermijnverkenning is de rol van de productiviteitstoename. De observatie van de laatste decennia leert ons dat de vooruitgang in de technische know-how, meer dan het aanbod van arbeidskrachten, de drijfkracht is van de economische groei. De tewerkstelling is vandaag niet hoger dan 25 jaar geleden, maar heeft wel een hogere scholingsgraad. Dit om aan te tonen dat naast de demografische evoluties ook rekening dient gehouden te worden met de sociaal-economische gedragspatronen en de macro-economische ontwikkelingen.

De studie “Verkenning van de financiële evolutie van de sociale zekerheid tot 2050” situeert de vergrijzingsproblematiek in een ruimere sociaal-economische context aan de hand van alternatieve scenario’s voor de macro-economische ontwikkelingen en met varianten inzake het sociaal beleid. Het is niet de bedoeling om te voorspellen, maar wel om het verouderingsprobleem te verkennen binnen een veranderde sociaal-economische omgeving, met een al dan niet gelijkblijvende wetgeving -inclusief de recente pensioenhervorming-, om daaruit het inzicht te verwerven hoe een doelgericht beleid kan worden gevoerd.

De recente pensioenhervorming ...

In onderhavige studie wordt de recente pensioenhervorming in de werknemersregeling en in het sociaal statuut der zelfstandigen besproken. Het is een voorbeeld van hoe de overheid vandaag een beleid voert om de financiële leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels op termijn veilig te stellen, zonder dat het pensioencontract wordt uitgehold.

Deze studie lijnt de invloed af van de pensioenhervorming op de sociaal-economische bevolkingsgroepen en vervolgens op de sociale zekerheidprestaties. Na een bondige schets van de gehanteerde methode (hoofdstuk 2) worden de maatregelen voorzien in de pensioenhervorming beschreven (hoofdstuk 3) met vervolgens de duiding van de gehanteerde hypothesen (hoofdstuk 4). Om de redenen en vooral de wijze waarop de pensioenhervorming is doorgevoerd beter te begrijpen, worden vooraf de belangrijkste kenmerken van de spontane evolutie van de werknemers-pensioenen geanalyseerd (hoofdstuk 5).

De wet die de pensioenhervorming regelt bevat twee belangrijke delen : het vertrouwen in het wettelijk pensioenstelsel herstellen door de intentie om het loonplafond bij de pensioenberekening - sedert 1982 enkel aangepast aan de prijs-evolutie - te koppelen aan de loonmarge en de toename van de pensioenuitgaven te milderen door het rustpensioen van de vrouw vooral te richten naar diegenen met minimum 15 loopbaanjaren in de werknemersregeling. De bevestiging van de legitimiteit van het wettelijk pensioenstelsel wordt behandeld in hoofdstuk 6. De gevolgen van de nieuwe pensioenbreuk, de wettelijke pensioenleeftijd, de loop-baanvoorwaarde en het minimumrecht per loopbaanjaar op de sociale zekerheidsprestaties worden bestudeerd in hoofdstuk 7.

De pensioenhervorming in de regeling der zelfstandigen wordt bondig behandeld in hoofdstuk 8.

In het laatste hoofdstuk wordt de pensioenhervorming in de werknemersregeling en in de regeling der zelfstandigen samengevat in enkele tabellen, met de verschuivingen tussen de sociaal gerechtigden en de min- of meeruitgaven aan sociale zekerheidsprestaties.

...in een ongewijzigde macro-economische omgeving

De onderhavige studie bestudeert de weerslag van de pensioenhervorming op het pensioneringsgedrag, op het pensioenbedrag en op de uitgaven van de sociale zekerheid. De simulatie met de pensioenhervorming is uitgevoerd in een ongewijzigde macro-economische omgeving. Er wordt geen rekening gehouden met de eventuele vraageffecten van de verandering in het beschikbaar inkomen en de bestedingen, noch met de toename van het aanbod van arbeidskrachten op de productiviteit- en de loonevolutie, de groei en de tewerkstelling. Het langetermijn-model bevat tot op heden nog geen geïntegreerde macro-economische maquette met gedragsvergelijkingen voor de productie en consumptie van goederen en diensten, geen spaar- en investeringsfunctie, de verdeling van de toegevoegde waarde tussen kapitaal en arbeid blijft constant.

Maar zelfs met een macro-economische maquette wordt slechts de invloed op de macro-aggregaten gecapteerd. Enkel een gedetailleerd intergenerationeel model kan rekening houden met de invloed van een discretionaire maatregel, zoals de pensioenhervorming, op de opeenvolgende generaties samengesteld uit verscheidene type gezinnen, inzake hun gedrag dat het eigen inkomen maximaliseert.

De studie van de pensioenhervorming is het resultaat van groepswerk : Nicole Fasquelle, Marie-Jeanne Festjens, Micheline Lambrecht, Saskia Weemaes, leden van het Federaal Planbureau, op aanvraag van de Minister van pensioenen de Heer M. Colla, en niet het minst de begeleiding van Michel Englert, verantwoordelijke van de Algemene Directie.

  Verwante documenten

    None

  Beschikbare gegevens

None

Please do not visit, its a trap for bots