Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
Publicaties
Om de transparantie en informatieverstrekking te bevorderen, publiceert het FPB regelmatig de methoden en resultaten van zijn werkzaamheden. De publicaties verschijnen in verschillende reeksen, zoals de Vooruitzichten, de Working Papers en de Planning Papers. Sommige rapporten kunnen ook hier geraadpleegd worden, evenals de nieuwsbrieven van de Short Term Update die tot 2015 werden gepubliceerd. U kunt op thema, publicatietype, auteur en jaar zoeken.
Een van de taken van het Federaal Planbureau bestaat erin economische ontwikkelingen te kwantificeren en mogelijke toekomstige ontwikkelingen in kaart te brengen. Van oudsher gebruikt het Federaal Planbureau hiervoor macro- of meso-economische modellen. In deze tekst wordt een Micro-Economisch Pensioenmodel (mep) voorgesteld. Hiermee breidt het Federaal Planbureau zijn werkveld uit tot het micro-economische niveau en meer bepaald tot de werknemers- en brugpensioenen.
De Working Paper presenteert een studie of analyse die het FPB op eigen initiatief uitvoert.
Het model heeft tot doel de impliciete en expliciete financiële welvaartseffecten van uittrede uit de arbeidsmarkt zichtbaar te maken. Het houdt dus niet alleen rekening met het inkomen of het pensioen dat iemand onmiddellijk ontvangt, maar weegt ook veranderingen in het huidige en het toekomstige arbeidsinkomen af tegen veranderingen in het huidige en het toekomstige pensioeninkomen.
De basisgedachte van het model is dat een nutsmaximaliserende oudere werknemer tot zijn of haar vijfenzestigste elk jaar kan kiezen tussen blijven werken en uittreden. Het model gaat er ook van uit dat deze werknemer die keuze laat afhangen van de verhouding tussen de verwachte stroom toekomstige arbeidsinkomens en de verwachte stroom toekomstige pensioenuitkeringen. Hij of zij weegt de alternatieven tegen elkaar af en kiest het alternatief dat het grootste nut oplevert.
Een onderzoeker of beleidsmaker moet daarom niet alleen naar de uitkeringshoogte voor een bepaald jaar kijken om de effecten van een pensioenstelsel te evalueren in termen van de stimulans om vervroegd uit te treden. Hij of zij moet de hele stroom toekomstige inkomens en uitkeringen onderling vergelijken. Het type micromodellen waartoe het hier beschreven mep behoort, volgt de ‘option value benadering’ (zie verderop), die deze vergelijking mogelijk maakt. De oeso (2003), Börsch-Supan (2000, cf. Berkel & Börsch-Supan, 2003) en een internationale groep wetenschappers, waaronder een Belgisch team (Dellis et al., 2004), hebben ze al toegepast. Hoewel hun toepassingen zeer nuttig gebleken zijn, zijn ze vatbaar voor aanvullingen. Het mep beoogt deze te bieden.
De voorliggende tekst is als volgt opgebouwd. Eerst bevat hij een korte beschrijving van de vergrijzing in België. Daarna volgen de motieven van de werknemers om wel of niet met (brug)pensioen te gaan. Vervolgens worden de principes van option value van pensioenen gepresenteerd en worden enkele bestaande toepassingen behandeld. In de meest uitgebreide paragraaf wordt het mep beschreven en vergeleken met andere option value modellen. Tenslotte volgt een overzicht van de simulatieresultaten die werden verkregen met het mep.
Verwante documenten
Beschikbare gegevens
Thema's
Overheidsfinanciën
Sociale bescherming, demografie en toekomstverkenning > Inkomensverdeling en armoede
JEL
Overheidseconomie > Nationale overheidsuitgaven en aanverwant beleid > Social Security and Public Pensions [H55]
Arbeid en demografie > Tijdsbesteding, arbeidspatronen en bepaling van de werkgelegenheid > Retirement; Retirement Policies [J26]
Keywords