Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
Publicaties
Om de transparantie en informatieverstrekking te bevorderen, publiceert het FPB regelmatig de methoden en resultaten van zijn werkzaamheden. De publicaties verschijnen in verschillende reeksen, zoals de Vooruitzichten, de Working Papers en de Planning Papers. Sommige rapporten kunnen ook hier geraadpleegd worden, evenals de nieuwsbrieven van de Short Term Update die tot 2015 werden gepubliceerd. U kunt op thema, publicatietype, auteur en jaar zoeken.
Op vraag van de ministerraad en in samenwerking met de Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging (DAV) voert het Federaal Planbureau om de twee jaar een raming uit van de administratieve lasten die wegen op de ondernemingen en de zelfstandigen in België. Die raming is gebaseerd op een enquête bij een representatieve steekproef van ondernemingen en zelfstandigen. Deze achtste enquête volgt dezelfde methodologie als de vorige zeven enquêtes die peilden naar de administratieve lasten voor de jaren 2000 tot 2012. Naast het kwantitatieve deel bevat de enquête ook een belangrijk kwalitatief luik waarin de mening van de zelfstandigen en de ondernemingen over de problematiek van de administratieve lasten aan bod komt. Deze Planning Paper toont de resultaten die betrekking hebben op de administratieve lasten voor het jaar 2014. Het heeft als doel de kwantitatieve en kwalitatieve trends te beschrijven, zonder de oorzaken ervan na te gaan. Dit rapport geeft dus geen enkele verklaring van de perceptie van de administratieve lasten bij de ondernemingen en de zelfstandigen.
In de Planning Papers werden afgeronde studies over thema's van ruimer belang gepresenteerd. De reeks is gesloten sinds 2022. De Short Term Update (STU) was een driemaandelijkse nieuwsbrief met een actueel overzicht van de Belgische economie en de lopende studies van het FPB. De reeks is gesloten sinds 2015.
Uit de enquête, en dus volgens de ondernemingen zelf, blijkt dat de administratieve lasten van de Belgische ondernemingen in 2014 oplopen tot 5,52 miljard euro, of 1,38 % van het bbp. Het grootste deel daarvan is voor rekening van de kleine ondernemingen. De administratieve lasten die wegen op de Belgische zelfstandigen lopen op tot 1,12 miljard euro of 0,28 % van het bbp. Het grootste deel daarvan is voor rekening van de zelfstandigen uit de dienstensector.
De totale kosten van de administratieve lasten van de ondernemingen en zelfstandigen zijn gestegen van 6,36 miljard euro in 2012 tot 6,64 miljard euro in 2014. Ze zijn dus met 4,5 % gestegen tussen 2012 en 2014 en hebben zich tussen 2010 en 2012 quasi gestabiliseerd. Die evolutie vloeit voort uit een uiteenlopende beweging: de totale kosten stijgen voor de ondernemingen en dalen voor de zelfstandigen. Sinds de eerste enquête, die betrekking had op het jaar 2000 en de totale kosten van de administratieve lasten raamde op 8,57 miljard euro, zijn die kosten met 23 % gedaald.
Uitgedrukt in procent van het bbp, daalde het totale relatieve gewicht van de administratieve lasten die wegen op de ondernemingen en de zelfstandigen lichtjes tot 1,66 % in 2014, na 1,70 % in 2012, 1,79 % in 2010, 1,72 % in 2008, 2,44 % in 2006, 2,57 % in 2004, 3,43 % in 2002 en 3,48 % in 2000. In veertien jaar is het relatieve gewicht van de administratieve lasten dus gedaald met 1,82 procentpunt.
De toename van de kosten van de administratieve lasten in absolute waarde tussen 2012 en 2014 is toe te schrijven aan de stijging van de kosten van de administratieve lasten voor de kleine ondernemingen en, in mindere mate, die voor de grote ondernemingen. De kosten van de administratieve lasten voor de middelgrote ondernemingen zijn daarentegen met 12% gedaald tussen 2012 en 2014. Wat het regelgevingsdomein betreft, levert de tewerkstellingsregelgeving de grootste bijdrage tot de stijging van de kosten van de administratieve lasten van de ondernemingen tussen 2012 en 2014, gevolgd door de fiscale regelgeving. De administratieve lasten van de milieuregelgeving dalen daarentegen over de beschouwde periode. In 2014 genereert de fiscale regelgeving, net zoals het geval was in de vorige enquêtes, het grootste deel van de kosten van de administratieve lasten, gevolgd door de tewerkstellingsregelgeving en ver daarachter de milieuregelgeving.
Voor de zelfstandigen dalen de kosten van de administratieve lasten gegenereerd door de twee grote domeinen die hen aanbelangen, maar de administratieve lasten voor de milieuregelgeving dalen verhoudingsgewijs het sterkst. In 2014 is het grootste deel van de kosten van de administratieve lasten voor de zelfstandigen, net zoals bij de vorige enquêtes, afkomstig van de fiscale regelgeving en dat overwicht neemt toe bij iedere enquête sinds 2008.
Uit de vergelijking van de gemiddelde kosten per werknemer volgens ondernemingsgrootte tussen 2012 en 2014 blijkt dat de kosten voor de kleine en middelgrote ondernemingen toenemen. Die stijging is echter vooral merkbaar bij de kleine ondernemingen als gevolg van de forse toename van de gemiddelde kosten per werknemer van de fiscale administratieve lasten, die ook verantwoordelijk zijn voor de uitgesproken toename voor de middelgrote ondernemingen. De gemiddelde kosten per werknemer dalen voor de grote ondernemingen, aangezien de daling van de gemiddelde kosten per werknemer als gevolg van de milieu- en fiscale regelgeving veel sterker is dan de toename van de gemiddelde kosten per werknemer als gevolg van de tewerkstellingsregelgeving.
De gemiddelde kosten voor de zelfstandigen evolueren in dalende lijn en blijven nog steeds lager dan de gemiddelde kosten per werknemer in de kleine ondernemingen, die in stijgende lijn evolueren. Het verschil tussen die twee soorten kosten wordt groter in 2014 nadat het in 2012 licht afgenomen was.
Op regionaal niveau zijn de gemiddelde kosten per werknemer van de ondernemingen tussen 2012 en 2014 merkbaar gestegen in Brussel en Vlaanderen als gevolg van de stijging van de administratieve druk voor de drie bestudeerde domeinen en uitsluitend door de regelgeving inzake fiscaliteit in Vlaanderen. De gemiddelde kosten per werknemer zijn daarentegen gedaald voor de ondernemingen in Wallonië voor het tewerkstellingsdomein, wat de stijging in het fiscale domein meer dan compenseert. In 2014 hebben de Vlaamse ondernemingen de hoogste gemiddelde kosten per werknemer. Zoals sinds 2002 reeds het geval is, laten de Brusselse ondernemingen de laagste gemiddelde kosten per werknemer optekenen in de drie gewesten. De algemene neerwaartse trend van de gemiddelde kosten is merkbaar voor de Vlaamse en vooral de Waalse zelfstandigen. Voor de Brusselse zelfstandigen, daarentegen, zijn de gemiddelde kosten van de administratieve lasten toegenomen.
Op kwalitatief niveau was de meerderheid van de zelfstandigen en de ondernemingen, net zoals in de vorige enquêtes, in 2014 van mening dat de administratieve lasten in de loop van de voorbije twee jaar gestegen zijn. Die mening is in 2014 veel minder uitgesproken dan in 2000, het jaar van de eerste enquête.
In de acht enquêtes zijn de ondernemingen en de zelfstandigen meer tevreden over de kwaliteit van de contacten met de betrokken administratie dan over de kwaliteit van de regelgevingen op zich. Over de acht enquêtes beschouwd, behalen dezelfde stellingen de beste scores bij de ondernemingen en de zelfstandigen. Die stellingen hebben betrekking op de bekendmaking van de regelgeving en de kwaliteit van de antwoorden door de bevoegde administratie (naleving van de antwoordtermijn en antwoorden die voldoen aan de behoeften). De voornaamste kritiek van zowel ondernemingen als zelfstandigen heeft betrekking op het vermogen van de regelgeving om zich aan te passen aan alle omstandigheden wat betreft de kwaliteit van de regelgeving en op het gemakkelijk kunnen achterhalen en contacteren van de bevoegde dienst wat betreft de kwaliteit van de contacten met de betrokken administratie.
De mening van de ondernemingen over de kwaliteit van de regelgeving toont geen duidelijke trend ten opzichte van de vorige enquête op het vlak van fiscaliteit en werkgelegenheid, maar toont een negatieve trend op milieugebied. Voor de zelfstandigen is de achteruitgang van de kwaliteit van de regelgeving vooral merkbaar op het vlak van de complexiteit van de regelgeving en het gebrek aan flexibiliteit.
De ondernemingen en de zelfstandigen zijn in deze enquête globaal genomen minder tevreden over de kwaliteit van de contacten met de betrokken administratie dan bij de vorige enquête. Vooral de tevredenheid wat betreft het gemakkelijk kunnen achterhalen tot welke dienst men zich moet wenden, het gemakkelijk kunnen contacteren van de bevoegde diensten en het feit dat de verkregen informatie beantwoordt aan de behoeften gaat achteruit bij de ondernemingen. Bij de zelfstandigen is de daling van de tevredenheidsgraad van de contacten met de bevoegde administratie vooral zichtbaar op het vlak van de fiscale regelgeving en heeft ze voornamelijk betrekking op de toegankelijkheid en het gemakkelijk kunnen achterhalen tot welke dienst men zich moet wenden.
Wat de zeven vereenvoudigingen betreft, wordt het vaakst gebruikgemaakt van Belcotax-on-web voor de bedrijfsvoorheffing en het digitaal neerleggen van de btw-Intervat en die toepassingen worden ook het meest gewaardeerd door de ondernemingen en de zelfstandigen. Afgezien van de e-ID-CSAM en de elektronische loketten van de regionale overheden neemt de kans dat ondernemingen die toepassingen gaan gebruiken evenredig toe met de ondernemingsgrootte.
Verwante documenten
Beschikbare gegevens
Thema's
Structurele Studiën > Belgische en Europese regulering
JEL
Micro-economie > Analyse van de collectieve besluitvorming > Bureaucracy; Administrative Processes in Public Organizations [D73]
Micro-economie > Analyse van de collectieve besluitvorming > Positive Analysis of Policy-Making and Implementation [D78]
Overheidseconomie > Structuur en bevoegdheden van de overheid > Algemeen [H10]
Keywords