Page Title

Nieuws

Deze rubriek toont alle actualiteit m.b.t. het FPB, gaande van de meest recente studies, persberichten, en artikels tot aankondigingen van toekomstige publicaties, workshops, colloquia…

Welke energie voor een duurzame ontwikkeling? (13/07/2005)

!

Bovenstaande HTML-versie van het communiqué bevat doorgaans niet alle informatie van de PDF-versie. Voor een volledige versie (met grafieken en tabellen), download het communiqué in PDF-formaat hieronder of in het kader 'PDF & downloads' rechtsbovenaan.

Is duurzame ontwikkeling mogelijk met de huidige trends in energieproductie en –verbruik ? Is het energiebeleid voldoende ambitieus ? Op die vragen poogt een Working Paper van het Federaal Planbureau een antwoord te formuleren. De huidige situatie wordt daarin beschreven en gekoppeld aan het globale energiebeleid. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de strijd tegen klimaatverandering en aan de vragen rond het gebruik van kernenergie. Er wordt ook verwezen naar de noodzakelijke beleidswijzigingen om op weg te gaan naar duurzame ontwikkeling enerzijds en naar de verschillende onzekerheden die daarbij opduiken anderzijds.

Het gebruik van fossiele energieën noopt tot een meer ambitieus klimaatbeleid

De risico’s die verbonden zijn aan de klimaatverandering op onze planeet zijn van ecologische, economische en sociale aard. Het betreft met name de stijging van het waterpeil van de oceanen, uitzonderlijke klimaatgebeurtenissen die steeds vaker zullen voorkomen en de kostprijs ervan, migraties, de impact op de gezondheid of het verlies van landbouwgronden. Voortaan bestaat er een internationale wetenschappelijke consensus over dat de opwarming van de aarde enkel kan worden verklaard door een combinatie van natuurlijke factoren en, waarschijnlijk voor meer dan de helft, door de uitstoot van broeikasgassen van menselijke oorsprong. Het gaat vooral om koolstofdioxide (CO2) die vrijkomt bij het gebruik van fossiele brandstoffen. Volgens De Europese Raad van 22 en 23 maart 2005 mag de stijging van de gemiddelde mondiale oppervlaktetemperatuur niet meer dan 2°C bedragen ten opzichte van het niveau van vóór het industriële tijdperk. Deze globale doelstelling stelt dat “voor de groep van ontwikkelde landen reducties {m.b.t. de uitstoot van broeikasgassen} van 15-30% tegen 2020 {ten opzichte van 1990} moeten worden overwogen, en voor de periode na 2020 reducties volgens de strekking van de conclusies die de Raad Milieu heeft aangenomen”. Die Raad Milieu voorzag op 10 maart 2005 voor de ontwikkelde landen in bijkomende reductie-inspanningen voor na 2020.

Het Kyotoprotocol streeft naar een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen van 5,2 % tussen 1990 en de periode 2008-2012 voor de ontwikkelde landen. Het is dus een eerste nuttige stap, die evenwel zal moeten worden gevolgd door meer ambitieuze stappen. Er moet een gunstig kader worden gecreëerd waarin alle landen worden aangespoord om een bijdrage te leveren.

Met de bekrachtiging van het Kyotoprotocol heeft België zich ertoe verbonden de uitstoot van broeikasgassen van 143,7 Mt CO2-equivalent in 1990 te verminderen tot 132,9 Mt CO2-equivalent per jaar in 2010, een daling dus van 7,5 % of van 10,8 Mt. Het gevoerde beleid heeft ertoe bijgedragen dat de uitstoot van broeikasgassen ingeperkt is. Uit de vooruitzichten van het Federaal Planbureau blijkt echter dat die doelstelling niet kan worden gehaald. De uitstootvermindering die is vastgelegd in het Kyotoprotocol en die België niet zal kunnen verwezenlijken, zal worden gecompenseerd door de aankoop van emissierechten in het buitenland. De huidige geplande aankopen zouden ervoor zorgen dat 8,9 Mt CO2-equivalent wordt opgevangen.

Het gebruik van kernenergie roept ook vragen op rond duurzame ontwikkeling

Kernenergie stoot weinig broeikasgassen uit, maar vertegenwoordigt slechts 6,7 % van de primaire energieproductie in de wereld en 2,7 % van het finale energieverbruik. De directe kostprijs van het nucleaire kWu is voor het ogenblik lager dan die van andere technologieën voor elektriciteitsproductie.

De voordelen van het gebruik van kernenergie zijn reëel, maar het beheer van deze energievorm doet ook vragen rijzen rond duurzame ontwikkeling. Eén van die vragen behelst de politieke stabiliteit over een voldoende lange periode (berekend in eeuwen) zodat het goede beheer van de sector en van het radioactief afval is gewaarborgd. Het risico van de proliferatie van kernwapens hangt tevens samen met het gebruik van deze energievorm. De voorlichting van het publiek moet transparant gebeuren. Tot slot bestaat er ook onzekerheid over de kostprijs van kernenergie en over de technologieën voor afvalbeheer van eventuele nieuwe generaties centrales.

Die vragen zijn moeilijk te kwantificeren, waardoor ze ook minder gemakkelijk ingebracht kunnen worden bij de keuzes van het energiebeleid, dat vaak exclusief op economische criteria berust. De beslissing om kernenergie te gebruiken, is dus een meer omvangrijke politieke keuze die gebeurt op basis van de evaluatie van voordelen, nadelen en risico’s en op basis van de productie- en consumptiepatronen van de gemeenschap.

Evolutie naar een duurzame ontwikkeling is nochtans mogelijk

Een energiebeleid dat verenigbaar is met duurzame ontwikkeling moet ervoor zorgen dat de negatieve gevolgen van het energieverbruik afnemen. De uitdaging op het vlak van duurzame ontwikkeling is dit te bereiken zonder de economische en sociale ontwikkeling van de wereldbevolking te belemmeren. Dat geldt vooral voor de ontwikkelingslanden, waar meer dan twee miljard mensen nog steeds afhangen van de traditionele biomassa (hout, enz.) voor hun energiebehoeften.

Die evolutie vergt belangrijke beleidswijzigingen: er moet een prioriteit worden gemaakt van de bescherming van het milieu, maar ook van een economische winstverdeling die meer ten bate is van de arme landen en bevolkingen. Recente studies tonen aan dat een dergelijke wijziging mogelijk is tegen een prijs die haalbaar is voor de gemeenschap.

In België worden maatregelen uitgevoerd en maken verschillende onzekerheden de toestand zorgwekkend

In België resulteerde een politiek gericht op hernieuwbare energie en energetische efficiëntie bijvoorbeeld in de creatie van off-shore windparken, de introductie van biobrandstof en de verhoging van de fiscale aftrekbaarheid voor energiebesparende investeringen in de woningen.

Een duurzame ontwikkeling moet echter eveneens steunen op een verheldering van de gevolgen van politieke beslissingen op zeer lange termijn. In België vormen verscheidene onzekerheidsfactoren in dit verband het voorwerp van bezorgdheid, meer bepaald inzake het debat over energie, de voorlichting van de burgers, de coherentie van de gegevens en het integratieniveau van het beleid.

Een regelmatig debat tussen de actoren van het ganse energiebeleidslandschap dringt zich op. Dit debat zou meer bepaald moeten zorgen voor een betere voorlichting van de burgers betreffende bepaalde beslissingen van de overheid die verband houden met de energieproductie en klimaatveranderingen. Wat de gegevens betreft, worden vooral vragen gesteld over de compatibiliteit tussen de regio’s en het federale niveau inzake de energiebalansen en de inventarissen van broeikasgasemissies. De Working Paper onderstreept ten slotte de noodzaak om, binnen een perspectief van duurzame ontwikkeling, de bezorgdheid rond energie ook binnen andere beleidsdomeinen te integreren. In veel van die domeinen houden de beslissingen immers nog geen rekening met de gevolgen voor het energieverbruik en de klimaatverandering.

Een aantal belangrijke eerste stappen werden in dit verband reeds gezet, zoals de oprichting van Fedesco (Federal Energy Service Company), die energiebesparingen binnen de federale overheidsdiensten zal mogelijk maken door ze te financieren via het derde investeerderssysteem. Dit voorbeeld illustreert de politieke wil om meer systematisch dan voorheen het belangrijke potentieel aan energiebesparingen dat realiseerbaar is in België te beheren.

Deze studie is een onderdeel van een reeks Working Papers ter voorbereiding van het derde federaal rapport inzake duurzame ontwikkeling, dat eind 2005 zal verschijnen.

  Beschikbare gegevens

None

  Thema's

  JEL

None

  Keywords

None

Please do not visit, its a trap for bots