News
Press releases
Events
The last five databases
The Institution
The Federal Planning Bureau (FPB) is an independent public agency. It draws up studies and projections on economic, social and environmental policy issues and on the integration of these policies within a context of sustainable development.
Within the IT team, Geert Bryon is mainly involved in supporting the research activities of the different teams within the Federal Planning Bureau. To this end, he develops tools in C, C++, APL, Python, Visual Basic and PHP/JavaScript that facilitate and streamline the processing, exchange, publication and presentation of data for these activities.
Users of Supply and Use Tables (SUT) and Input-Output Tables (IOT) compiled in different national accounts (NA) vintages face a problem of consistency of their data due to revisions in the NA. This paper describes the methodology that has been followed to compile a consistent time series of Belgian SUT and IOT for the period 1995-2007, in line with the NA published in November 2010.
Le Bureau fédéral du Plan réalise régulièrement, en étroite collaboration avec la DG Statistique et Information économique, des perspectives de population à long terme. Sur la base des statistiques démographiques du Registre national consolidées par la DGSIE portant sur les années 2007, 2008 et 2009 et aboutissant à la population observée au 1er janvier 2010, le BFP a élaboré de nouvelles perspectives de population. Ces perspectives remplacent les perspectives de population 2007-2010 qui figuraient jusque là sur les deux sites de la DGSIE et du BFP. Finalisées en avril 2011, elles ont servi aux différents travaux de projection économique du BFP depuis lors. Elles ont donc été intégrées dans les travaux préparatoires à la formation du gouvernement.
L’allongement continu de l’espérance de vie mais surtout la reprise de la fécondité des femmes belges, particulièrement dans la Région de Bruxelles - capitale et en Région flamande, et des immigrations internationales encore en augmentation ces dernières années, favorisent davantage qu’auparavant la hausse future de la population. Les populations de la Belgique et de la Région de Bruxelles - capitale (au 1er janvier 2010 de respectivement 10.839.855 et 1.089.538 personnes) seraient respectivement de 13.515.000 et 1.475.200 personnes en 2060. La population serait aussi plus jeune que prévu antérieurement. Cependant, le coefficient de dépendance des âgés du pays est toujours appelé à fortement augmenter, de 26 âgés pour 100 personnes d’âge actif en 2010 à 42 en 2060 (45 précédemment).
Het Federaal Planbureau maakt op regelmatige basis, in nauwe samenwerking met de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, bevolkingsvooruitzichten op lange termijn. De de-mografische data van het Rijksregister worden door de ADSEI geconsolideerd. Op basis van die statistieken die betrekking hebben op de jaren 2007, 2008 en 2009 en leiden tot de waargenomen bevolking op 1 januari 2010, heeft het FPB nieuwe bevolkingsvooruitzichten opgesteld. Die vooruitzichten vervangen de bevolkingsvooruitzichten 2007-2010 die tot op dit ogenblik op de sites van de ADSEI en het FPB beschikbaar waren. Sinds hun finalisering in april 2011, werden ze gebruikt voor de verschillende economische projectiewerkzaamheden van het FPB. Ze werden aldus geïntegreerd in de voorbereidende werkzaamheden aan de regeringsvorming.
De voortdurende stijging van de levensverwachting, maar vooral de herneming van de vruchtbaarheid van de Belgische vrouwen, voornamelijk in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in het Vlaams Gewest, en de internationale immigratie die de laatste jaren nog toenam, zorgen nog meer dan vroeger voor de toekomstige bevolkingstoename. De bevolkingen van België en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (op 1 januari 2010 respectievelijk 10.839.855 en 1.089.538 perso-nen) zouden in 2060 respectievelijk oplopen tot 13.515.000 en 1.475.200 personen. De bevolking zou ook jonger zijn dan wat vroeger werd voorzien. De afhankelijkheidscoëfficiënt van de ou-deren voor België zou echter nog steeds sterk toenemen van 26 ouderen per 100 actieve personen in 2010 naar 42 in 2060 (45 voordien).
This Working Paper presents the different methodologies currently used to construct a volume index of capital services and analyzes the effects of methodological changes on capital services and total factor productivity estimates for Belgium over the period 1970-2004. The measurement of capital services is realized in two steps. First, productive capital stocks have to be estimated for each type of asset. Two methodologies are generally used: the geometric and the hyperbolic profile. Secondly, these stocks are aggregated, using the user costs of capital (exante or ex-post approach) as weights to derive an overall index. For the economy as a whole and the entire period, under an ex-post approach, the volume indices of capital services estimated with a hyperbolic age-efficiency profile grow at a higher rate than the indices estimated with a geometric profile. This general conclusion is, however, not observed in every sector. Under an ex-ante approach, the different volume indices are quite similar for the whole economy, even if the indices grow generally at a slightly higher rate in the case of a geometric pattern. A higher growth rate of the volume indices generates a higher capital contribution and, consequently, a lower TFP contribution. Over long periods of time, the different TFP estimates are relatively similar. Over shorter periods, the different methodologies generate more significant variations in the TFP contribution.