Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
Tools & info
Het FPB stelt enkele handige tools ter beschikking om informatie te zoeken op de website: zoekmachine, sitemap, JEL classification en keywords. Daarnaast vindt u hier ook de rubrieken m.b.t. het gebruik van cookies, ons gebruikershandvest en de mogelijkheid om een klacht in te dienen.
In overeenstemming met de Europese Verordening nr. 691/2011 presenteert het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) in deze publicatie de rekening voor de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (EW-MFA) voor de periode 2008-2022.
In overeenstemming met de Europese Verordening Nr. 691/2011 presenteert het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) in deze publicatie de rekeningen voor de milieubelastingen naar economische activiteit (ETEA) voor de periode 2008-2022.
De Europese Verordening nr. 691/2011 verplicht de lidstaten van de Europese Unie om zes milieu-economische rekeningen aan Eurostat te leveren. Het gaat om de drie rekeningen die sinds 2013 moeten worden geleverd, namelijk de rekening voor milieubelastingen naar economische activiteit (Environmental Taxes by Economic Activity, ETEA), de luchtemissierekeningen (Air Emissions Accounts, AEA) en de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (Economy-Wide Material Flow Accounts, EW-MFA), maar ook de drie rekeningen die vanaf 2017 moeten worden geleverd, namelijk de rekeningen van de milieugoederen- en -dienstensector (Environmental Goods and Services Sector, EGSS), de uitgavenrekeningen voor milieubescherming (Environmental Protection Expenditure Accounts, EPEA) en de fysieke-energiestroomrekeningen (Physical Energy Flow Accounts, PEFA).
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de uitgavenrekeningen voor milieubescherming voor de jaren 2014-2021.
Traditioneel wordt de verantwoordelijkheid voor de CO2 die tijdens de productie van goederen en diensten wordt uitgestoten, toegewezen aan het land waar de productie plaatsvindt. De koolstofvoetafdruk is een alternatieve maatstaf van deze verantwoordelijkheid, waarbij de emissies worden toegewezen aan het land waar de goederen en diensten worden geconsumeerd. Dit artikel presenteert berekeningen van de koolstofvoetafdruk van huishoudens voor de drie Belgische gewesten, opgesplitst volgens consumptiedomein. De resultaten tonen aan dat de aandelen van de consumptiedomeinen in het totaal niet zo verschillend zijn in de drie gewesten. De verschillen in koolstofvoetafdruk per inwoner zijn dus minder het gevolg van uiteenlopende consumptieprofielen maar eerder van verschillen in uitgaven en energiemix.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekeningen voor de milieugoederen en -dienstensector voor de jaren 2014-2021.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de fysieke-energiestroomrekeningen voor de jaren 2008-2021.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de luchtemissierekeningen voor de jaren 2008-2021.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekening voor de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie voor de periode 2008-2021.
De Europese Verordening Nr. 691/2011 verplicht de lidstaten van de Europese Unie om zes milieu-economische rekeningen aan Eurostat te leveren. Het gaat om drie rekeningen die sinds 2013 worden overgemaakt: de rekeningen voor milieubelastingen naar economische activiteit (Environmental Taxes by Economic Activity, ETEA), de luchtemissierekeningen (Air Emissions Accounts, AEA) en de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (Economy-Wide Material Flow Accounts, EW-MFA), aangevuld met drie rekeningen die vanaf 2017 worden geleverd: de rekeningen voor de productie van milieugoederen en ‑diensten (Environmental Goods and Services Sector, EGSS), de uitgavenrekeningen voor milieubescherming (Environmental Protection Expenditure Accounts, EPEA) en de fysieke-energiestroomrekeningen (Physical Energy Flow Accounts, PEFA).
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekeningen voor de milieubelastingen naar economische activiteit voor de periode 2008-2021.
In internationale overeenkomsten worden landen verantwoordelijk geacht voor de met hun productie gepaard gaande broeikasgasemissies. Door de emissies toe te wijzen aan het land waar de goederen en diensten worden verbruikt, is de koolstofvoetafdruk een alternatieve beoordeling van deze verantwoordelijkheid. Deze studie presenteert de productiegerelateerde CO2-emissies en de koolstofvoetafdruk van de drie Belgische gewesten voor het jaar 2015. De productiegerelateerde CO2-emissies zijn afgeleid uit de regionale luchtemissierekeningen (die voor deze studie werden opgesteld), terwijl de koolstofvoetafdruk van de regio's berekend is aan de hand van een input-outputmodel waarin CO2-emissies zijn opgenomen. De resultaten tonen dat voor alle drie de regio's de koolstofvoetafdruk groter is dan de productiegerelateerde emissies. Dit betekent dat hun bijdrage aan de mondiale emissies groter is wanneer zij vanuit een consumptieperspectief worden beoordeeld dan vanuit een productieperspectief.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de uitgavenrekeningen voor milieubescherming voor de jaren 2014-2020.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekeningen voor de milieugoederen en -dienstensector voor de jaren 2014-2020.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de luchtemissierekeningen voor de jaren 2008-2020.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de fysieke-energiestroomrekeningen voor de jaren 2008-2020.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekeningen voor de milieubelastingen naar economische activiteit voor de periode 2008-2020.
De Europese Verordening Nr. 691/2011 verplicht de lidstaten van de Europese Unie om zes milieu-economische rekeningen aan Eurostat te leveren. Het gaat om drie rekeningen die sinds 2013 worden overgemaakt: de rekeningen voor milieubelastingen naar economische activiteit (Environmental Taxes by Economic Activity, ETEA), de luchtemissierekeningen (Air Emissions Accounts, AEA) en de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (Economy-Wide Material Flow Accounts, EW-MFA), aangevuld met drie rekeningen die vanaf 2017 worden geleverd: de rekeningen voor de productie van milieugoederen en diensten (Environmental Goods and Services Sector, EGSS), de uitgavenrekeningen voor milieubescherming (Environmental Protection Expenditure Accounts, EPEA) en de fysieke-energiestroomrekeningen (Physical Energy Flow Accounts, PEFA).
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekening voor de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie voor de periode 2008-2019.
De Europese Verordening nr. 691/2011 verplicht de lidstaten van de Europese Unie om zes milieu-economische rekeningen aan Eurostat te leveren. Het gaat om de drie rekeningen die sinds 2013 moeten worden geleverd, namelijk de rekening voor milieubelastingen naar economische activiteit (Environmental Taxes by Economic Activity, ETEA), de luchtemissierekeningen (Air Emissions Accounts, AEA) en de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (Economy-Wide Material Flow Accounts, EW-MFA), maar ook de drie rekeningen die sinds 2017 moeten worden geleverd, namelijk de rekeningen van de milieugoederen- en -dienstensector (Environmental Goods and Services Sector, EGSS), de uitgavenrekeningen voor milieubescherming (Environmental Protection Expenditure Accounts, EPEA) en de fysieke-energiestroomrekeningen (Physical Energy Flow Accounts, PEFA).
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de uitgavenrekeningen voor milieubescherming voor de jaren 2014-19.
De Europese Verordening 691/2011 verplicht de lidstaten van de Europese Unie om zes milieu-economische rekeningen aan Eurostat te leveren. Het gaat om drie rekeningen die sinds 2013 worden overgemaakt: de rekeningen voor milieubelastingen naar economische activiteit (Environmental Taxes by Economic Activity, ETEA), de luchtemissierekeningen (Air Emissions Accounts, AEA) en de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (Economy-Wide Material Flow Accounts, EW-MFA), aangevuld met drie rekeningen die vanaf 2017 worden geleverd: de rekeningen voor de productie van milieugoederen en diensten (Environmental Goods and Services Sector, EGSS), de uitgavenrekeningen voor milieubescherming (Environmental Protection Expenditure Accounts, EPEA) en de fysieke-energie¬stroom¬rekeningen (Physical Energy Flow Accounts, PEFA).
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekeningen voor de milieugoederen en -dienstensector voor de jaren 2014-2019.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de fysieke-energiestroomrekeningen voor de jaren 2008-2019.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de luchtemissierekeningen voor de jaren 2008-2019.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekeningen voor de milieubelastingen naar economische activiteit voor de periode 2008-2019.
De Europese Verordening 538/2014 (tot wijziging van Verordening 691/2011) verplicht de lidstaten van de Europese Unie om zes milieu-economische rekeningen aan Eurostat te leveren. Het gaat om drie rekeningen die sinds 2013 worden overgemaakt: de rekeningen voor milieubelastingen naar economische activiteit (Environmental Taxes by Economic Activity, ETEA), de luchtemissierekeningen (Air Emissions Accounts, AEA) en de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (Economy-Wide Material Flow Accounts, EW-MFA), aangevuld met drie rekeningen die vanaf 2017 worden geleverd: de rekeningen voor de productie van milieugoederen en ‑diensten (Environmental Goods and Services Sector, EGSS), de uitgavenrekeningen voor milieubescherming (Environmental Protection Expenditure Accounts, EPEA) en de fysieke-energiestroomrekeningen (Physical Energy Flow Accounts, PEFA).
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekening voor de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie voor de jaren 2008-2018.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekeningen voor de milieugoederen en -dienstensector voor de jaren 2014-2018.
De Europese Verordening nr. 538/2014 (tot wijziging van Verordening nr. 691/2011) verplicht de lidstaten van de Europese Unie om zes milieu-economische rekeningen aan Eurostat te leveren. Het gaat om de drie rekeningen die sinds 2013 moeten worden geleverd, namelijk de rekening voor milieubelastingen naar economische activiteit (Environmental Taxes by Economic Activity, ETEA), de luchtemissierekeningen (Air Emissions Accounts, AEA) en de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (Economy-Wide Material Flow Accounts, EW-MFA), maar ook de drie rekeningen die sinds 2017 moeten worden geleverd, namelijk de rekeningen van de milieugoederen- en -dienstensector (Environmental Goods and Services Sector, EGSS), de uitgavenrekeningen voor milieubescherming (Environmental Protection Expenditure Accounts, EPEA) en de fysieke-energiestroomrekeningen (Physical Energy Flow Accounts, PEFA).
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de luchtemissierekeningen voor de jaren 2008-2018.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekeningen voor de milieubelastingen naar economische activiteit voor de jaren 2008-2018.
De Europese Verordening nr. 538/2014 (tot wijziging van Verordening nr. 691/2011) verplicht de lidstaten van de Europese Unie om zes milieu-economische rekeningen aan Eurostat te leveren. Het gaat om de drie rekeningen die sinds 2013 moeten worden geleverd, namelijk de rekening voor milieubelastingen naar economische activiteit (Environmental Taxes by Economic Activity, ETEA), de luchtemissierekeningen (Air Emissions Accounts, AEA) en de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (Economy-Wide Material Flow Accounts, EW-MFA), maar ook de drie rekeningen die vanaf 2017 moeten worden geleverd, namelijk de rekeningen van de milieugoederen- en -dienstensector (Environmental Goods and Services Sector, EGSS), de uitgavenrekeningen voor milieubescherming (Environmental Protection Expenditure Accounts, EPEA) en de fysieke-energiestroomrekeningen (Physical Energy Flow Accounts, PEFA).
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de fysieke-energiestroomrekeningen voor de jaren 2008-2018.
De Europese Verordening 538/2014 (tot wijziging van Verordening 691/2011) verplicht de lidstaten van de Europese Unie om zes milieu-economische rekeningen aan Eurostat te leveren. Het gaat om drie rekeningen die sinds 2013 worden overgemaakt: de rekeningen voor milieubelastingen naar economische activiteit (Environmental Taxes by Economic Activity, ETEA), de luchtemissierekeningen (Air Emissions Accounts, AEA) en de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (Economy-Wide Material Flow Accounts, EW-MFA), aangevuld met drie rekeningen die vanaf 2017 worden geleverd: de rekeningen voor de productie van milieugoederen en diensten (Environmental Goods and Services Sector, EGSS), de uitgavenrekeningen voor milieubescherming (Environmental Protection Expenditure Accounts, EPEA) en de fysieke-energie¬stroom¬rekeningen (Physical Energy Flow Accounts, PEFA).
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekening voor de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie voor de jaren 2008-17.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de uitgavenrekeningen voor milieubescherming voor de jaren 2014-17.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekeningen voor de milieugoederen en -dienstensector voor de jaren 2014-2017
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de fysieke-energiestroomrekeningen voor de jaren 2008-2017.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekeningen voor de milieubelastingen naar economische activiteit voor de jaren 2008-2017.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de luchtemissierekeningen voor de jaren 2008-2017.
Deze Working Paper onderzoekt welke socio-economische kenmerken de broeikasgasemissies in België bepalen. De analyse steunt op de PEACH2AIR-gegevensbank die de luchtverontreinigingsgegevens koppelt aan de consumptieve bestedingen van de huishoudens, zoals aangegeven in het huishoudbudgetonderzoek van 2014.
De Europese Verordening 538/2014 (tot wijziging van Verordening 691/2011) verplicht de lidstaten van de Europese Unie om vanaf 2017 zes milieu-economische rekeningen aan Eurostat te leveren. Het gaat om drie rekeningen die reeds sinds 2013 moeten worden overgemaakt: de rekeningen voor milieubelastingen naar economische activiteit (Environmental Taxes by Economic Activity, ETEA), de luchtemissierekeningen (Air Emissions Accounts, AEA) en de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (Economy-Wide Material Flow Accounts, EW-MFA), aangevuld met drie rekeningen die vanaf 2017 moeten worden geleverd: de rekeningen voor de milieugoederen en dienstensector (Environmental Goods and Services Sector, EGSS), de uitgavenrekeningen voor milieubescherming (Environmental Protection Expenditure Accounts, EPEA) en de fysieke-energie¬stroom¬rekeningen (Physical Energy Flow Accounts, PEFA).
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de uitgavenrekeningen voor milieubescherming voor de jaren 2014-16.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekening voor de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie voor de jaren 2008-16.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekeningen voor de milieugoederen en -dienstensector voor de jaren 2014-2016.
De Europese Verordening nr. 691/2011 (gewijzigd door Europese Verordening nr. 538/2014) verplicht de lidstaten van de Europese Unie vanaf 2017 zes milieu-economische rekeningen aan Eurostat te leveren. Het gaat om de drie rekeningen die sinds 2013 moeten worden geleverd, namelijk de rekening voor milieubelastingen naar economische activiteit (Environmental Taxes by Economic Activity, ETEA), de luchtemissierekeningen (Air Emissions Accounts, AEA) en de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (Economy-Wide Material Flow Accounts, EW-MFA), maar ook de drie rekeningen die vanaf 2017 moeten worden geleverd, namelijk de rekeningen van de milieugoederen- en -dienstensector (Environmental Goods and Services Sector, EGSS), de uitgavenrekeningen voor milieubescherming (Environmental Protection Expenditure Accounts, EPEA) en de fysieke energiestroomrekeningen (Physical Energy Flow Accounts, PEFA).
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de fysieke-energiestroomrekeningen voor de jaren 2014-2016.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de luchtemissierekeningen voor de jaren 2008-2016.
De databank PEACH2AIR koppelt de uitstoot van broeikasgassen en verzurende gassen, van gassen die bijdragen tot troposferische ozonvorming en van zwevende deeltjes aan consumentenuitgaven in België in 2014. Het is gebaseerd op gestandaardiseerde gegevens over luchtverontreiniging (inclusief luchtemissierekeningen), input-outputtabellen en de huishoudbegrotingsenquête. Uit analyses voor 2014 blijkt dat energieproducten alsook voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken de meest luchtvervuilende uitgavencategorieën zijn.
De Europese Verordening 538/2014 (tot wijziging van Verordening 691/2011) verplicht de lidstaten van de Europese Unie om vanaf 2017 zes milieu-economische rekeningen aan Eurostat te leveren. Het gaat om drie rekeningen die reeds sinds 2013 moeten worden overgemaakt: de rekeningen voor milieubelastingen naar economische activiteit (Environmental Taxes by Economic Activity, ETEA), de luchtemissierekeningen (Air Emissions Accounts, AEA) en de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (Economy-Wide Material Flow Accounts, EW-MFA), aangevuld met drie rekeningen die vanaf 2017 moeten worden geleverd: de rekeningen voor de milieugoederen en dienstensector (Environmental Goods and Services Sector, EGSS), de uitgavenrekeningen voor milieubescherming (Environmental Protection Expenditure Accounts, EPEA) en de fysieke-energie-stroom-rekeningen (Physical Energy Flow Accounts, PEFA).
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de uitgavenrekeningen voor milieubescherming voor de jaren 2014-15.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekeningen voor de milieugoederen en -dienstensector voor de jaren 2014-15.
De Europese Verordening nr. 691/2011 (gewijzigd door Europese Verordening nr. 538/2014) verplicht de lidstaten van de Europese Unie om vanaf 2017 zes milieu-economische rekeningen aan Eurostat te leveren. Het gaat om drie rekeningen die reeds sinds 2013 moeten worden overgemaakt: de rekeningen voor milieubelastingen naar economische activiteit (Environmental Taxes by Economic Activity, ETEA), de luchtemissierekeningen (Air Emissions Accounts, AEA) en de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (Economy-Wide Material Flow Accounts, EW-MFA), aangevuld met drie rekeningen die vanaf 2017 moeten worden geleverd: de rekeningen voor de productie van milieugoederen en -diensten (Environmental Goods and Services Sector, EGSS), de uitgavenrekeningen voor milieubescherming (Environmental Protection Expenditure Accounts, EPEA) en de fysieke-energiestroomrekeningen (Physical Energy Flow Accounts, PEFA).
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekeningen voor de milieubelastingen naar economische activiteit voor de jaren 2011-2015.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de luchtemissierekeningen voor de jaren 2011-2015.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de fysieke-energiestroomrekeningen voor de jaren 2014-2015.
De traditionele toewijzing van de verantwoordelijkheid voor de uitstoot van broeikasgassen (BKG) aan het producerende land kan een vertekend beeld opleveren als gevolg van internationale handelsstromen. De invoer van emissie-intensieve producten draagt immers bij aan het verkleinen van de op productie gebaseerde uitstoot van een land. Die vaststelling heeft geleid tot de berekening van koolstofvoetafdrukken, die alle broeikasgassen omvatten die (rechtstreeks en onrechtstreeks) vervat zitten in de producten bestemd voor de finale consumptie van de ingezetenen van een land. Deze Working Paper presenteert ramingen voor de Belgische koolstofvoetafdruk berekend aan de hand van globale multiregionale input-outputtabellen die in overeenstemming zijn gebracht met gedetailleerde Belgische nationale rekeningen. Uit onze berekeningen blijkt dat de Belgische koolstofvoetafdruk aanzienlijk groter is dan de emissies op basis van productie, wat betekent dat België een netto-invoerder is van BKGemissies. Onze resultaten tonen bovendien aan dat overeenstemming met gedetailleerde nationale rekeningen wel degelijk van belang is voor de raming van de koolstofvoetafdruk gebaseerd op MRIO, in het bijzonder voor een kleine open economie zoals België.
De Europese Verordening 691/2011 verplicht de lidstaten van de Europese Unie om vanaf 2013 drie milieu-economische rekeningen te leveren. Het gaat om de rekening voor milieubelastingen naar economische activiteit (Environmental Taxes by Economic Activity, ETEA), de luchtemissierekeningen (Air Emissions Accounts, AEA) en de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (Economy-Wide Material Flow Accounts, EW-MFA).
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekening voor de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie voor de jaren 2010-2014.
Deze paper vormt de bijdrage van het Federaal Planbureau aan het rondetafelgesprek met de Interdepartementale Commissie Duurzame Ontwikkeling van 11/2/2016 in het kader van taak 1.3. van het onderzoeksproject SUSPENS. Deze paper geeft een korte beschrijving van het klimaat- en sociaal beleid in België. De focus ligt daarbij op de beleidsdoelstellingen die de Belgische overheid heeft aangegaan en de mate waarin ze zijn bereikt. Uit de analyse blijkt dat België aanzienlijke inspanningen zal moeten leveren om die doelstellingen te behalen en dat een grensoverschrijdende samenwerking noodzakelijk is om de transitie naar een koolstofarme samenleving te realiseren.
De Europese Verordening 691/2011 verplicht de lidstaten van de Europese Unie sinds 2013 drie milieu-economische rekeningen te leveren. Het gaat om de rekening voor milieubelastingen naar economische activiteit (Environmental Taxes by Economic Activity, ETEA), de luchtemissierekeningen (Air Emissions Accounts, AEA) en de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (Economy-Wide Material Flow Accounts, EW-MFA).
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekening voor milieubelastingen naar economische activiteit voor de jaren 2010-2014.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de luchtemissierekeningen voor de jaren 2010-2014.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekening voor de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie voor de jaren 2009-2013.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekening voor de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie voor de jaren 2008-2012.
Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de rekening voor de materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie voor de jaren 2008-2011.
De voorbije twee decennia heeft de liberalisering van de internationale handel zich doorgezet en is de milieuregelgeving strenger geworden, vooral wat betreft de uitstoot van atmosferische gassen. In industrielanden wekte dit de vrees dat emissie-intensieve activiteiten steeds meer in het buitenland zouden worden uitgevoerd. In deze paper wordt een methode ontwikkeld om te testen of emissie-intensieve bedrijfstakken meer intermediaire materialen invoeren. De test wordt toegepast op de Belgische verwerkende nijverheid over de periode 1995-2007. Drie soorten atmosferische emissies worden geanalyseerd: broeikasgassen, verzurende gassen en troposferische ozonprecursoren. De resultaten geven aan dat sectoren die veel verzurende gassen (SO2, NOX en NH3) uitstoten, geneigd zijn meer intermediaire goederen in te voeren. Dat is waarschijnlijk het gevolg van de strengere toepassing van de wetgeving inzake luchtkwaliteit die een rechtstreekse impact heeft op de emissie van verzurende gassen. Dat is evenwel niet het geval voor de emissies van troposferische ozonprecursoren en, in het bijzonder, de broeikasgassen. Wat die laatste betreft, lijkt de toepassing, ondanks een strenge regelgeving, minder strikt.