Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
Tools & info
Het FPB stelt enkele handige tools ter beschikking om informatie te zoeken op de website: zoekmachine, sitemap, JEL classification en keywords. Daarnaast vindt u hier ook de rubrieken m.b.t. het gebruik van cookies, ons gebruikershandvest en de mogelijkheid om een klacht in te dienen.
Het Artelys Crystal Super Grid model, ontwikkeld door het Franse bedrijf Artelys, richt zich op de elektriciteitssector. Het werkt met een hoge temporele resolutie en maakt het mogelijk de impact te beoordelen van maatregelen die het productiepark beïnvloeden, aan de hand van een aantal indicatoren. Die indicatoren hebben meer bepaald betrekking op de bevoorradingszekerheid, de elektriciteitskost en de duurzaamheid van het systeem, via broeikasgasemissies.
Deze paper onderzoekt welke rol offshore wind kan spelen om België te helpen klimaatneutraliteit te bereiken tegen 2050. De Belgische Exclusieve Economische Zone is beperkt en de exploitatie ervan voor energiedoeleinden kan niet onbeperkt worden uitgebreid. Daarom kijkt deze paper naar de ontwikkeling van gezamenlijke hybride offshore windprojecten die in hernieuwbare energiecapaciteit voorzien en tegelijk als interconnectoren kunnen dienen die verschillende landen met elkaar verbinden. Er worden twee scenario's gedefinieerd en bestudeerd, die verschillen in het ambitieniveau om deze hybride hubs te ontwikkelen en de nodige elektriciteit te leveren voor een gedefossiliseerde Belgische economie.
In dit rapport wordt de plaats die waterstof kan innemen in het toekomstige Belgische energiesysteem tegen 2050 onder de loep genomen. Dit rapport richt zich in feite op twee uiteenlopende evoluties van het (eind)energieverbruik: enerzijds een verregaande elektrificatie van het finaal energieverbruik en anderzijds een voortgezet en groter gebruik van gas voor vervoer, (industriële) warmte en elektriciteitsopwekking. Verschillende uitkomsten van de twee toekomstvisies worden beschreven zoals de vereiste investeringen in infrastructuur (interconnecties, elektrolysers, opslag).
Op 22 december 2017 werd het Federaal Planbureau aangezocht door het Kabinet van federaal Minister van Energie Mevr. Marghem om een nieuwe studie uit te voeren. De aanleiding van deze opdracht was de vraag naar bijkomende cijfers na het verschijnen van de gemeenschappelijke Visienota opgesteld door de vier Ministers van Energie. De opdracht van deze extra studie bestaat erin de impact van bepaalde socio-economische indicatoren te analyseren voor vier elektriciteitsscenario’s met als tijdshorizon het jaar 2030.
Op vraag van de federale minister van Energie werd dit rapport opgesteld als verlengstuk van de kosten-batenanalyse die in februari 2017 door het Federaal Planbureau werd uitgevoerd. Het is een aanvulling op de februaristudie aangezien een aantal bijkomende elementen die een impact hebben op het Belgische productiepark in detail worden bestudeerd. Vier onderwerpen worden behandeld. Een eerste betreft de impact van een toename met 2 GW van de Belgische grensoverschrijdende transmissiecapaciteit op de werking van het binnenlandse flexibele thermische productiepark. Het effect van die toename op de draaiuren, de marginale kosten van het systeem, de CO2-emissies, de benodigde aardgasvolumes en de tewerkstelling wordt beschreven. Ten tweede wordt een evaluatie gemaakt van de kosten om de huidige gasgestookte centrales operationeel te houden. Een vergelijking wordt gemaakt met de kosten om nieuwe flexibele betrouwbare eenheden te bouwen. Ten derde wordt de socio-economische impact onderzocht van een verhoogd risico op een black-out. De economische asymmetrie die ontstaat in de kosten en baten van het behouden van voldoende binnenlandse productiecapaciteit om het wettelijk gedefinieerde Loss of Load (LOLE) criterium van 3h te honoreren, wordt gedocumenteerd. Ten slotte wordt in het rapport ook de vraag onderzocht van een voortijdig sluiten van in de Belgische markt aanwezige gasgestookte centrales die nog niet aan het einde van hun operationele werkingsduur zijn gekomen. Dat gebeurt aan de hand van verschillende indicatoren.
Dit rapport stelt een kosten-batenanalyse voor van beleidsscenario’s die coherent zijn met een toereikend Belgisch elektriciteitssysteem tegen 2027. De beleidsscenario’s zijn gebaseerd op gegevens uit twee rapporten die in 2016 door de nationale transmissienetbeheerder Elia zijn opgesteld. De rapporten van Elia handelen over de nood aan toereikendheid en flexibiliteit van het toekomstig Belgisch elektriciteitssysteem door de behoefte aan een ‘structureel blok’ en het vereiste volume ervan te berekenen. Het structurele blok wordt gedefinieerd als het nationale volume aan regelbaar vermogen dat nodig is om te voldoen aan de huidige wettelijke criteria qua bevoorradingszekerheid opdat op elk moment productie en verbruik in evenwicht zouden zijn. De kosten-batenanalyse buigt zich dan over de implicaties van verschillende invullingen van het structurele blok voor een aantal componenten van de sociaal-economische welvaart. Ze biedt een antwoord op de bezorgdheid die werd geuit door een aantal stakeholders na de publicatie van de Elia-rapporten.
Deze paper onderzoekt de impact van de sluiting en sequentiële heropstart van enkele kerncentrales op de groothandelsprijzen voor elektriciteit op de Belgische elektriciteitsbeurs met behulp van een duale methode. In de eerste benadering worden publieke hoge-frequentiemarktgegevens gebruikt om een robuust statistisch model te ontwikkelen dat wordt ingezet om het effect te onderzoeken van variaties in nucleaire elektriciteitsopwekking op de groothandelsprijzen. Het kwantificeren van dit fenomeen, ook het merit-order effect genoemd, met behulp van econometrische methodes komt neer op een geschatte prijsdaling van gemiddeld ongeveer 10 €/MWh per jaar voor een nucleaire capaciteitsverhoging van 2,5 GW. Het belang en de impact van de openheid van de Belgische markt en haar sterke afhankelijkheid van grensoverschrijdende energie-uitwisselingen komt daarbij duidelijk naar voren. Naast deze empirische benadering wordt het optimalisatie-instrument Crystal Super Grid gebruikt om de impact te becijferen van de herwonnen beschikbaarheid van kernreactoren op tal van indicatoren die het Belgische en Europese elektriciteitslandschap kenmerken. Er is een positief effect merkbaar op de algemene welvaart, het consumentensurplus en de CO2-emissies. Voor de prijzen bevestigt deze analyse het negatieve merit-order effect dat gemiddeld 3,8 €/MWh over een jaar zou bedragen. Volgens deze analyse kunnen evenwel tijdelijke uurverschillen van 30 €/MWh optreden. De paper beschrijft vervolgens de mogelijke oorzaken van de verschillen tussen de twee benaderingen.
Onze bevindingen hebben belangrijke beleidsimplicaties omdat ze aantonen dat er rekening moet worden gehouden met de neerwaartse impact van een verlengde nucleaire elektriciteitsopwekking op de groothandelsprijzen voor elektriciteit bij het herzien van (de kalender in) de wet op de kernuitstap aangezien deze de noodzakelijke overschakeling naar een koolstofarme economie kan vertragen.
Liberalisering, interne markt, interconnecties, reductie van broeikasgasemissies, hernieuwbare-energiedoelstelling: zijn al deze thema’s te verzoenen ? En zo ja, blijft het licht dan wel branden ? Dat is een grote bekommernis van een aantal spelers op het elektriciteitstoneel, niet in het minst van de Staatssecretaris voor Energie die aansprakelijk is voor het garanderen van de bevoorradingszekerheid. In tijden van toenemende productie door variabele energiebronnen en van vertekende investeringssignalen is het garant staan voor de bevoorradingszekerheid geen evidente klus. Het uitblijven van investeringen in benodigde reservecapaciteit en –worst case scenario- het ontoereikend zijn van de productiecapaciteit kunnen immers leiden tot hoog oplopende kosten voor de maatschappij. In deze Working Paper wordt ingezoomd op het specifieke geval dat het, ondanks alle genomen initiatieven en mechanismen, toch fout zou gaan: een nationale stroompanne die de Belgische economie gedurende 1 uur vleugellam maakt en het prijskaartje dat daaraan vasthangt, wordt bestudeerd.
Deze studie analyseert de impact van de markthervorming in de Belgische elektriciteitssector. Deze analyse is gebaseerd op de lessen die voor België kunnen worden getrokken uit ervaringen in andere landen, met name Groot-Brittannië, Spanje en Duitsland.
Recente marktontwikkelingen in de energiesector hebben deze bedrijfstak op haar grondvesten doen daveren. Liberalisering, concurrentie, tpa, cross-border congestie zijn een greep uit de “nieuwe” begrippen die geplaatst dienen te worden in een energiewereld waarin de onzekerheid een pertinente rol speelt. Eén constante zorg daarbij is de leveringszekerheid voor álle consumenten, met als cruciale vragen of een marktgebaseerde regulering kan volstaan om voldoende productiecapaciteit te verzekeren en welke de voorwaarden zijn om in een marktsysteem nieuwe investeringen met voldoende betrouwbaarheidsstandaarden aan te trekken.