Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
Tools & info
Het FPB stelt enkele handige tools ter beschikking om informatie te zoeken op de website: zoekmachine, sitemap, JEL classification en keywords. Daarnaast vindt u hier ook de rubrieken m.b.t. het gebruik van cookies, ons gebruikershandvest en de mogelijkheid om een klacht in te dienen.
Dit rapport presenteert de resultaten van de regionalisering van de nationale economische vooruitzichten van het Federaal Planbureau voor de periode 2023-2028. De hier voorgestelde regionale vooruitzichten zijn dus coherent met de nationale projectie van juni 2023, die zelf steunt op de economische en budgettaire informatie die op 6 juni beschikbaar was. Net als de vorige edities is dit rapport het resultaat van een samenwerking tussen het Federaal Planbureau, het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA), het Institut wallon de l’évaluation, de la prospective et de la statistique (IWEPS) en Statistiek Vlaanderen.
Dit rapport presenteert de resultaten van de regionalisering van de nationale economische vooruitzichten van het Federaal Planbureau voor de periode 2022-2027. De hier voorgestelde regionale vooruitzichten zijn dus coherent met de nationale projectie van juni 2022, die zelf steunt op de economische en budgettaire informatie die op 3 juni 2022 beschikbaar was. Net als de vorige edities is dit rapport het resultaat van een samenwerking tussen het Federaal Planbureau, het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA), het Institut wallon de l’évaluation, de la prospective et de la statistique (IWEPS) en Statistiek Vlaanderen.
Dit rapport presenteert de resultaten van de regionalisering van de nationale economische vooruitzichten van het Federaal Planbureau voor de periode 2021-2026. De hier voorgestelde regionale vooruitzichten zijn dus coherent met de nationale projectie van juni 2021, die zelf steunt op de economische en budgettaire informatie die op 2 juni 2021 beschikbaar was. Net als de vorige edities is dit rapport het resultaat van een samenwerking tussen het Federaal Planbureau, het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA), het Institut wallon de l’évaluation, de la prospective et de la statistique (IWEPS) en Statistiek Vlaanderen.
Dit rapport presenteert ramingen van de potentiële groei en de output gap voor België. Die ramingen zijn gebaseerd op een technische actualisering van de middellangetermijnvooruitzichten van juni die het Federaal Planbureau in september 2020 heeft gemaakt. De verkregen resultaten worden ook vergeleken met de resultaten die de Europese Commissie in mei heeft gepubliceerd.
Deze regionale vooruitzichten zijn het resultaat van een samenwerking tussen het Federaal Planbureau, het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA), het Institut wallon de l’évaluation, de la prospective et de la statistique (IWEPS) en Statistiek Vlaanderen. De Belgische economie zou als gevolg van de coronacrisis in 2020 haar grootste krimp kennen sinds de Tweede Wereldoorlog (-10,5 %). Tegen die achtergrond, en rekening houdend met de sectorale structuur van elk gewest, wordt de krimp van het bbp in 2020 geraamd op -11,1 % in Vlaanderen, op -10,3 % in Wallonië en op -9,3 % in Brussel.
Deze regionale vooruitzichten zijn het resultaat van een samenwerking tussen het Federaal Planbureau, het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA), het Institut wallon de l’évaluation, de la prospective et de la statistique (IWEPS) en Statistiek Vlaanderen. Ze steunen op een scenario waarin de Belgische economische groei vrij stabiel blijft op middellange termijn, maar lager is dan in de jaren 2015-2017, de periode van hoogconjunctuur in de eurozone.
Deze working paper illustreert de werking van het HERMES-model aan de hand van acht beleidsvarianten. De hier voorgestelde maatregelen worden gesimuleerd ten opzichte van een referentiescenario, nl. de Economische vooruitzichten 2018-2023 (juni 2018). Ze verhogen de overheidsuitgaven of verminderen de overheidsontvangsten over een periode van vijf jaar.
Dit rapport presenteert de resultaten van de regionalisering van de nationale economische vooruitzichten van het Federaal Planbureau voor de periode 2018-2023. Net als de vorige edities is dit rapport het resultaat van een samenwerking tussen het Federaal Planbureau en de studiediensten van de drie Belgische gewesten (BISA, IWEPS en Statistiek Vlaanderen). Het multiregionaal en multisectoraal HERMREG-model dat hiervoor wordt gebruikt is een macro-econometrisch model dat een top-downbenadering volgt. HERMREG wordt volledig afgestemd op het nationale HERMES-model van het Federaal Planbureau. Dat betekent dat de nationale middellangetermijnvooruitzichten van HERMES worden opgesplitst op het niveau van de beschouwde entiteiten aan de hand van endogene regionale verdeelsleutels.
In de voorbereiding van het 2018 Pension Adequacy Report door de Europese Commissie en het Social Protection Committee hebben teams uit België, Zweden en Italië samengewerkt om met hun microsimulatiemodellen mogelijke ontwikkelingen in de toereikendheid van pensioenen te simuleren, uitgaande van de scenario’s en projecties die door de AWG werden ontwikkeld. Dit rapport is dus complementair aan de simulaties van de AWG betreffende de budgettaire impact van de vergrijzing. De resultaten uit dit rapport worden samengevat in paragraaf 5.1.2 van het 2018 Pension Adequacy Report.
Dit rapport presenteert de resultaten van de regionalisering van de nationale economische vooruitzichten van het Federaal Planbureau voor de periode 2017-2022. Net als de vorige edities is dit rapport het resultaat van een samenwerking tussen het Federaal Planbureau en de studiediensten van de drie Belgische gewesten (BISA, IWEPS en SVR). Het multiregionaal en multisectoraal HERMREG-model dat hiervoor wordt gebruikt is een macro-econometrische model dat een top-down-benadering volgt. HERMREG is volledig gebaseerd op het nationale HERMES-model van het Federaal Planbureau. Dat betekent dat de nationale middellangetermijnvooruitzichten van HERMES opgesplitst worden op het niveau van de beschouwde entiteiten aan de hand van endogene regionale verdeelsleutels.
Dit rapport presenteert de resultaten van de regionalisering van de nationale economische vooruitzichten van het Federaal Planbureau voor de periode 2016-2021. Net als de vorige rapporten, is dit rapport het resultaat van een samenwerking tussen het Federaal Planbureau en de studiediensten van de drie Belgische gewesten (BISA, IWEPS en SVR). In dat kader kan het multiregionaal en multisectoraal HERMREG-model in de categorie macro-econometrische modellen van het top-downtype worden gerangschikt. HERMREG stemt volledig overeen met het nationale HERMES-model van het Federaal Planbureau. Dat betekent dat de nationale middellangetermijnvooruitzichten van HERMES opgesplitst worden op het niveau van de beschouwde entiteiten op basis van endogene regionale verdeelsleutels.
In het kader van de publicatie van de Economische vooruitzichten voor België maakt het Federaal Planbureau sinds 2003 een raming van de potentiële groei en de output gap. Dit rapport stelt een retrospectieve analyse voor van de kenmerken van de herzieningen van de potentiële groei en de output gap op korte en lange termijn. Er wordt ook een vergelijking gemaakt met de resultaten die zijn verkregen op basis van ramingen van de Europese Commissie. Dit werk sluit aan bij de wettelijke verplichtingen van het INR op het vlak van de evaluatie van zijn vooruitzichten.
Dit rapport presenteert de resultaten van de regionalisering van de nationale economische vooruitzichten van het Federaal Planbureau voor de periode 2015-2020. Net als de vorige rapporten, is dit rapport het resultaat van een samenwerking tussen het Federaal Planbureau en de studiediensten van de drie Belgische gewesten (BISA, IWEPS en SVR). In dat kader kan het multiregionaal en multisectoraal HERMREG-model in de categorie macro-econometrische modellen van het top-downtype worden gerangschikt. HERMREG stemt volledig overeen met het nationale HERMES-model van het Federaal Planbureau. Dat betekent dat de nationale middellangetermijnvooruitzichten van HERMES opgesplitst worden op het niveau van de beschouwde entiteiten op basis van endogene regionale verdeelsleutels.
Sinds het uitbreken van de financiële crisis is de onzekerheid omtrent de ramingen van de potentiële output in de eurozone toegenomen. Bovendien is de potentiële groei in de eurozone sterk teruggevallen sinds 2009. In deze working paper buigen we ons over die twee fenomenen voor België op basis van de ramingen van het Federaal Planbureau van het potentieel bbp. Ook analyseren we de evolutie van de drie onderliggende determinanten van de potentiële groei: de bijdrage van arbeid, kapitaal en de totale factorproductiviteit.
België, Hongarije en Zweden hebben hun dynamische microsimulatiemodellen gebruikt om mogelijke ontwikkelingen in de pensioenadequaatheid te simuleren, rekening houdend met de projecties en hypothesen van de AWG. De resultaten die worden voorgesteld in dit gezamenlijk rapport tonen de potentiële waarde van het gebruik van dynamische microsimulatie op EU-niveau. Tot slot blijkt dat het verhogen van de tewerkstellingsgraad van oudere werknemers niet alleen de pensioenuitgaven vermindert, maar ook het armoederisico bij ouderen.
Dit rapport presenteert de resultaten van de regionalisering van de nationale economische vooruitzichten van het Federaal Planbureau voor de periode 2014-2019. Net als de vorige rapporten, is dit rapport het resultaat van een samenwerking tussen het Federaal Planbureau en de studiediensten van de drie Belgische gewesten (BISA, IWEPS en SVR). Die samenwerking die eind 2005 van start ging, heeft de ontwikkeling van het multiregionaal en multisectoraal HERMREG-model mogelijk gemaakt, een model dat in de categorie macro-econometrische modellen van het top-downtype kan worden gerangschikt. HERMREG stemt volledig overeen met het nationale HERMES-model van het Federaal Planbureau. Dat betekent dat de nationale middellangetermijnvooruitzichten van HERMES opgesplitst worden op het niveau van de beschouwde entiteiten op basis van endogene regionale verdeelsleutels.
Het Federaal Planbureau heeft nieuwe vooruitzichten voor de wereldeconomie opgesteld aan de hand het NIME-model voor de periode 2013-2024. Die vooruitzichten voorspellen een beperkt economisch herstel tussen 2013 en 2016. In de loop van die periode zou de output gap van de eurozone geleidelijk verdwijnen onder invloed van de economische groei, hoewel de mondiale groei voornamelijk gedragen zou worden door landen die geen deel uitmaken van de EU, noch de Verenigde Staten of Japan. Op langere termijn zou de groei terugvallen als gevolg van een algemene vertraging van de productiviteitsgroei en door ongunstige demografische evoluties.
Merk op dat deze vooruitzichten niet gebruikt worden als inputs voor de korte- en middellangetermijnvooruitzichten van het Federaal Planbureau voor België. Die maken immers gebruik van internationale vooruitzichten van instellingen zoals de Europese Commissie, de OESO en het IMF.
Deze Working Paper beschrijft de huidige versie van het HERMES, het macrosectoraal middellangetermijnmodel van het Federaal Planbureau. HERMES wordt gebruikt om op regelmatige basis middellangetermijnvooruitzichten voor de Belgische economie op te stellen. Naast de voornaamste macro-economische aggregaten (bbp, particuliere consumptie, buitenlandse handel, investeringen…), hebben die vooruitzichten tevens betrekking op arbeidsmarktaggregaten, gedetailleerde overheidsfinanciën, energieverbruik en broeikasgassen. Het HERMES-model wordt ook gebruik om de impact te berekenen van beleidsmaatregelen en externe schokken op de Belgische economie.
Dit rapport presenteert de resultaten van de regionalisering van de nationale economische vooruitzichten van het Federaal Planbureau voor de periode 2013‐2018. Net als de vorige rapporten, is dit rapport het resultaat van een samenwerking tussen het Federaal Planbureau en de studiediensten van de drie Belgische gewesten (BISA, IWEPS en SVR). Die samenwerking die eind 2005 van start ging, heeft de ontwikkeling van het multiregionaal en multisectoraal HERMREG‐model mogelijk gemaakt, een model dat in de categorie macro‐econometrische modellen van het top‐downtype kan worden gerangschikt. HERMREG4 stemt volledig overeen met het nationale HERMES‐model van het Federaal Planbureau. Dat betekent dat de nationale middellangetermijnvooruitzichten van HERMES opgesplitst worden op het niveau van de beschouwde entiteiten op basis van endogene regionale verdeelsleutels.
Dit rapport presenteert de resultaten van de regionalisering van de nationale economische vooruitzichten van het Federaal Planbureau voor de periode 2012-2017. Net als de vorige rapporten , is dit rapport het resultaat van een samenwerking tussen het Federaal Planbureau en de studiediensten van de drie Belgische gewesten (BISA, IWEPS en SVR ). Die samenwerking die eind 2005 van start ging, heeft de ontwikkeling van het multiregionaal en multisectoraal HERMREG-model mogelijk gemaakt, een model dat in de categorie macro-econometrische modellen van het top-downtype kan worden gerangschikt. HERMREG stemt volledig overeen met het nationale HERMES-model van het Federaal Planbureau. Dat betekent dat de nationale middellangetermijnvooruitzichten van HERMES opgesplitst worden op het niveau van de beschouwde entiteiten op basis van endogene regionale verdeelsleutels.
Dit rapport presenteert de resultaten van de regionalisering van de nationale economische vooruitzichten van het Federaal Planbureau voor de periode 2010-2016. Net als de vorige rapporten , is dit rapport het resultaat van een samenwerking tussen het Federaal Planbureau en de studiediensten van de drie Belgische gewesten (BISA, IWEPS en SVR ). Die samenwerking die eind 2005 van start ging, heeft de ontwikkeling van het multiregionaal en multisectoraal HERMREG-model mogelijk gemaakt, een model dat in de categorie macro-econometrische modellen van het top-downtype kan worden gerangschikt. HERMREG stemt volledig overeen met het nationale HERMES-model van het Federaal Planbureau. Dat betekent dat de nationale middellangetermijnvooruitzichten van HERMES opgesplitst worden op het niveau van de beschouwde entiteiten op basis van endogene regionale verdeelsleutels.
Uitgaande van ervaringen uit het verleden, kwamen nationale en internationale organisaties al snel tot de consensus dat de crisis die in 2008 uitbrak een langdurige impact zou hebben op het outputniveau. Een initiële kwantificering van het potentieel outputverlies voor België dat te wijten is aan de crisis werd voorgesteld in WP 10-9. Deze Working Paper levert een actualisering van die analyse en onderzoekt aan de hand van de opeenvolgende projectieherzieningen van het Federaal Planbureau hoe de perceptie van de crisis over de laatste twee jaren is geëvolueerd en wat de implicaties daarvan zijn op middellange termijn. Het verlies aan potentiële output wordt momenteel geraamd op iets minder dan 3 % en ligt daarmee dicht bij het geschatte verlies voor de OESO-landen.
Samen met het Duitse instituut DIW Berlin nam het Federaal Planbureau deel aan project waarin technische assistentie verleend wordt om de economie van Lesotho – een klein land dat omsloten wordt door Zuid Afrika – op verschillende manieren te modelleren. Deze Working Paper geeft een overzicht van de belangrijkste karakteristieken van het macro-econometrisch model dat ontwikkeld werd in het kader van dit project. Het was vooral de bedoeling een model te bouwen dat complementair is en interageert met de zogenaamde “Financial Programming”, die werd ontwikkeld door andere partners in het project. Daarnaast besteedt deze paper aandacht aan een basisscenario tot en met het begrotingsjaar 2012/13 en een variant waarin de overheidsuitgaven teruggeschroefd worden als reactie op de verwachte daling van de inkomsten uit douanerechten.
Deze Working Paper is enkel beschikbaar in het Engels.
Dit rapport presenteert de resultaten van de regionalisering van de nationale economische vooruitzichten van het Federaal Planbureau voor de periode 2009-2015. Net als de vorige rapporten, is dit rapport het resultaat van een samenwerking tussen het Federaal Planbureau en de studiediensten van de drie Belgische gewesten (BISA, IWEPS en SVR). Die samenwerking die eind 2005 van start ging, heeft de ontwikkeling van het multiregionaal en multisectoraal HERMREG-model mogelijk gemaakt, een model dat in de categorie macro-econometrische modellen van het top-downtype kan worden gerangschikt. HERMREG4 stemt volledig overeen met het nationale HERMES-model van het Federaal Planbureau. Dat betekent dat de nationale middellangetermijnvooruitzichten van HERMES opgesplitst worden op het niveau van de beschouwde entiteiten op basis van endogene regionale verdeelsleutels.
Deze paper raamt de gecumuleerde (directe en indirecte) wergelegenheid gegenereerd door de milieu-industrie in België. Op basis van de Belgische input-output tabel van 2000 en gedetailleerde werkgelegenheidsgegevens (SAM sub-matrix), wordt de tewerkstelling in de milieu-industrie onder de loep genomen. Daarbij worden werkenden onderscheiden naar geslacht en opleidingsniveau of een combinatie van beide. De analyse van de werkgelegenheidsmultiplicatoren legt enkele interessante verschillen bloot tussen de tewerkstelling in de milieu-industrie en die in de gehele economie, dit zowel wat betreft geslacht als opleidingsniveau.
De concepten ‘potentiële groei’ en ‘output gap’ vormen belangrijke instrumenten om de conjuncturele positie van een economie en haar productiecapaciteit te evalueren. Het zijn trouwens essentiële bestanddelen geworden van het Europees begrotingstoezicht. De wereldeconomie ondergaat momenteel de zwaarste crisis uit de naoorlogse periode en de onzekerheid over de impact van de crisis op het economisch potentieel is dus enorm. In deze Working Paper worden recente herzieningen van het groeipotentieel van de Belgische economie door het Federaal Planbureau en internationale instellingen met elkaar vergeleken. Met die vergelijking willen we de onzekerheid rond die herzieningen belichten en ook de kanalen waarlangs de crisis de potentiële output kan aantasten, beter begrijpen.
Dit rapport geeft de resultaten van de regionalisering van de nationale economische vooruitzichten van het Federaal Planbureau voor de periode 2008-2014. Het is de derde studie van dat type. Net als de vorige rapporten, is dit rapport het resultaat van een samenwerking tussen het Federaal Planbureau en de studiediensten van de drie Belgische gewesten (BISA, IWEPS en SVR).
De wereldeconomie kreeg sinds augustus 2007 te kampen met een ernstige economische en financiële crisis. Welke hoop kunnen we hebben in de budgettaire relanceplannen nu de recessie een wereldwijd fenomeen is geworden? Zullen de in de VS en de eurozone besliste en geïmplementeerde relanceplannen adequaat blijken in het licht van de huidige systemische financiële crisis? Dit document voorziet een evaluatie van de doeltreffendheid van het budgettaire beleid en de huidige relanceplannen. Het geeft aan dat, alhoewel de budgettaire maatregelen ongetwijfeld nuttig zijn in het beperken van de schaal en de duur van de crisis, ze onvoldoende zullen blijken om een langdurige recessie gevolgd door matige heropleving te vermijden. Ten einde de doeltreffendheid van de relanceplannen te maximaliseren zouden deze moeten gepaard gaan met een soepel monetair beleid. Om de heropleving te versnellen en te ondersteunen zouden het budgettair en monetair beleid bovendien moeten aangevuld worden met maatregelen die de gezondmaking van de bancaire en financiële sectoren beogen.
Voor verschillende terugkerende wettelijke opdrachten van het FPB moeten macro-economische langetermijnscenario's voor de Belgische economie worden ontwikkeld. Om de samenhang van die scenario's te bevorderen en ze in te passen binnen een strikt theoretisch kader, was het nodig dat het FPB kon beschikken over een langetermijnmodel waarin de economische groei afhankelijk is van de evolutie van het aanbod van productiefactoren.
Voor de bouw van dat model heeft men zich laten inspireren door gelijkaardige werkzaamheden van het CPB in Nederland. De publicatie geeft een gedetailleerde weergave van de bouw, de kenmerken en de schatting van het model op basis van de gegevens van de Belgische nationale boekhouding. Het model zou bijvoorbeeld bijdragen tot de ontwikkeling van de macro-economische scenario's voor langetermijnvooruitzichten die tot doel hebben de budgettaire impact van de vergrijzing te evalueren.
This August 2007 issue of the NIME Outlook for the World Economy presents a 2007-2013 macroeconomic projection for the major areas of the world. The outlook was produced using NIME, the Belgian Federal Planning Bureau’s macroeconometric world model. This issue includes a number of essential stochastic results relative to our new outlook, as well as an assessment of other less easily quantifiable risks that are currently seen to weigh on the outlook. The major technical assumptions behind the outlook and a brief description of the NIME model are presented in the appendix.
The January 2007 issue of the NIME Outlook for the World Economy presents a 2007-2013 macroeconomic projection for the major areas of the world. The outlook was produced using NIME, the Belgian Federal Planning Bureau’s macroeconometric world model. This issue also includes a number of essential stochastic results concerning the new world economic outlook. The major technical assumptions behind the outlook as well as a brief description of the NIME model are presented in the appendix.
In this Working Paper, we describe how we used stochastic simulation to evaluate the risks surrounding the January 2006 nime Economic Outlook (neo) for the world economy. We summarise the main results by showing confidence intervals around the baseline projection as well as probabilities that certain events will occur. The results presented in this Working Paper are of an illustrative nature and do not constitute an update of the January 2006 nime Economic Outlook.
Over the 1995-2004 period, the evolution of stock market indices in the United States and Europe exhibited a distinct boom-and-bust pattern, rising dramatically during the second half of the 1990s and falling sharply at the turn of the century. These changes in asset prices affected household wealth and the financing cost of investments, so that the period of rising asset prices was also characterised by strong economic growth, while the period of falling asset prices saw weaker growth. As equity markets were largely driven by “irrational exuberance” in the second half of the 1990s, it is sometimes argued that, in order to foster a more balanced growth path, the monetary authorities in the United States and the euro area should have targeted changes in a price index which not only includes contemporaneous consumer prices but also asset prices.
In this Working Paper we assess the worldwide macroeconomic implications of an interest rate rule whereby the major central banks of the world target not only changes in the traditional consumer price index but also changes in asset prices. We do this by simulating the nime model over the 1995-2004 period with an interest rate rule similar to the well-known Taylor rule, but augmented for changes in asset prices.
In this Working Paper, we use the nime model to assess the macroeconomic effects of an oil price shock on the world economy. We start with an overview of the nime model, and a presentation of our modelling of oil price shocks. Next, we examine the effect of a permanent 25 per cent increase in the price of oil, under the assumption that the shock is caused by an increase in the mark-up of the oil price.
Deze paper beschrijft de modellering van de btw-ontvangsten in het kwartaalmodel Modtrim II. In een eerste hoofdstuk worden de voornaamste kenmerken van het btw-regime en de inningsmodaliteiten in herinnering gebracht. Vervolgens worden het verloop van de impliciete btw-voet en de belangrijkste determinanten onderzocht. Een derde hoofdstuk is gewijd aan de timing en de amplitude van de cycli van de bruto btw-ontvangsten, de restituties en de bijhorende macro-economische grootheden. De eigenlijke modellering, bestaande uit een lange- en kortetermijnvergelijking, wordt voorgesteld in het vierde hoofdstuk, waarna simulaties buiten sample worden becommentarieerd. In het zesde en laatste hoofdstuk wordt aan de hand van een volledige modelsimulatie onderzocht hoe btw-ontvangsten reageren op vraagschokken.
In this paper, we use the nime model to assess the medium-term macro-economic effects for the European Union (eu) of a one percentage point cut in the social security contribution rate, and a one percentage point increase in the labour participation rate. In the case of a cut in the social security contribution rate, we consider two variants. First, we consider the variant in which the tax cut is ex ante financed by an across the board cut in public outlays. Next, we consider the variant in which the tax cut is ex ante financed by an increase in the indirect tax rates. In the long run, such measures increase unambiguously employment and potential output, thereby raising the standard of living of the eu citizens and reinforcing the sustainability of the social protection system. However, all kinds of rigidities prevent an immediate adjustment towards the new equilibrium, so that economic activity may be less buoyant in the medium-term. This paper describes these medium-term effects.
De Wet van 21 december 1994 heeft het Federaal Planbureau, als instelling die deel uitmaakt van het Instituut voor de Nationale Rekeningen, het opstellen van de economische begroting als taak toevertrouwd. Deze paper schetst het insti-tutionele kader waarbinnen de opmaak van de economische begroting gebeurt en geeft een overzicht van het gebruik dat ervan wordt gemaakt. Tevens wordt ingegaan op de gevolgde methodologie en wordt beschreven welke instrumen-ten hiervoor werden ontwikkeld.