Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
Publicaties
Om de transparantie en informatieverstrekking te bevorderen, publiceert het FPB regelmatig de methoden en resultaten van zijn werkzaamheden. De publicaties verschijnen in verschillende reeksen, zoals de Vooruitzichten, de Working Papers en de Planning Papers. Sommige rapporten kunnen ook hier geraadpleegd worden, evenals de nieuwsbrieven van de Short Term Update die tot 2015 werden gepubliceerd. U kunt op thema, publicatietype, auteur en jaar zoeken.
Op vraag van de ministerraad en in samenwerking met de Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging (DAV) voert het Federaal Planbureau een raming uit van de administratieve lasten die wegen op de ondernemingen en de zelfstandigen in België. Die raming is gebaseerd op een enquête bij een representatieve steekproef van ondernemingen en zelfstandigen. Naast het kwantitatieve deel bevat de enquête ook een belangrijk kwalitatief luik waarin de mening van de ondernemingen en zelfstandigen over de problematiek van de administratieve lasten aan bod komt. Deze Planning Paper toont de resultaten die betrekking hebben op de administratieve lasten voor het jaar 2020.
In de Planning Papers werden afgeronde studies over thema's van ruimer belang gepresenteerd. De reeks is gesloten sinds 2022. De Short Term Update (STU) was een driemaandelijkse nieuwsbrief met een actueel overzicht van de Belgische economie en de lopende studies van het FPB. De reeks is gesloten sinds 2015.
Op vraag van de ministerraad en in samenwerking met de Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging (DAV) voert het Federaal Planbureau periodiek een raming uit van de administratieve lasten die wegen op de ondernemingen en de zelfstandigen in België. Die raming is gebaseerd op een enquête bij een representatieve steekproef van ondernemingen en zelfstandigen. Deze tiende enquête volgt dezelfde methodologie als de vorige negen enquêtes die peilden naar de administratieve lasten voor de jaren 2000 tot 2016. Naast het kwantitatieve deel bevat de enquête ook een belangrijk kwalitatief luik waarin de mening van de zelfstandigen en de ondernemingen over de problematiek van de administratieve lasten aan bod komt.
De totale kosten van de administratieve lasten voor de Belgische ondernemingen en zelfstandigen in 2020 worden in de enquête geraamd op 4,94 miljard euro. In vergelijking met de vorige enquête voor het jaar 2016 zijn deze kosten met 27 % gedaald. Die evolutie vloeit voort uit een uiteenlopende beweging: de totale kosten dalen voor de ondernemingen en stijgen voor de zelfstandigen. Sinds de eerste enquête, die betrekking had op het jaar 2000 en de totale kosten van de administratieve lasten raamde op 8,57 miljard euro, zijn die kosten met 42 % gedaald.
Uitgedrukt in procent van het bbp daalt het relatieve gewicht van de administratieve lasten die wegen op de ondernemingen en de zelfstandigen, zoals tijdens de drie vorige enquêtes. Het bereikt 1,08 % in 2020. In twintig jaar tijd is het relatieve gewicht van de administratieve lasten met meer dan twee derde verminderd, van 3,48 % van het bbp in 2000 tot 1,08 % van het bbp in 2020.
De kosten van de administratieve lasten voor de ondernemingen worden geraamd op 3,81 miljard euro in 2020. In vergelijking met 2016 zijn deze kosten met 39 % gedaald, wat een breuk betekent in de trend van trage stijging die sinds 2010 is opgetekend. Deze daling is het gevolg van de daling van de kosten van de administratieve lasten voor kleine en middelgrote ondernemingen. Daarentegen zijn de kosten van administratieve lasten voor grote ondernemingen tussen 2016 en 2020 met 22 % gestegen. In 2020 komt het grootste deel van de kosten van de administratieve lasten voor ondernemingen echter, net als in de vorige enquêtes, nog steeds voor rekening van de kleine ondernemingen, die ook de grootste groep in de populatie van ondernemingen vormen.
Wat de regelgeving betreft, draagt de fiscale regelgeving voor meer dan 60 % bij tot de daling van de totale kosten van de administratieve lasten voor de ondernemingen tussen 2016 en 2020, gevolgd door de tewerkstellingsregelgeving en de milieuregelgeving. In 2020 genereert de fiscale regelgeving, net zoals het geval was in de vorige enquêtes, het grootste deel van de kosten van de administratieve lasten, gevolgd door de tewerkstellingsregelgeving en ruim daarachter de milieuregelgeving. Tussen 2016 en 2020 wordt de daling van de totale kosten van administratieve lasten verklaard door de daling van de interne en externe kosten, maar ze is sterker voor de externe kosten dan voor de interne kosten.
De kosten van de administratieve lasten voor de zelfstandigen worden geraamd op 1,13 miljard euro in 2020. In vergelijking met 2016 zijn deze kosten met 32 % gestegen, wat een breuk betekent in de dalende trend die sinds 2006 is waargenomen. Zowel interne als externe kosten dragen bij tot deze stijging van de totale kosten, maar de externe kosten verhoudingsgewijs meer dan de interne kosten. De interne kosten blijven echter hoger dan de externe kosten, zoals het geval is geweest sinds 2000. Zowel de fiscale regelgeving als de milieuregelgeving dragen bij tot deze stijging, maar de fiscale regelgeving in grotere mate dan de milieuregelgeving. In 2020 bedraagt het aandeel van de fiscale regelgeving in de totale kosten 92 % en dat van de milieuregelgeving 8 %.
Sinds 2000 zijn de gemiddelde kosten voor de zelfstandigen telkens lager dan de gemiddelde kosten per werknemer van de kleine ondernemingen. Het verschil tussen deze twee soorten kosten neemt in 2020 echter af, terwijl het in de twee vorige enquêtes juist toenam. De afname van het verschil tussen deze twee soorten kosten wordt verklaard door het feit dat de gemiddelde kosten per werknemer van de kleine ondernemingen afnemen, terwijl de gemiddelde kosten van de zelfstandigen tussen 2016 en 2020 toenemen.
Bekeken over de tien enquêtes zijn de ondernemingen en de zelfstandigen meer tevreden over de kwaliteit van de contacten met de betrokken administratie dan over de kwaliteit van de regelgeving op zich. Over de tien enquêtes beschouwd, behalen dezelfde stellingen de beste scores bij de ondernemingen en de zelfstandigen. Die stellingen hebben betrekking op de bekendmaking van de regelgeving en de kwaliteit van de antwoorden door de bevoegde administratie (naleving van de antwoordtermijn en antwoorden die voldoen aan de behoeften). De voornaamste kritiek van zowel ondernemingen als zelfstandigen heeft betrekking op de flexibiliteit van de regelgeving om zich aan alle omstandigheden aan te passen wat betreft de kwaliteit van de regelgeving en op het gemakkelijk kunnen achterhalen en contacteren van de bevoegde dienst wat betreft de kwaliteit van de contacten met de betrokken administratie.
Naast die gemeenschappelijke trends duiken er verschillen op tussen de regelgevingsdomeinen door de tien enquêtes heen.
In het tewerkstellingsdomein ging de beoordeling van de kwaliteit van de regelgeving erop vooruit vanaf de enquête van 2016 en die verbetering zet zich door, maar de kwaliteit van de contacten met de administratie verslechtert. Voor de fiscale regelgeving verschillen ondernemingen en zelfstandigen wat betreft de evolutie van de beoordeling van de kwaliteit van de regelgeving en de kwaliteit van de contacten met de administratie, die voor de ondernemingen verslechtert, maar voor de zelfstandigen verbetert. In het milieudomein zijn de ondernemingen en zelfstandigen het erover eens dat de kwaliteit van de regelgeving en de kwaliteit van de contacten met de administratie die met deze regelgeving is belast, zijn verslechterd.
Van de vereenvoudigingsinitiatieven die ter beoordeling aan de ondernemingen en zelfstandigen zijn voorgelegd, zijn MyMinFin, elektronische facturering en eBox duidelijk het populairst bij zowel zelfstandigen als ondernemingen, hoewel het gebruikspercentage lager ligt bij de zelfstandigen dan bij de ondernemingen. Deze laatste maken ook ruim gebruik van elektronische ecocheques. Hoewel de doelgroep kleiner is, worden E-procurement en de elektronische attesten bij overheidsopdrachten gebruikt door vier op de tien ondernemingen en door één op de vijf zelfstandigen. De meest gebruikte vereenvoudigingsinitiatieven worden ook het meest gewaardeerd door zowel ondernemingen als zelfstandigen, met zeer hoge percentages ondernemingen en zelfstandigen die deze initiatieven (sterk) waarderen. MyMinfin is dus een initiatief dat (sterk) gewaardeerd wordt door 97 % van de ondernemingen en 93 % van de zelfstandigen.
De enquête was ook bedoeld om na te gaan hoe de begunstigde ondernemingen en zelfstandigen aankijken tegen de vier steunmaatregelen die door de verschillende overheden zijn genomen om de economische crisis na de pandemie het hoofd te bieden. De uitgebreide tijdelijke werkloosheid is de meest gebruikte steunmaatregel voor alle ondernemingscategorieën en het overbruggingsrecht voor de zelfstandigen in alle activiteitensectoren. Het uitstel betaling fiscale verplichtingen en sociale bijdragen komt op de tweede plaats voor de ondernemingen, vooral voor grote ondernemingen, terwijl de gewestelijke forfaitaire steun deze positie bekleedt voor zelfstandigen. Ongeacht de beschouwde steunmaatregel is een grote meerderheid van de ondernemingen en zelfstandigen (meer dan acht op tien) van mening dat de administratieve lasten beperkt zijn gebleven (geen lasten of aanvaardbare lasten).
Verwante documenten
Beschikbare gegevens
Thema's
Structurele Studiën > Belgische en Europese regulering
JEL
Micro-economie > Analyse van de collectieve besluitvorming > Bureaucracy; Administrative Processes in Public Organizations [D73]
Micro-economie > Analyse van de collectieve besluitvorming > Positive Analysis of Policy-Making and Implementation [D78]
Overheidseconomie > Structuur en bevoegdheden van de overheid > Algemeen [H10]
Keywords
None