Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
Publicaties
Om de transparantie en informatieverstrekking te bevorderen, publiceert het FPB regelmatig de methoden en resultaten van zijn werkzaamheden. De publicaties verschijnen in verschillende reeksen, zoals de Vooruitzichten, de Working Papers en de Planning Papers. Sommige rapporten kunnen ook hier geraadpleegd worden, evenals de nieuwsbrieven van de Short Term Update die tot 2015 werden gepubliceerd. U kunt op thema, publicatietype, auteur en jaar zoeken.
De Belgische economie zou in 2021 een herstel laten optekenen van 5,7 %. De economische activiteit zou daardoor in het vierde kwartaal van dit jaar haar niveau van vóór de corona-uitbraak bereiken. Nagenoeg alle bestedingscomponenten dragen daartoe bij, maar het meest opvallend is de inhaalbeweging van de investeringen. In 2022 wordt een bbp-groei van 3 % verwacht die ondersteund wordt door de dynamiek van de uitvoer en vooral van de particuliere consumptie. De inflatie zou versnellen tot 1,9 % in 2021 en 2,1 % in 2022. De binnenlandse werkgelegenheid zou over beide jaren samen met 73 000 personen toenemen.
In vergelijking met onze junivooruitzichten is de inflatie in 2021 en in 2022 opwaarts herzien. De overige herzieningen zijn relatief beperkt en vooral toe te schrijven aan de sterker dan verwachte toename van de economische activiteit en van de werkgelegenheid in het eerste semester van 2021.
Zoals de wet van 21 december 1994 voorschrijft, heeft het Instituut voor de Nationale Rekeningen de cijfers van de economische begroting meegedeeld aan de minister van Economie.
De vooruitzichten presenteren de toekomstige evoluties in België, zowel in socio-economische, budgettaire en energiedomeinen als voor de transportvraag.
Net als de rest van de wereldeconomie werd de eurozone in de eerste helft van 2020 hard getroffen door de coronapandemie. De economische activiteit veerde op in het derde kwartaal, maar nieuwe besmettingsgolven noopten de eurolanden nadien tot het aanscherpen van de contactbeperkende maatregelen. Voor de eurozone als geheel viel de economische activiteit daardoor opnieuw (maar in beperktere mate) terug in het vierde kwartaal van 2020 en het eerste kwartaal van 2021. Tijdens het tweede kwartaal gaf de stijgende vaccinatiegraad een nieuwe impuls aan het economisch herstel. De groei zou robuust blijven in de tweede helft van 2021 en in 2022 door de dynamiek van de particuliere consumptie en de buitenlandse handel. De bedrijfsinvesteringen reageren daar positief op en krijgen bovendien rugwind van de relanceplannen. Na een krimp van 6,5 % in 2020, zou de bbp-groei van de eurozone als geheel op 4,8 % uitkomen in 2021 en zich handhaven op 4,4 % in 2022.
Dit internationaal scenario gaat gepaard met diverse onzekerheden. Voor de verdere normalisering van de economische activiteit is de vaccinatiegraad en de blijvende effectiviteit van de vaccins cruciaal. De kracht van het economisch herstel hangt ook af van de mate waarin de gezinnen hun tijdens de crisis opgebouwde spaarvolumes aanwenden en de bedrijven in staat zijn eventuele knelpunten, zoals verstoorde toeleveringen, op te vangen.
In de lente van 2020 werd de activiteit in grote delen van de Belgische economie teruggeschroefd of stilgelegd om het aantal besmettingen terug te dringen. Versoepelingen zorgden voor een inhaalbeweging in het derde kwartaal, maar nieuwe inperkingsmaatregelen belemmerden een verder herstel in het vierde kwartaal. Het bbp daalde op jaarbasis met 6,3 % in 2020. De groei kwam in de eerste helft van 2021 sterk op gang en zou in het tweede semester aanzienlijk blijven. De Belgische economie zou daardoor dit jaar een herstel laten optekenen van 5,7 %, ondersteund door nagenoeg alle bestedingscomponenten. In de loop van 2022 zou de kwartaalgroei zich geleidelijk normaliseren, wat leidt tot een minder uitgesproken groei van 3 %, met de uitvoer en vooral de particuliere consumptie als sterkhouders.
Door de aantrekkende internationale handel zou de Belgische uitvoer in 2021 en 2022 een volumegroei boeken van resp. 7 % en 5,7 %. Samen met een dynamische binnenlandse vraag leidt dat tot toenemende invoerbehoeften. De volumegroei van de invoer zou in beide jaren uitkomen op 6,5 %.
Ondanks de omvang van de economische schok nam het reëel beschikbaar inkomen van de particulieren in 2020 toe met 1,4 %, dankzij de steunmaatregelen van de overheid en de lage inflatie. De koopkrachtstijging zou dit jaar 1,8 % bedragen door het economisch herstel, maar in 2022 beperkt blijven tot 0,6 % door de afbouw van de steunmaatregelen. De particuliere consumptie daalde in 2020 met 8,7 %, vooral als gevolg van de beperktere consumptiemogelijkheden. Momenteel zijn de restricties grotendeels afgebouwd en zijn de gezinnen aanzienlijk optimistischer geworden, waardoor de particuliere consumptie een inhaalbeweging zou maken met een volumegroei van 5,8 % in 2021 en 6,8 % in 2022. Dat doet de gezinsspaarquote terugvallen tot 13,7 % in 2022, wat de forse stijging tot 21,8 % vorig jaar grotendeels ongedaan maakt. De investeringen in woongebouwen vielen in 2020 terug met 6,9 %, maar zouden dit jaar een inhaalbeweging maken met een toename van 10 % en in 2022 op vrijwel hetzelfde niveau blijven.
Ook de bedrijfsinvesteringen vielen in 2020 sterk terug (‑7,8 %), maar ze zouden zich in 2021 herstellen met een volumegroei van 10,6 %. Ze worden gestimuleerd door gunstige vraagvooruitzichten, de oplopende benutting van de industriële productiecapaciteit, de verbetering van de rentabiliteit en het nog altijd gunstige renteklimaat. In 2022 zouden ze verder toenemen met 3,4 %.
De overheidsinvesteringen zouden in 2021 een forse volumegroei van 16,3 % boeken – onder impuls van de federale overheid en de gemeenschappen en gewesten – en zich in 2022 op dat hoge niveau handhaven, mede dankzij de relanceplannen. De overheidsconsumptie stijgt met 4,9 % in 2021 in reële termen door een fors hoger budget voor gezondheidszorg en door de vaccinatiekosten, maar zou in 2022 teruggeschroefd worden met 0,7 %.
De pandemie veroorzaakte een daling van de energieprijzen, waardoor de inflatie vanaf maart 2020 beperkt bleef en vorig jaar gemiddeld 0,7 % bedroeg. Het economisch herstel gaat gepaard met een toename van de wereldwijde vraag naar energieproducten, wat zich tot op heden weerspiegelt in een bijzonder sterke toename van de aardgas- en elektriciteitsprijzen, terwijl de toename van de olieprijzen veel gematigder bleef. Bovendien lijkt de productie van enkele intermediaire goederen (o.a. halfgeleiders) momenteel ontoereikend en is de vraag naar goederen uit Azië groter dan er via de beschikbare aanvoerketens kan getransporteerd worden. Ook die factoren zullen nog enige tijd voor opwaartse prijsdruk zorgen.
De consumptieprijsinflatie lag de voorbije maanden een stuk hoger dan voorzien, wat vooral een gevolg was van onverwacht hoge prijzen voor aardgas en elektriciteit. Tijdens de volgende maanden zou de inflatie verder toenemen tot ruim 3 % rond de jaarwisseling. In de loop van 2022 wordt een geleidelijke daling van de energieprijzen verwacht die zal leiden tot een afkoeling van de inflatie.
Op jaarbasis zou de inflatie uitkomen op 1,9 % dit jaar en 2,1 % in 2022, terwijl de gezondheidsindex met respectievelijk 1,6 % en 2,1 % zou toenemen. De vorige spilindex (109,34) werd in augustus 2021 overschreden en de huidige spilindex (111,53) zou bereikt worden in juni 2022.
De schok die de coronacrisis veroorzaakte op de activiteit in de marktsector, werd grotendeels opgevangen door een bijzonder sterke inzinking van de arbeidsduur. Toch werd tijdens de eerste twee kwartalen van vorig jaar ook een aanzienlijk aantal kortlopende arbeidscontracten beëindigd. Ondertussen hebben die flexibele vormen van loontrekkende arbeid hun precrisisniveau opnieuw geheel (interimarbeid, studentenarbeid) of gedeeltelijk (contracten van bepaalde duur in de horeca) bereikt. Die evolutie zorgde voor een robuuste groei van de binnenlandse werkgelegenheid tijdens de jongste vier kwartalen.
Ook de arbeidsduur heeft reeds een forse inhaalbeweging gemaakt, maar bevindt zich nog niet volledig op zijn precrisisniveau, aangezien in sommige bedrijfstakken nog steeds aanzienlijk beroep wordt gedaan op tijdelijke werkloosheid. Naarmate de arbeidsduur verder aantrekt en vervolgens ook de productiviteitsgroei zou versnellen, dreigt een aantal werknemers alsnog uit de boot te vallen. De groei van de werkgelegenheid zou stilvallen in het vierde kwartaal van dit jaar, om slechts geleidelijk te hernemen in de tweede helft van 2022. Jaargemiddeld neemt de werkgelegenheid daardoor sterker toe dit jaar (+59 600 personen) dan volgend jaar (+13 200 personen).
De werkloosheid steeg fors tijdens de maanden maart en april van vorig jaar, maar is daarna aanhoudend gedaald. Ze viel in mei van dit jaar terug tot haar precrisisniveau en is ook daarna blijven afnemen. Het tijdelijk stilvallen van de werkgelegenheidsgroei zou echter voor oplopende werkloosheidscijfers zorgen vanaf het vierde kwartaal van dit jaar. Pas tegen het einde van 2022 zou de werkloosheid terug afnemen. Jaargemiddeld zou het aantal werklozen in 2021 dalen met 25 700, maar in 2022 opnieuw toenemen met 19 000.
Verwante documenten
Beschikbare gegevens
Thema's
Macro-economische vooruitzichten en analyses
JEL
None
Keywords