Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
Publicaties
Om de transparantie en informatieverstrekking te bevorderen, publiceert het FPB regelmatig de methoden en resultaten van zijn werkzaamheden. De publicaties verschijnen in verschillende reeksen, zoals de Vooruitzichten, de Working Papers en de Planning Papers. Sommige rapporten kunnen ook hier geraadpleegd worden, evenals de nieuwsbrieven van de Short Term Update die tot 2015 werden gepubliceerd. U kunt op thema, publicatietype, auteur en jaar zoeken.
In vergelijking met onze februarivooruitzichten voor 2019 is onze raming voor de Belgische bbp-groei ongewijzigd op 1,3 % gebleven. De economische groei zou ook in 2020 uitkomen op 1,3 %. De toename van de werkgelegenheid (met 95 000 personen over beide jaren samen) blijft aanzienlijk, maar is minder uitgesproken dan tijdens de voorbije twee jaar. De inflatie zou dit jaar afkoelen tot 1,7 % en volgend jaar verder terugvallen tot 1,5 %. Overeenkomstig de wet van 21 december 1994 heeft het Instituut voor de Nationale Rekeningen de cijfers van de economische begroting meegedeeld aan de minister van Economie. Deze macro-economische vooruitzichten anticiperen niet op eventuele besparingsmaatregelen die de toekomstige regeringen kunnen nemen, wat resulteert in neerwaartse risico’s m.b.t. de overheidsbestedingen en hun impact op de economische groei.
De vooruitzichten presenteren de toekomstige evoluties in België, zowel in socio-economische, budgettaire en energiedomeinen als voor de transportvraag.
De wereldeconomie groeit sinds 2018 in een lager tempo. Dat gaat gepaard met een terugval van de wereldhandelsgroei, die nog wordt versterkt door handelsconflicten en protectionistische maatregelen. De Amerikaanse economie is over haar conjunctureel hoogtepunt heen door het uitdoven van het expansief begrotingsbeleid. De bbp-groei zou er dit jaar met 2,6 % (t.o.v. 2,9 % in 2018) nog vrij goed standhouden, maar zou in 2020 afnemen tot 1,9 %. De groeivertraging is meer uitgesproken in de eurozone, die in vergelijking met de VS veel afhankelijker is van de uitvoer. Bovendien werd de bbp-groei er in de tweede helft van 2018 afgeremd door tijdelijke factoren, zoals een forse daling van de Duitse autoproductie. Mede door dat ongunstige startpunt, zou de bbp-groei in de eurozone dit jaar terugvallen tot 1,1 % (t.o.v. 1,9 % in 2018), maar in 2020 enigszins hernemen tot 1,4 %.
Dit scenario gaat gepaard met twee belangrijke neerwaartse risico’s, met name een verdere escalatie van de Amerikaans-Chinese handelsdisputen en een chaotisch vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie.
De Belgische economie bleef niet immuun voor de Europese conjunctuurvertraging, waardoor haar groei terugviel van 1,7 % in 2017 tot 1,4 % in 2018. De Belgische bbp-groei zou met 1,3 % in 2019 en in 2020 nagenoeg hetzelfde tempo aanhouden als vorig jaar (gemiddeld ruim 0,3 % per kwartaal). De uitvoergroei zou in 2019 verder verzwakken en zich vervolgens stabiliseren, terwijl de binnenlandse vraag in 2020 aan kracht wint onder impuls van de particuliere consumptie.
De minder gunstige internationale omgeving deed de volumegroei van de Belgische uitvoer vertragen van 5 % in 2017 tot 3,6 % in 2018. De uitvoergroei zou dit jaar verder afnemen tot 2,9 % en dat tempo handhaven in 2020. De invoergroei zou zich dit jaar iets onder de uitvoergroei situeren en in 2020 een lichte versnelling laten optekenen door de versteviging van de binnenlandse vraag. De bijdrage van de netto-uitvoer tot de economische groei zou daardoor licht positief blijven in 2019 en negatief worden in 2020. Het tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans neemt verder toe.
Het reëel beschikbaar inkomen van de particulieren steeg vorig jaar met 1,3 % en zou in 2019 en 2020 verder toenemen met resp. 2,2 % en 1,4 %. De meer uitgesproken koopkrachttoename van dit jaar is toe te schrijven aan bijkomende verlagingen van de personenbelasting (in het kader van de laatste fase van de taxshift) en een hogere indexering van de lonen in de privésector in combinatie met een afkoeling van de inflatie. In de loop van 2018 werd de Belgische consument pessimistischer over de economische situatie. Dat leidde tot een lichte terugval van de particuliere consumptie in de tweede jaarhelft. In het eerste kwartaal van dit jaar stabiliseerde het vertrouwen van de consumenten zich en stegen hun bestedingen, maar door het ongunstige startpunt zou de consumptiegroei op jaarbasis beperkt blijven tot 0,8 %, wat resulteert in een forse stijging van de particuliere spaarquote. De consumptiegroei zou in 2020 verstevigen tot 1,4 % en een belangrijke impuls geven aan de binnenlandse vraag. De investeringen in woongebouwen zouden in 2019 en 2020 toenemen met resp. 4,1 % en 1,2 %. De opvallend sterke volumegroei voor dit jaar wordt verklaard door een gunstig overloopeffect (als gevolg van de hoge investeringsactiviteit in het vierde kwartaal van 2018).
Ondanks de versombering van de internationale conjunctuur en de daarmee samenhangende afbrokkeling van het Belgisch producentenvertrouwen, houden de bedrijfsinvesteringen goed stand. Het investeringsklimaat wordt ondersteund door de nog vrij hoge rendabiliteit en gunstige financieringsvoorwaarden. Bovendien ligt de industriële capaciteitsbezettingsgraad al enkele jaren boven zijn historisch gemiddelde, wat de behoefte aan uitbreidingsinvesteringen vergroot. Daardoor zouden de bedrijfsinvesteringen, na een volumegroei van 2,7 % vorig jaar, verder toenemen met 3,1 % in 2019 en met 1,8 % in 2020.
Zonder bijkomende maatregelen, zou de volumegroei van de overheidsconsumptie in 2019 en 2020 uitkomen op resp. 1 % en 1,2 %. De volumegroei van de overheidsinvesteringen (resp. 3,3 % en 5,6 %) wordt vooral geschraagd door de gewesten, terwijl de lokale overheidsinvesteringen worden teruggeschroefd.
De binnenlandse werkgelegenheid nam tijdens de jongste vier jaar toe met 226 000 personen. Die toename was niet alleen het gevolg van de aantrekkende conjunctuur, maar kreeg ook een impuls van de sedert 2015 genomen maatregelen ter vermindering van de arbeidskosten, die de groei van de activiteit in de marktsector bijzonder arbeidsintensief maakten. De werkgelegenheid in de marktsector groeide gemiddeld met 1,4 % per jaar tijdens die periode. Het aantal werklozen (met inbegrip van de niet-werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen) daalde tijdens die periode met 141 000 personen, terwijl de geharmoniseerde Eurostat- werkloosheidsgraad afnam van 8,5 % tot 6,0 %.
In de loop van dit jaar zou de groei van de werkgelegenheid geleidelijk afzwakken en zich vervolgens stabiliseren onder invloed van zowel de verzwakkende conjunctuur als oplopende productiviteitswinsten. In jaargemiddelden blijft de toename van de binnenlandse werkgelegenheid dit jaar bijzonder sterk (+56 000 personen), maar valt ze terug tot +39 000 personen in 2020. Bij een licht aantrekkende groei van de beroepsbevolking, is de afname van het aantal werklozen (-27 000 personen in 2019 en -17 000 personen in 2020) minder uitgesproken dan tijdens de afgelopen vier jaar. De Eurostat- werkloosheidsgraad zou dalen tot 5,7 %.
In 2018 namen de olieprijzen uitgedrukt in euro nog fors toe en bedroeg de inflatie 2,1 %. Onder impuls van een quasi-stabilisering van de olieprijzen in euro dit jaar en een bescheiden daling volgend jaar zou de inflatie, gemeten aan de hand van het nationaal indexcijfer van de consumptieprijzen, geleidelijk terugvallen tot resp. 1,7 % en 1,5 %. Ook de elektriciteitsprijzen zouden bijdragen tot de afkoeling van de inflatie. Ze waren sterk gestegen tijdens de wintermaanden, maar nu de vrees voor stroomtekorten verdwenen is, hebben ze zich genormaliseerd.
Sinds 2017 is de groei van de arbeidskosten duidelijk versneld. Dat zou zowel dit jaar als volgend jaar de onderliggende inflatie doen aantrekken. De opwaartse druk daarvan op de consumptieprijzen is echter beperkter dan de neerwaartse impact van de energieprijzen.
Ook de toename van de gezondheidsindex, die niet wordt beïnvloed door de prijsevolutie van benzine en diesel, zou dit jaar 1,7 % bedragen. Volgend jaar zou die toename, met 1,6 %, iets hoger uitkomen dan de inflatie. Overeenkomstig de maandvooruitzichten voor de gezondheidsindex, zou de huidige spilindex voor de overheidswedden en sociale uitkeringen (107,20) worden overschreden in november 2019. De volgende spilindex (109,34) zou niet bereikt worden in 2020.
Verwante documenten
Beschikbare gegevens
Thema's
Overheidsfinanciën
Arbeidsmarkt
Macro-economische vooruitzichten en analyses
JEL
None
Keywords