Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
Deze rubriek toont alle actualiteit m.b.t. het FPB, gaande van de meest recente studies, persberichten, en artikels tot aankondigingen van toekomstige publicaties, workshops, colloquia…
Bovenstaande HTML-versie van het communiqué bevat doorgaans niet alle informatie van de PDF-versie. Voor een volledige versie (met grafieken en tabellen), download het communiqué in PDF-formaat hieronder of in het kader 'PDF & downloads' rechtsbovenaan.
Het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) heeft in het kader van de voorbereiding van de Begroting 1998 haar macro-economische vooruitzichten overgemaakt aan de Federale Regering. Volgens de gangbare procedure heeft het Federaal Planbureau de Economische Begroting voorbereid en werd deze bekrachtigd door het Wetenschappelijk Comité.
De verwachte economische groei bedraagt 2,5% in 1998 na een expansie met 2,1% in 1997. De dynamiek van de activiteitstoename verloopt zoals voorspeld in juli 96 en februari j.l. Na een conjunctureel dieptepunt begin 1996 is de groei geleidelijk aan sterker geworden. Op dit ogenblik ziet het er naar uit dat deze dynamiek verder zal gezet worden in de tweede jaarhelft en in 1998. Het redelijk zwak jaarbegin zou slechts van tijdelijke aard zijn.
De samenstelling van de groei, echter, zou in 1998 iets wijzigen. Daar waar in 1997 de uitvoer en in mindere mate de bedrijfsinvesteringen de groei trekken, zou in 1998 het privaat verbruik een bijkomende impuls geven. De toename van de werkgelegenheid zou het lijstje van de reeds actieve groeiondersteunende factoren komen vervoegen. De factoren die aan de basis lagen van de heropleving tijdens de voorbije 18 maanden zijn genoegzaam bekend: een aantrekkende internationale economie; de versteviging van de Amerikaanse dollar, het Britse pond en de Italiaanse lire; lage internationale en Belgische rentevoeten; een vrij hoge rendabiliteit van de ondernemingen en een laag blijvende inflatie.
Deze zojuist genoemde factoren verklaren de vrij sterke uitvoergroei in 1997. Het verder aantrekken van de groei in onze buurlanden en het volledige effect van de depreciatie van de effectieve wisselkoers van de BEF (die geraamd wordt op meer dan 3% in 1997), zouden ervoor zorgen dat de uitvoer in 1998 nog aan kracht wint.
De bedrijfsinvesteringen zouden, zoals de voorbije twee jaren, sterker groeien dan de rest van de economie, waardoor de investeringsquote verder toeneemt. De toename van de rendabiliteit van de ondernemingen zou echter beperkt blijven, zeker in 1997, waardoor de groei van de investeringen iets minder groot zou zijn dan voorzien in de Economische Begroting van februari 1997.
Het privé-verbruik blijft vrij zwak in de eerste helft van dit jaar. Gaandeweg zou hier echter verandering in komen. De periode waarin het privé-verbruik enkel toenam danzij een daling van de spaarquote, lijkt achter de rug. De verwachte toename van het beschikbare inkomen van de gezinnen, daarentegen, zou de belangrijkste impuls geven. Verwacht wordt dat de lonen in 1998 iets sterker stijgen dan in de afgelopen jaren, al zouden zij binnen de door de Regering besliste loonmarge blijven. De voornaamste stimulans voor een toename van het beschikbare gezinsinkomen zou echter komen van de werkgelegenheidsgroei. Tijdens de voorbije drie jaar bleef de gemiddelde groei van het aantal loontrekkenden in de ondernemingen beperkt tot ongeveer 0,3% per jaar. In 1998 zou deze toename oplopen tot iets meer dan 1%. Het is sinds 1990 geleden dat de werkgelegenheid uitgedrukt in uren nog in die mate zou toenemen. De volgehouden loonmatiging en de specifieke tewerkstellingsmaatregelen zouden aan de basis hiervan liggen. De sectorale akkoorden voorzien expliciet de aanwending van de door de overheid aangereikte methoden om de werkgelegenheid te stiumuleren. Zo zouden bijkomende jobs in toenemende mate deeltijdse jobs zijn. Hun aantal zou in 1998 toenemen met 6% en uitkomen boven de 400.000. Daarenboven wordt een gevoelige stijging verwacht van het aantal werknemers die tewerkgesteld zijn in de Plaatselijke Werkgelegenheidsagenstschappen. Hun aantal wordt opgenomen in de categorie ‘loontrekkenden’. De werkloosheidsgraad (volgens de gestandaardiseerde Eurostat-definitie) zou dalen van 9,8% dit jaar tot 9,4% in 1998.
De traditionele consumptieprijsindex zou zowel dit als volgend jaar groeien met 1,6%. De gezondheidsindex zou toenemen met 1,7% in 1998 na een stijging met 1,3% dit jaar. De indexering van lonen en wedden in de overheidssector en van de sociale uitkeringen zou plaatsvinden in oktober 1997 en november 1998.
De sterke appreciatie van de Amerikaanse dollar en het Britse pond in 1996 en de eerste maanden van 1997 zou dit jaar leiden tot een sterkere toename van de invoerprijzen dan van de uitvoerprijzen (en dus tot een verslechtering van de ruilvoet), waardoor de stijging van de deflator van het bruto binnenlands product in 1997 beperkt zou blijven tot 1,5%, om in 1998 opnieuw met 1,6% toe te nemen.
(1) De groeivoet van 1995 moet met de nodige omzichtigheid geïnterpreteerd worden, omwille van statistische breuken in de bruto-reeksen tussen 1994 en 1995.
(2) De binnenlandse werkgelegenheid neemt in 1997 toe met 5.000 en in 1998 met 14.500 als gevolg van een toename van het aantal PWA’ers en de tewerkgestelden in de doorstromingsprogramma’s.
Verwante documenten
Beschikbare gegevens
Thema's
None
JEL
Keywords