Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
Deze rubriek toont alle actualiteit m.b.t. het FPB, gaande van de meest recente studies, persberichten, en artikels tot aankondigingen van toekomstige publicaties, workshops, colloquia…
Bovenstaande HTML-versie van het communiqué bevat doorgaans niet alle informatie van de PDF-versie. Voor een volledige versie (met grafieken en tabellen), download het communiqué in PDF-formaat hieronder of in het kader 'PDF & downloads' rechtsbovenaan.
Overeenkomstig de wet van 21 december 1994 heeft het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) de cijfers van de economische begroting meegedeeld aan de Minister van Economie. Deze macro-economische vooruitzichten dienen als basis voor de begrotingscontrole voor het jaar 2005. In vergelijking met de vooruitzichten van september vorig jaar (initiële begroting 2005) wordt de groeiraming van het bbp tegen constante prijzen neerwaarts herzien (van 2,5 % naar 2,2 %). De binnenlandse werkgelegenheid zou in 2005 gemiddeld met 34.400 personen toenemen en de consumptieprijsinflatie zou op 2 % uitkomen.
De Belgische economische groei bedroeg vorig jaar 2,7 % (bbp tegen constante prijzen). De economische herleving, die midden 2003 werd ingezet onder impuls van de internationale conjunctuur, resulteerde in kwartaal-op-kwartaalgroeivoeten van telkens 0,7 à 0,8 %, maar verzwakte tot 0,4 % in het vierde trimester van 2004. In de loop van 2005 zou de economische groei opnieuw aan kracht winnen (van 0,5 % in het eerste tot 0,6 % in het vierde kwartaal). Dat opwaartse profiel is vooral toe te schrijven aan de uitvoer, die geleidelijk aantrekt naarmate de impact van de recente olieprijsstijgingen en van de euro-appreciatie uitdooft. Al bij al zou de bbp-groei tegen constante prijzen in 2005 beperkt blijven tot 2,2 %.
Kwartaalverloop van het Belgische bbp tegen constante prijzen(kwartaal-op-kwartaalgroei, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden en kalendereffecten)
Eind vorig jaar schakelde de groei van de buitenlandse afzetmarkten naar een lagere versnelling door de mindere groeiprestaties in zowel de Verenigde Staten, Azië als de eurozone. Naast de minder gunstige buitenlandse afzetperspectieven zou de Belgische uitvoer in de eerste helft van 2005 ook gedrukt worden door de euro-appreciatie tijdens de laatste tweede kwartalen van 2004. Die appreciatie tastte de concurrentiekracht t.o.v. de andere muntzones aan. In de loop van dit jaar zouden de uitvoermogelijkheden toenemen door een geleidelijke internationale conjunctuurverbetering en zouden de negatieve gevolgen van de wisselkoersbewegingen op de prijscompetitiviteit wegebben, wat het verlies aan marktaandelen enigszins doet krimpen. De uitvoergroei zou in 2005 niet meer dan 5,3 % bedragen, na 5,5 % vorig jaar. Net als vorig jaar neemt de invoer sneller toe dan de uitvoer, waardoor de netto-uitvoer een negatieve bijdrage van 0,1 procentpunt tot de economische groei levert. Niettemin stabiliseert het overschot van de lopende verrichtingen met het buitenland door de ruilvoetverbetering.
De groei van de binnenlandse vraag zou dit jaar verzwakken tot 2,3 %, tegenover 3 % in 2004. De reden hiervoor is de enorme toename van de voorraden vorig jaar (positieve bijdrage van 1 procentpunt tot de bbp-groei) die zich in 2005 niet zou herhalen.
Daarnaast zou de economische activiteit iets minder ondersteund worden door de consumptieve bestedingen van de gezinnen. Vergeleken met het reëel beschikbaar inkomen groeide de particuliere consumptie de afgelopen twee jaar aan een stevig tempo van telkens meer dan 2 %, waardoor de spaarquote in die periode met 2,5 procentpunt terugviel tot 14,1 %. Dit jaar zou de consumptie met een groei van 1,8 % voor het derde jaar op rij sneller toenemen dan de koopkracht (+1,4 %), wat resulteert in een verdere, doch bescheiden daling van de spaarquote. De lagere spaarquote is toe te schrijven aan het consumentenvertrouwen dat opnieuw in de lift zit na een bescheiden terugval in het vierde kwartaal van vorig jaar, die de opwaartse trend sinds april 2003 omboog. In de loop van 2005 zou het consumentenvertrouwen verder ondersteund worden door de arbeidsmarktontwikkelingen.
De investeringen zouden het duidelijk beter doen dan in 2004. De bedrijfsinvesteringen knoopten in 2004 terug aan met een groei van 1,8 %, na twee jaar van achteruitgang. Door het verdere herstel van de bedrijfsrendabiliteit, blijvend lage interestvoeten en de geleidelijke verbetering van de vraagvooruitzichten in de loop van het jaar zou de reële groei van de bedrijfsinvesteringen verder oplopen tot 3,3 %. Daarnaast wordt verwacht dat de infrastructuurwerken van de lokale overheden een hoge vlucht nemen in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen in 2006 en dat de verkopen van overheidsgebouwen aan de privésector fors terugvallen (verkopen van overheidsgebouwen worden in de nationale rekeningen geboekt als een desinvestering van de overheid, die gecompenseerd wordt door een investering van de ondernemingen). Beide factoren leiden in 2005 tot een aanzienlijke versnelling van de reële groei van de overheidsinvesteringen tot bijna 28 %. De investeringen in woongebouwen zouden verder aantrekken door de sterkere groei van het beschikbaar gezinsinkomen en de lage hypothecaire rente.
Sedert het eerste kwartaal van 2003 evolueert de binnenlandse werkgelegenheid in stijgende lijn. Jaargemiddeld bleef de jobcreatie in 2003 nog beperkt doordat de werkgelegenheid met enige vertraging reageert op de conjunctuurverbetering. In de loop van 2004 versnelde de jobcreatie onder impuls van het verdere conjunctuurherstel. In jaargemiddelde termen steeg het aantal arbeidsplaatsen met bijna 29.000 eenheden t.o.v. 2003. De werkgelegenheid blijft ook gedurende 2005 verder oplopen, zij het aan een lager tempo als gevolg van de zwakkere economische groei. Geholpen door de gunstige dynamiek in 2004, zou de werkgelegenheid in 2005 toch nog 34.400 eenheden boven het gemiddelde peil van vorig jaar uitkomen. De werkgelegenheidsgraad zou daardoor licht stijgen van 61,8 % in 2004 tot 62,1 % in 2005. De werkloosheidsgraad brokkelt enigszins af in de loop van 2005 en compenseert daarmee de stijging in het tweede halfjaar van 2004. De jaargemiddelde werkloosheidsgraad blijft daardoor onveranderd op 7,8 %.
Kwartaalverloop van de binnenlandse werkgelegenheid(gegevens gecorrigeerd voor seizoeninvloeden)
De inflatie, gemeten aan de hand van het nationaal indexcijfer van de consumptieprijzen, zou dit jaar 2 % bedragen, na 2,1 % in 2004. De kleine daling van het globale inflatiecijfer heeft vooral te maken met een beperkte olieprijsdaling in de loop van 2005, waardoor de bijdrage van de energieproducten vermindert. De onderliggende inflatie, die de fundamentele tendens van de consumptieprijzen weergeeft, blijft stabiel op 1,5 %, als gevolg van de recente appreciatie van de euro en een matige loonkostenontwikkeling. Die stabilisatie verbergt echter een terugval van de onderliggende inflatie in de loop van 2004, die zou omgezet worden in een bescheiden toename dit jaar naarmate de hogere olieprijzen doorsijpelen in de prijsevolutie van de andere goederen en diensten. De gezondheidsindex, die niet beïnvloed wordt door de prijsevolutie van motorbrandstoffen, zou net als vorig jaar minder snel toenemen dan de nationale consumptieprijsindex (1,6 % in 2004 en 1,8 % in 2005).
Als gevolg van de overschrijding van de spilindex in september 2004, werden de sociale uitkeringen in oktober 2004 en de wedden van het overheidspersoneel in november 2004 met 2 % aangepast aan de toegenomen levensduurte. Overeenkomstig de maandvooruitzichten voor de gezondheidsindex zou de spilindex (die momenteel 116,15 bedraagt) in 2005 niet overschreden worden.
Verwante documenten
Beschikbare gegevens
Thema's
Macro-economische vooruitzichten en analyses
Arbeidsmarkt
JEL
None
Keywords