Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
Deze rubriek toont alle actualiteit m.b.t. het FPB, gaande van de meest recente studies, persberichten, en artikels tot aankondigingen van toekomstige publicaties, workshops, colloquia…
Bovenstaande HTML-versie van het communiqué bevat doorgaans niet alle informatie van de PDF-versie. Voor een volledige versie (met grafieken en tabellen), download het communiqué in PDF-formaat hieronder of in het kader 'PDF & downloads' rechtsbovenaan.
Wat is de impact van de economische groei op de ontvangsten van de personenbelasting? Met andere woorden, wanneer de totale productie van goederen en diensten toeneemt met bijvoorbeeld 1 % per jaar, met hoeveel procent zullen de ontvangsten van de personenbelasting dan stijgen? Eveneens met 1 % of met meer? Dat cijfer, dat ‘elasticiteit van de personenbelasting’ wordt genoemd, is opnieuw onderwerp van discussie sinds het begin van de onderhandelingen over de volgende fase van de staatshervorming en meer bepaald de toekenning van meer fiscale autonomie aan de gewesten. Dat is niet verwonderlijk: hoe groter de elasticiteit van de personenbelasting, hoe hoger de verwachte ontvangstengroei die eruit voortvloeit en hoe gevoeliger de verdeling van die hogere ontvangsten tussen de federale overheid en de gewesten en hoe gevoeliger tevens de verdeling van de politieke voordelen die verwacht worden van toekomstige hervormingen die de belastingdruk zullen stabiliseren. In deze nieuwe publicatie onderzoekt het FPB dit concept van elasticiteit. Daarnaast bevat het de raming die werd gebruikt in de onderhandelingen over de staatshervorming en stelt het een originele methode voor om de toekomstige evolutie van die elasticiteit te bepalen.
De waarden van de elasticiteit van de personenbelasting die in de economische literatuur worden vermeld of gebruikt, lopen sterk uiteen: de langetermijnprojecties die op nationaal of internationaal niveau worden gebruikt om de toekomstige situatie van de overheidsfinanciën te ramen, houden algemeen rekening met een elasticiteit van 1, terwijl de Studie- en Documentatiedienst van de FOD Financiën een elasticiteit van 1,76 aanhoudt voor de opmaak van de Rijksbegroting. De raming van het FPB die werd gebruikt tijdens de onderhandelingen over de staatshervorming bedroeg ongeveer 1,55 en een recente publicatie van twee onderzoekers van de KUL hield rekening met een elasticiteit van 1,15. Wie heeft gelijk? Welke cijfers zijn correct?
Al die verschillende cijfers hebben hun bestaansrecht. De verwarring heeft te maken met het feit dat de term ‘elasticiteit van de personenbelasting’ verschillende concepten dekt. Soms verwijst de term naar de gevoeligheid van de belastingontvangsten voor de schommelingen van het bruto binnenlands product (bbp), soms naar de gevoeligheid van die ontvangsten voor een schommeling van het inkomen van de belastingplichtige. Soms berust de elasticiteit op een hypothese van ongewijzigde fiscale wetgeving, soms veronderstelt ze dan weer dat belastinghervormingen de belastingdruk zullen stabiliseren. Wanneer de elasticiteit, tot slot, wordt geraamd op basis van het opklimmen van het inkomen van de belastingplichtigen in de baremaschalen, kan ofwel verondersteld worden dat de belastingplichtigen hun gedrag ongewijzigd laten en dus eenzelfde gebruik blijven maken van de diverse regelingen die recht geven op belastingvermindering (dienstencheques, isolatiepremies, pensioensparen), ofwel dat ze hun gedrag aanpassen en dat van de meer welgestelde belastingplichtigen overnemen.
Op basis van die laatste benadering stelt het FPB een - in de tijd dynamische - raming voor van de elasticiteit van de personenbelasting voor een gemiddeld reëel inkomen van de belastingplichtige bij ongewijzigde wetgeving. De elasticiteit bedraagt vandaag 1,55 en zou op termijn licht dalen (tot 1,44 in 2030 in het macro-economisch basisscenario dat in de studie wordt gebruikt), indien de historische groeitrend van het gemiddeld inkomen van de belastingplichtigen aanhoudt. Deze inkomensgroei leidt immers tot een groter percentage van het inkomen dat terecht komt in de belastingschaal waarin de progressiviteit verzwakt omdat de marginale aanslagvoet zijn maximum heeft bereikt. De studie van het FPB toont eveneens aan hoe het hoger aandeel van de pensioeninkomens in het belastbaar inkomen, dat te verwachten valt wegens de vergrijzing, een invloed zal hebben op de elasticiteit. De studie heeft ten slotte ook aandacht voor de regionaliseringsmodaliteiten van de personenbelasting die in het Institutioneel Akkoord voor de zesde staatshervorming werden goedgekeurd en toont hoe die modaliteiten een invloed hebben op de specifieke elasticiteit van het gewestelijke en federale gedeelte van de personenbelasting.
Verwante documenten
Beschikbare gegevens
Thema's
Overheidsfinanciën
JEL
None
Keywords