Het gaat om de uitgaven van de huishoudens voor vervoerdiensten om rechtstreeks aan hun behoeften te voldoen, geëvalueerd in kettingeuro’s.

In 2006 werd de methodologie voor de ramingen in volume grondig herzien. In plaats van reeksen tegen prijzen van een vast basisjaar (2000) worden de reeksen tegen prijzen van het vorige jaar opgesteld. Dat zijn reeksen in kettingeuro.

Het begrip kettingeuro’s (referentiejaar 2015) verwijst naar de waarden die verkregen worden door een beroep te doen op kettingindices. Zo stellen bijvoorbeeld de kettingeuro’s (referentiejaar 2015) de tijdreeksen voor in kettingvolumeniveau die verkregen worden door de kettingindexreeks te vermenigvuldigen met de waarde (in lopende prijzen) van het betreffende aggregaat in de loop van het referentiejaar 2015. De toepassing van de kettingindices betekent een verlies aan additiviteit van de niveaus in volume (behalve voor de resultaten die betrekking hebben op het referentiejaar en op het jaar dat onmiddellijk volgt).

Instituut voor de Nationale Rekeningen (2019): Nationale rekeningen 1995-2018; eigen berekeningen.

Om de uitgaven van het eindverbruik van de huishoudens te ramen, worden verschillende gegevensbronnen gebruikt: het huishoudbudgetonderzoek, de administratieve gegevens (overheden, beroepsfederaties, betalingsbalans) en de specifieke studies (structurele enquêtes in de sector van de verzekeringsinstellingen, structurele enquête in de sector van de financiële instellingen).

Wat het huishoudbudgetonderzoek betreft, dient er in de eerste plaats opgemerkt te worden dat dit onderzoek een raming geeft van het eindverbruik van private huishoudens (‘individuele gezinnen’). Dat bedrag dient dus aangevuld te worden door de einduitgaven van de collectieve huishoudens namelijk vooral personen die in rusthuizen, religieuze gemeenschappen, ziekenhuizen (permanent) verblijven of in Belgische gevangenissen.

Gelet op het feit dat het onderzoek ook gegevens verstrekt die onder het nationaal begrip eindverbruik vallen, moeten die gegevens aangepast worden aan het binnenlands begrip (de uitgaven van buitenlanders in België meerekenen en de uitgaven van Belgen in het buitenland uitsluiten).

Voor een beter begrip van de gehanteerde methoden voor de berekening van het eindverbruik van de huishoudens, verwijzen wij naar de publicatie van de Nationale Bank van België ‘De berekeningsmethode voor het bruto binnenlands product en het bruto nationaal inkomen volgens het ESR 1995’ van 2006.

Voor een gedetailleerde omschrijving van de gebruikte methodologie voor de omzetting in kettingeuro’s, verwijzen wij naar de publicatie van de nationale rekeningen van 2006 van het Instituut voor de Nationale Rekeningen.