Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
De instelling
Het Federaal Planbureau (FPB) is een onafhankelijke instelling van openbaar nut. Het maakt studies en vooruitzichten over economische, sociale en milieubeleidskwesties. Ook wordt de integratie van die beleidskwesties in een context van duurzame ontwikkeling bestudeerd.
Onderwijs is van cruciaal belang voor de ontwikkeling van de samenleving. Het is ook een sleutelelement voor onze economie. Dit artikel bestudeert het onderwijsniveau van de Belgische leerlingen. De laatste jaren was er al sprake van een achteruitgang, maar na de covid-19-pandemie is het onderwijsniveau nog verder gedaald. Zonder inhaalbeweging zou het dalende onderwijsniveau resulteren in aanzienlijke economische kosten op lange termijn.
België heeft eind april 2021 zijn Nationaal plan voor herstel en veerkracht ingediend bij de Europese Commissie. In dit rapport wordt de globale impact van het plan op de economische, institutionele en sociale veerkracht en op de sociale en territoriale cohesie geanalyseerd. De belangrijkste conclusie van deze impactanalyse is dat de maatregelen van het plan veel positieve effecten zouden moeten hebben op de SDG's (Sustainable development goals) en dus op de sociale cohesie en de veerkracht. Veel van deze effecten – zowel positieve als negatieve – zullen echter afhangen van de wijze waarop de maatregelen van het plan uitgevoerd zullen worden.
Welke vooruitgang heeft België geboekt op weg naar een duurzame ontwikkeling? Uit de balans van de 51 opvolgingsindicatoren van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen (de Sustainable Development Goals van de VN of SDG's) blijkt dat bij de voortzetting van de huidige trends, weinig SDG's zullen worden bereikt tegen 2030. Om alle SDG’s te kunnen naderen of bereiken, zullen dus nieuwe beleidsmaatregelen nodig zijn. Deze conclusie strookt met de conclusies van de tien evaluaties die sinds 2005 zijn verricht.
Naast de gezondheids- en economische impact, heeft de covid-19-crisis een negatieve impact op het welzijn van de Belgen en de belangrijkste determinanten ervan, zoals gezondheid of sociale relaties. Sommige groepen zijn bijzonder kwetsbaar: de vrouwen, de 16-49-jarigen, personen met een laag inkomen, zij die alleen wonen, arbeidsongeschikt of werkloos zijn. Op basis van de beschikbare informatie meent het FPB dat de impact van de crisis op het welzijn groter is dan tijdens de financieel-economische crisis van 2008.
Deze Working Paper stelt vier nieuwe composiete indicatoren voor om de houdbaarheid van het welzijn te meten aan de hand van de evolutie van de voorraad hulpbronnen die wordt doorgegeven aan de toekomstige generaties. Deze indicatoren meten de evolutie van de kapitalen: menselijk, sociaal, milieu- en economisch kapitaal. Uit de analyse blijkt dat de houdbaarheid van het welzijn in België wordt aangetast door de daling van het milieukapitaal.
Het Federaal rapport inzake duurzame ontwikkeling 2019 maakt een balans van 51 opvolgingsindicatoren van de Sustainable Development Goals (SDG’s): die doelstellingen zullen in België niet worden bereikt met een voortzetting van de huidige trends. Daarna evalueert dit Rapport het huidige beleid inzake duurzame ontwikkeling. Het stelt vast dat de federale overheidsdiensten concrete resultaten hebben bereikt, hoewel een politieke impuls om de SDG’s te realiseren ontbrak. Dit Rapport analyseert ook de impact op alle SDG's van verschillende toepassingsmodaliteiten van een CO2-taks en van alternatieven voor bedrijfswagens.
Deze Working Paper stelt elf nieuwe composiete indicatoren voor om de evolutie van het welzijn te meten voor vrouwen en mannen, vier leeftijdscategorieën en vijf inkomenscategorieën (kwintielen) in België. Ze werden opgesteld aan de hand van een statistische analyse van de determinanten van het welzijn voor die bevolkingscategorieën. Die indicatoren vormen een aanvulling op de indicator Welzijn hier en nu (WHN) die de evolutie van het gemiddelde welzijn in België meet.
Het rapport presenteert de jaarlijkse actualisering van een set aanvullende indicatoren naast het bbp die, naargelang van de beschikbaarheid van de gegevens, betrekking heeft op de periode 1990-2017. De wet van 14 maart 2014 tot aanvulling van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen met een set aanvullende indicatoren voor het meten van levenskwaliteit, menselijke ontwikkeling, de sociale vooruitgang en de duurzaamheid van onze economie geeft het Instituut voor de Nationale Rekeningen de opdracht die set indicatoren uit te werken en vertrouwt die opdracht toe aan het Federaal Planbureau
Deze Working Paper stelt een nieuwe indicator voor om de evolutie van het welzijn in België te meten. De indicator werd opgesteld op basis van een statistische analyse van de determinanten van het welzijn van de Belgen en heeft als voordeel dat hij transparant, opsplitsbaar en gemakkelijk communiceerbaar is. Uit de analyse van de indicator blijkt dat het welzijn van de Belgen globaal afgenomen is tussen 2005 en 2016. Die daling is vooral te wijten aan de verslechtering van de gezondheidstoestand van de Belgen.
Het rapport presenteert de jaarlijkse actualisering van een set aanvullende indicatoren naast het bbp die, naargelang van de beschikbaarheid van de gegevens, betrekking heeft op de periode 1990-2016. De wet van 14 maart 2014 tot aanvulling van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen met een set aanvullende indicatoren voor het meten van levenskwaliteit, menselijke ontwikkeling, de sociale vooruitgang en de duurzaamheid van onze economie geeft het Instituut voor de Nationale Rekeningen de opdracht die set indicatoren uit te werken en vertrouwt die opdracht toe aan het Federaal Planbureau.
Dit rapport stelt ook een composiete indicator voor om het welzijn ‘Hier en nu’ te meten. Die indicator zou in de volgende edities moeten worden aangevuld met composiete indicatoren voor de andere twee dimensies van duurzame ontwikkeling, ‘Later’ en ‘Elders’.
De gegevens zijn beschikbaar op www.indicators.be.
Het Federaal rapport inzake duurzame ontwikkeling 2017 vertrekt van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) van de VN. Het maakt de balans van 34 indicatoren over de evolutie van België naar de SDG’s en onderzoekt de kloof tussen bestaande scenario’s en de SDG’s voor 3 domeinen: armoede, energie en vervoer. De huidige evoluties gaan in het algemeen in de goede richting, maar ze blijven ver verwijderd van de bestaande becijferde doelstellingen.
Aan de hand van de gegevens van de EU-SILC-enquête worden in deze Working Paper de determinanten van het individuele welzijn in België geanalyseerd. Uit die analyse blijkt dat gezondheid, zowel mentaal als fysiek, de belangrijkste determinant van het welzijn van de Belgen is. Een voldoende hoog inkomen hebben om toegang te krijgen tot de gangbare levensstijl in België, werk hebben en omringd zijn door naasten hebben ook een aanzienlijke impact op het welzijn. Dat geldt voor de gemiddelde Belg. Het onderzoek van de verschillende subgroepen toont ook dat die determinanten niet voor alle Belgen een even belangrijke rol spelen. Die resultaten dragen bij tot de werkzaamheden van het FPB rond het onderzoek van aanvullende indicatoren naast het bbp.
Het huidige rapport presenteert een eerste actualisering van een set aanvullende indicatoren naast het bbp die, naargelang van de beschikbaarheid van de gegevens, betrekking heeft op de periode 1990-2015. De wet van 14 maart 2014 tot aanvulling van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen met een set aanvullende indicatoren voor het meten van levenskwaliteit, menselijke ontwikkeling, de sociale vooruitgang en de duurzaamheid van onze economie geeft het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) de opdracht een set indicatoren over die vier aspecten uit te werken, die indicatoren te berekenen en jaarlijks te publiceren. Diezelfde wet van 14 maart 2014 vertrouwt de uitwerking van die set indicatoren toe aan het Federaal Planbureau. Het INR heeft in februari 2016 een eerste versie van deze set indicatoren gepubliceerd.